Vrijstaande, achterin gelegen voormalige woning van dokter Callebaut, voorheen met dienstgebouw, ingetekend op het kadaster in 1888 en circa 1909 aan de achterzijde uitgebreid met een achthoekige praktijkruimte. Het dienstgebouw links van de woning werd circa 1901 aan de straatzijde uitgebreid met een prachtige Victoriaanse serre met neogotische inslag, zie oude postkaarten; beiden zijn heden gesloopt. In 1957 ingericht als gemeentehuis waarbij het pand werd uitgebreid met éénlaagse volumes aan de zuidwestelijke zijgevel en in het verlengde van de achterbouw. Heden eigendom van N.V.-Zeekanaal.

Onderkelderd neoclassicistisch dubbelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder een vernieuwd (1993) rood pannen schilddak, nok parallel aan de straat. Bepleisterde en witgeschilderde lijstgevel op een hardstenen plint gemarkeerd door hoekkettingen en horizontaal geleed door de puilijst, doorgetrokken lekdrempels op de bovenverdieping en de panelenfries. Rechthoekige vensters, op het gelijkvloers beluikt en in een hardstenen plattebandomlijsting en op de verdieping in een geriemde omlijsting met oren en uitgewerkte sleutel. Houten T-vensters vernieuwd in 1994. Rechthoekige deur in een hardstenen plattebandomlijsting op neuten. Houten vleugeldeur met bovenlicht, beide voorzien van kleurrijk glas in lood en decoratief ijzerwerk. De overige gevels zijn gecementeerd en voorzien van imitatie hoekkettingen en een geprofileerd cordon ter hoogte van de fries. De achtergevel is geopend door rechthoekige openingen, de blinde zijgevels zijn uitgewerkt met schijnvoegen. Vernieuwde omlopende kroonlijst.

Interieur. De oorspronkelijke indeling, trap, binnenschrijnwerk, plafonds, vloeren en eenvoudige marmeren schouwen bleven behouden. Gaaf bewaarde centrale middengang met trap, witte en zwarte marmeren vloertegels, lijstwerk op de wanden en plafond en achterdeur met glas in lood waarin de kelk, de staf en slang van Asklepios (symbool van de medicus) verwerkt zijn. Het linker salon aan de voorgevel werd circa 1957 ingericht als raadszaal in neo-Vlaamserenaissance-stijl: lambrisering in eternit en omlopend pseudo-casettenplafond gedecoreerd met leeuwenkopjes; zwarte marmeren schouw met opschrift "BELGISCHE LEEUW IS VIJAND’S WEE" tussen leeuwenkopjes.

Aan de achtergevel éénlaagse uitbreiding op onregelmatige plattegrond onder plat dak van circa 1909 en uitgebreid in 1957, zie bouwnaad. Gecementeerd volume met rechthoekige openingen, in het oudste deel onder ijzeren I-balkjes met rozetten. Bewaard houten schrijnwerk.