Bakstenen rijhuis van twee bouwlagen onder doorlopend pannen zadeldak, uit het begin van de 20ste eeuw, waarvan de begane grond in de jaren 1920 verbouwd werd tot een woongedeelte, een café in pakketbootstijl en een danszaal in beaux-artsstijl.

HISTORIEK

Het bakstenen rijhuis werd volgens de kadastergegevens in 1905 opgetrokken door de juwelier Pieter Jan De Boelpaep-Moens. In 1927 werd het gebouw volgens de kadastergegevens achteraan uitgebreid met een danszaal door F.J. De Doncker-De Boelpaep. Vermoedelijk werd toen ook het café ingericht en de gevel van de gelijkvloerse verdieping aangepast. Mogelijk werd het linker deel van de benedenverdieping in een latere fase nogmaals aangepast getuige het verschil in behandeling tussen het linker en het rechter deel van de gevel. Architect van beide verbouwingen was Jean De Roy (1913-1973) uit Merchtem. Zijn naamsteen bleef in beide gevels bewaard, één keer in groengeglazuurde ceramiek in de cafépui en één keer in de blauwe hardsteen van de plint.

BESCHRIJVING

Bakstenen gebouw uit 1905 met vijf ongelijke traveeën en twee bouwlagen onder een pannen zadeldak. De lijstgevel met horizontaliserende muurbanden, een druiplijst, boogstenen en een fries in gesinterde baksteen is afgelijnd door een houten kroonlijst op klossen. Op de bovenverdieping bleven de getoogde vensters met houten T-ramen bewaard. De begane grond werd grondig heringericht en de voorgevel werd op de gelijkvloerse verdieping verbouwd tijdens het interbellum. Het linker geveldeel van twee traveeën breed bestaat hoofdzakelijk uit platte baksteen met benadrukte lintvoeg, rechtopstaand voor de onderbouw. Verder werd de gevel plastisch uitgewerkt door de afgeronde muuropeningen, de halfronde deurstijlen, de uitspringende betegelde deurluifel en de combinatie van een rechthoekig liggend venster en een oculus. De drie rechter traveeën werden verbouwd tot een cafépui met groene en bruine geglazuurde keramiektegels op een lage hardstenen plint. Het houten schrijnwerk uit de jaren 1920 bleef bewaard. De voordeur kreeg een modernistische vormgeving en de bovenlichten van het schrijnwerk werden ingevuld met geometrisch vormgegeven glas in lood.

De plattegrond van de benedenverdieping wordt bepaald door de twee gangen in de uiterste traveeën van het pand. De rechter doorgang geeft toegang tot de achterliggende danszaal. Tussen beide gangen in ligt het café vandaag met een L-vormige plattegrond. Het diepste deel sluit aan bij de achterliggende danszaal. Het korte been van de L-vorm, aansluitend bij de straat, was mogelijk ooit een afgescheiden zaaltje. De huidige rechthoekige doorgang is mogelijk het gevolg van het wegbreken van de muur tussen gelagzaal en bijzaaltje om zo een grote gelagzaal te bekomen. Er bleven bouwplannen noch zichtbare bouwsporen bewaard.

De inrichting van de gelagzaal, de doorgang naar de danszaal en de achterwand van de danszaal vormen een totaalconcept in pakketbootstijl, vooral herkenbaar in de uitbouw van het loket waar de entreetickets werden verkocht, de bij de lambrisering aansluitende cafétoog met afgeronde hoeken onder een gelijkaardige luifel, de patrijspoorten met glas in lood en de afgeronde radiatorkasten. Het volledige interieur werd uitgevoerd in gevernist gefineerd hout, afgewerkt met horizontale en verticale zwartgelakte lijsten en bovenaan een eenvoudige gelijkaardige sierlijst. Tegen de wanden van de gelagzaal staan banken die overgaan in de lambrisering. De lambrisering rechts in de gelagzaal is deels opgevuld met spiegels. De muurbanken worden onderverdeeld door de dwars geplaatste radiatorkasten in dezelfde vormgeving als de lambrisering. Centraal in de gelagzaal, tegen de linker wand, staat het toogmeubel dat aansluit bij de vormgeving van de lambrisering. Op de vloer ligt een tegelvloer uit het interbellum.

De achterliggende danszaal is een groot bakstenen rechthoekig gebouw onder zadeldak, met blinde muren. De binnenruimte is twee bouwlagen hoog onder een afgeschuind plafond. Centraal in de zaal ligt de verlaagde dansvloer met een parket in visgraatmotief. Aansluitend bij het café werd een balkon op gietijzeren zuiltjes ingericht en aan de andere zijde een podium. Onder het balkon werd de lambrisering uit het café in pakketbootstijl doorgetrokken. Ook de armleuning van de trap die leidt naar het balkon is in dezelfde stijl uitgewerkt. De rest van de zaal is volledig gedecoreerd in beaux-artsstijl. De twee verdiepingen hoge zijwanden van de zaal worden horizontaal in twee delen opgedeeld. Aansluitend bij de dansvloer werd een trede met houten neus en keramische tegels voorzien en houten banken aan de wand bevestigd. Het bovenste register steunt op zuiltjes. De wanden van de zaal zijn gedecoreerd met gepleisterde decoratieve elementen in beaux-artsstijl zoals lijsten, guirlandes, rozetten en gestrikte bloemenkransen. Op het plafond zitten houten rozetten. De muren zijn witgeschilderd met gouden accenten.

Bakstenen rijhuis van twee bouwlagen onder doorlopend pannen zadeldak, nok parallel aan de straat, vermoedelijk uit eind 19de - begin 20ste eeuw, waarvan de begane grond in de jaren 1930 verbouwd werd tot een woongedeelte en café / feestzaal in modernistische stijl met art-deco-inslag, volgens een keramieke gevelsteen en een opschrift op de plint naar ontwerp van Jean De Roy (Merchtem).

Oorspronkelijk traditionele bakstenen lijstgevel met muurbanden, boogstenen en fries in gesinterde baksteen, afgelijnd door een houten kroonlijst op klossen; aangepast op de begane grond waarbij de gevel werd bezet met groengeschilderde platte baksteen met benadrukte lintvoeg en voorzien van een fraaie cafépui van groene en bruine geglazuurde keramiektegels op een lage hardstenen plint. Plastische behandeling van de gevel door de afgeronde en halfronde deur- en poortstijlen, portieken en uitspringende deurluifel. Rechthoekige muuropeningen en oculus op het gelijkvloers, getoogde vensters op de verdieping. Houten schrijnwerk, nog origineel op de begane grond en met behoud van de mooie geometrische glas-in-loodvensters.