Teksten van Kasteel Ter Wilder

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/76491

Kasteel Ter Wilder ()

"Kasteel Ter Wilder" is een neoclassicistisch kasteel van circa 1775 gesitueerd op een oudere site aan de zuidwestelijke rand van het dorpscentrum. Het rechthoekige, grotendeels omhaagde domein beslaat tot aan de Molenstraat grosso modo de ganse noordzijde van de straat. Het achterin gelegen kasteel, rechts vergezeld van een vrijstaande serre en voorafgegaan door een dienstgebouw, is ingeplant in de oostelijke hoek van het domein.

Reeds in 1259 was het kasteel onderdeel van het leengoed van de familie Van Wilder wiens naam het nog steeds draagt. Het waterkasteel waarvan de gracht werd gevoed door de Meiskensbeek was gelegen in een vierkant domein van circa 4 hectare, 46 are. Hoewel niet weergegeven in het kaartboek van de abdij (1699), wordt in een verkoopsakte van 1701 het Hof Ter Wilder alsook de bijhorende hoeve "Duijvelstede" beschreven. De hoeve, ook "Kruyshoeve" genaamd naar haar ligging aan het kruispunt "'t Cruys", werd in de 19de eeuw herbouwd maar in 1914 definitief vernietigd door de Duitsers.

In 1769 kocht de familie van den Cruyce het "Joker speelhuijs, gemeynelijck genoemt het Hof te Wildre" dat vermoedelijk was opgetrokken in de 16de eeuw door Willem van Wildre. Zij lieten het oude kasteel slopen en bouwden circa 1775 ten zuidoosten van de omwalling een nieuw neoclassicistisch kasteel waarbij naar verluidt de eetzaal en de grote trap werden gerecupereerd. Het kasteel werd voorafgegaan door een vrijstaand, haaks dienstgebouw (zie vroeg opmetingsplan, circa 1804). Op de Ferrariskaart van 1771-1778 wordt nog het waterkasteel weergegeven, verkeerdelijk benoemd als "Steenen huijs" (zie Kruisstraat nummers 1-11). Het omringende park besloeg in het begin van de 19de eeuw het volledige domein tussen de Hof ter Wilderlaan ten oosten, de Kruisstraat ten zuiden, de Molenstraat ten westen en de Meiskensbeek ten noorden. Een vroeg kadastraal plan van circa 1810-1820 toont enerzijds een geometrische structuur van dreven, vermoedelijk een overblijfsel van een vroegere tuinaanleg, gecombineerd met een fraaie landschappelijk aangelegde tuin naar Engelse voorbeeld. Het voormalige burchteiland werd omgevormd tot een vierkante vijver en uitgebreid met een noordelijke uitloper waarin een rond paviljoeneilandje en een lange, smalle uitloper naar het westen. In 1845 werd P.J.A. Derton eigenaar; hij moderniseerde het kasteelinterieur, verbouwde circa 1866 het dienstgebouw tot twee woningen (zie kadastrale legger) en trok ten oosten van het kasteel een langgerekte serre en oranjerie op. Zijn zoon Gustaaf erfde het domein in 1889 en breidde het uit tot iets meer dan 11 hectare. Hij verbouwde circa 1893 een deel van het dienstgebouw tot koetshuis en stallen en bouwde circa 1890 en 1909 twee kleinere broeikassen ten westen van het kasteel. In 1909 breidde hij het kasteel uit met lagere aanbouwen: ten noordoosten een vrij gesloten dienstgebouwtje en aan de andere zijgevel een vijfzijdige veranda met dakterras als verlenging van de leefruimte. Eveneens voerde hij veranderingswerken uit aan de serre annex oranjerie waarvan heden enkel het linker gedeelte bewaard bleef. In het begin van de jaren 1930 werd het oostelijke deel (zijde Hof ter Wilderlaan en begin van de Kruisstraat) alsook perceel 129 (aan de Kruisstraat, links van de inkompartij) verkaveld en vervolgens geleidelijk bebouwd. Laatstgenoemd perceel wordt aan de zijde van het park begrensd door een bakstenen muur, vermoedelijk van de moestuin. In het tweede kwart van de 20ste eeuw werden ten westen van het kasteel nog twee gebouwen opgetrokken (Kruisstraat nummer 44).

Er werd geen toestemming verleend het domein te bezoeken zodat niet kon geverifieerd worden in hoe verre de landschappelijke tuinaanleg nog aanwezig is, de typische rotonde voorafgaand aan het kasteel bleef in ieder geval bewaard.

De toegangspoort is gelegen in de as van het kasteel en bestaat uit twee imposante hardstenen pijlers op postamenten, met architraaf, fries en een ver uitstekende, geprofileerde dekplaat met bekronende pijnappel. Smeed- en gietijzeren poortvleugels met aflopend beloop naar de makelaar; tijlen en makelaar eveneens bekroond door een pijnappel.

Er is aan de Kruisstraat een tweede toegangspoort in de as van de dreef die leidt naar een bijgebouw (nummer 44) en bestaat uit een eenvoudig pijlpunthekken met pijnappels op de stijlen (enkel de rechter bleef bewaard) tussen gietijzeren gecanneleerde zuilen met kapiteel.

Een derde poort is gelegen aan de Molenstraat en bestaat uit eenvoudige gepunte spijlen met aflopend beloop en vierkante stijlen tussen zeshoekige pijlers bekroond door een gepunte bol.

Neoclassicistisch kasteel op rechthoekige plattegrond van zeven traveeën, een souterrain en twee bouwlagen onder een zwart pannen schilddak van circa 1775. Witgeschilderd bakstenen volume op een kalkzandstenen onderbouw en dito hoekblokken. Streng symmetrische voorgevel, horizontaal geleed door een de kalkzandstenen pui-, kroonlijst, fries en attiek en verticaal gemarkeerd door een middenrisaliet van drie traveeën en drie bouwlagen met aflijnende geblokte pilasters en bekronend driehoekig fronton. Hoge, beluikte, rechthoekige vensters met verkleinende ordonnantie, in het middenrisaliet gevat in een kalkzandstenen omlijstingen waarbij de brede lateien decoratief werden uitgewerkt; getoogde keldervensters en een oculus in het fronton. Houten T-vormig schrijnwerk met roedeverdeling (19de eeuw?). Rondboogdeur in een licht vooruitspringende kalkzandstenen geblokte omlijsting voorafgegaan door een half circelvormige hardstenen trap met ijzeren leuning. Rechthoekige beglaasde vleugeldeur met rondboogvormig beglaasd bovenlicht voorzien van een smeedijzeren waaier.

Gelijkaardige achtergevel waarbij het driehoekige fronton werd vervangen door een balustrade.

Het kasteel werd circa 1909 aan weerszijde uitgebreid met éénlaagse bepleisterde volumes op onregelmatige plattegrond en de zijgevels voorzien van rechthoekige, houten erkers. De zuidwestelijke zijgevel werd uitgebreid met een vijfzijdig verhoogd terras bereikbaar door een uitwaaierende hardstenen trap waarop een eveneens vijfzijdige veranda onder plat dak bekroond door een ijzeren balustrade (oorspronkelijk versierd met borstbeelden). Elke zijde bevat hogerechthoekige beglaasde vleugeldeuren met een sterke roedeverdeling.

Ten noordoosten vrij gesloten, ten opzichte van elkaar verspringende dienstgebouwtjes, bepleisterd en voorzien van een sterk markerende horizontale voeg.

Haaks ingeplant 19de-eeuws eclectische dienstgebouw; aan de straatgevel met verwerking van neorenaissance elementen (zie muurbanden, bolkozijnen en klokgevel) en aan de binnenkoergevel met neoclassicistische elementen (zie driehoekig fronton, rondboogpoort en -deuren in plattebandomlijsting). Voorheen bediendenwoning, paardenstallen en koetshuis, heden is de woning ook ingericht als paardenstal. Langgerekt bakstenen gebouw van twee bouwlagen op een hardstenen afgeschuinde sokkel; afgelijnd door een omlopende houten kroonlijst op modillons onder een vernieuwd zwart pannen schilddak. Decoratieve uitwerking van de lijstgevels door het gebruik van gecementeerde muurbanden, poort- en deuromlijstingen en blauwe hardsteen voor onder meer de dorpels en lateien en aan de straatgevel de aflijning van de klokgevel op voluten, de deur- en vensteromlijstingen. Parkgevel met hoger opgetrokken poorttravee in risaliet bekroond door een driehoekig fronton; het geheel geopend door rondboogvormige en rechthoekige muuropeningen en een oculus in de top. De neorenaissance pronkgevel aan de straat verwijst volgens de literatuur typologisch naar het oude kasteel en bestaat uit drie traveeën waarvan de centrale deurtravee in risaliet uitloopt op een klokgevel op voluten door middel van een gekorniste waterlijst verbonden met twee flankerende schoorstenen. De korfboogdeur onder druiplijstje wordt bekroond door een deurvenster waarvoor een klein balkon met ijzeren balustrade.

Voormalige serre en oranjerie van 1865, aangepast circa 1909 en circa 1931 opgesplitst, heden rest enkel nog het meest westelijke deel. Fraaie rechthoekige Victoriaanse serre aan de linkerzijde afgerond en voorzien van een indrukwekkend halfrond dak.

  • Kadaster Vlaams-Brabant, mutatieschetsen Humbeek: 1866/37, 1890/13, 1893/8, 1909/45, 1931/46, 1932/23 en 1936/24.
  • Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen. Inventaris van het cultuurbezit in België. Architectuur, deel 2n, Vlaams Brabant, Halle-Vilvoorde, Gent, 1977, p. 293.
  • SPINAEL, H., Humbeek, vroeger en nu, Kapelle-op-den-Bos, 1967, p. 167-169.

Bron: VAN DAMME M. met medewerking van DEBACKER I. & BOEKSTAL P. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Gemeente Grimbergen, Deelgemeenten Grimbergen, Beigem, Humbeek en Strombeek-Bever, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB4, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs:  Van Damme, Marjolijn
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Van Damme M. 2005: Kasteel Ter Wilder [online], https://id.erfgoed.net/teksten/76491 (geraadpleegd op ).


Kasteel ter Wilder ()

Genaamd naar de sedert 1259 vermelde bezitters; in 1769 wordt het goed eigendom van de familie van den Cruyce die het huidige kasteel bouwt; in 1845 wordt het naar de tijdsmode ingericht.

Classicistisch kasteel van zeven traveeën met twee bouwlagen op een souterrain, afgedekt met een schilddak (pannen), en daterend van circa 1775. Voorgevel horizontaal geleed door zandstenen cordons en verticaal gemarkeerd door een middenrisaliet van drie bouwlagen en drie traveeën, afgelijnd door geblokte pilasters en bekroond met een driehoekig fronton. Hoge rechthoekige beluikte vensters en een rondboogdeur. Recente bijgebouwen tegen de zijgevels. Achtergelegen park.


Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs:  De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: De Maegd C. & Van Aerschot S. 1975: Kasteel Ter Wilder [online], https://id.erfgoed.net/teksten/39285 (geraadpleegd op ).