Genaamd naar de familie Groven, een aan de straat gelegen hoeve op U-vormige plattegrond bestaande uit een schuin ingeplant vrijstaand boerenhuis ten westen en een stal met aanpalende haakse langsschuur ten noorden en oosten; met gras begroeid erf met omlopend kasseien pad geopend naar het zuiden waar zich nog een tweetal kleine vervallen gebouwtjes (nu kippenhok en karrenkot) bevinden. Historische site met reeds bebouwing in de 17de en 18de eeuw (zie Kaartboek van de abdij, 1699 en de Ferrariskaart, 1771-1778). Het boerenhuis en de schuur werden opgetrokken tussen het laatste kwart van de 18de eeuw (zie de Ferrariskaart) en 1821 (Primitief kadasterplan); het boerenhuis mogelijk met behoud van een oudere kern (zie de structuur van de opkamers en het gebinte). Circa 1943 werd de stal gebouwd en een aansluitend volume aan de woning gesloopt.
Pittoreske, grotendeels onderkelderde boerenwoning bestaande uit een gecombineerd breedhuis- en diephuisvolume op een asymmetrische T-vormige plattegrond van één en anderhalve bouwlaag onder verspringende zadeldaken (Vlaamse pannen). Meerdere opkamers in het breedhuisvolume en aan de achterzijde van het diephuisvolume. Witgeschilderde verankerde baksteenbouw op een gepikte plint afgelijnd door een geprofileerde kwartbolle gepleisterde daklijst, geopend door rechthoekige beluikte vensters onder houten lateien en met hardstenen dorpels. Erfgevel met dubbelhuisopstand van één bouwlaag en een later toegevoegde mansardeverdieping geopend in vier traveeën; deuromlijsting met gecementeerde rechtstanden, houten tussendorpel en bovenlicht. De westelijke gevels zijn voorzien van een kunststof bebording. Groen en wit geschilderd houten schrijnwerk: T-vensters met roedeverdeling in het vaste bovendeel en een paneeldeur.
De uitbreiding aan de zuidkant dateert uit de tweede helft van de 20ste eeuw.
Interieur. Drie grote kelders met tongewelf. Merkwaardige indeling met een vijftal ten opzichte van elkaar verspringende opkamers waarvan enkele hun rode gebakken tegelvloer bewaard hebben. Gebinte met pen- en gatverbinding voorzien van twee reeksen telmerken vermoedelijk hergebruikt en uitgebreid (zie meest noordelijke deel) op het einde van de 18de - begin 19de eeuw.
Bakstenen langsschuur onder zadeldak met Vlaamse pannen, nok oodrecht op de straat, verankerd door middel van opvallend grote muurankers. Grote rechthoekige inrijpoorten onder houten latei en segmentboog en getoogde muuropeningen in de langsgevels.
Tijdens de duur van het onderzoek werden alle bijgebouwen gesloopt en het domein verkaveld (2004).
Bron: VAN DAMME M. met medewerking van DEBACKER I. & BOEKSTAL P. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Gemeente Grimbergen, Deelgemeenten Grimbergen, Beigem, Humbeek en Strombeek-Bever, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB4, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Van Damme, Marjolijn
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Van Damme M. 2005: Grovenshoef [online], https://id.erfgoed.net/teksten/76503 (geraadpleegd op ).
Schuin ingeplant en fraai boerenhuis (nok loodrecht op straat) van een hoeve uit de 19de eeuw. Witgekalkte éénlaagse baksteenbouw (Rijnvorm) met gepikte plint en bepleisterde daklijst, afgedekt met een zadeldak (pannen) met schild aan de straatzijde. Beluikte rechthoekige vensters met lekdrempels van arduin en rechthoekige deur. Verbouwde muuropeningen in de dienstgebouwen.
Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs: De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: De Maegd C. & Van Aerschot S. 1975: Grovenshoef [online], https://id.erfgoed.net/teksten/39303 (geraadpleegd op ).