is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Mariapark met kruisweg, lourdesgrot en calvarie
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Lourdesgrot en kruisweg
Deze vaststelling was geldig van tot
Lourdesgrot en kruisweg met calvarie gelegen in het Gravenbos, ten noorden van de Sas- of Kasteeldreef. Opgericht op initiatief van 12 kajotters van Humbeek na hun bedevaart naar Lourdes en ingewijd op 15 augustus 1954 door Monseigneur Cardijn. Religieuze thematuin, circa 1 hectare, aangelegd in 1954-1958.
Monumentale Lourdesgrot met altaar en Marianis in typisch rotsachtig uitzicht. Voorafgegaan door zitbanken en een betonnen schuilhuisje met imitatieboomstammen als pijlers en toegankelijk via een metalen buishek met de letters "A" en "M" (Ave Maria).
De bouw werd toevertrouwd aan professionele ‘rotsbouwkundigen’ of ‘rocailleurs’, de firma Janssens-Van Ostade uit Westmeerbeek, die gespecialiseerd was in bouwwerken en sculpturen van ‘kunstbeton’ (zie plaatje aan de preekstoel) en die ook een groot gedeelte van het Mariapark te Averbode had gebouwd. De monumentale Lourdesgrot in gewapend ‘kunstbeton’ werd ingewijd op 15 augustus 1954 door de stichter van de beweging, monseigneur (later kardinaal) Jozef Cardijn. Het Mariabeeld was in gewijde toestand vanuit Lourdes meegebracht en werd in de daartoe speciaal bestemde nis in de rotswand rechtsboven de grot met het altaar geplaatst, met neonlicht gekroond en omkranst, onder het eveneens in neon cursief uitgevoerde ‘Ave Maria’, aangestaard door een tuinkabouterachtige Bernadette Soubirous.
De in een boog opgestelde zitbanken en een betonnen schuilhuisje met knoestige imitatieboomstammen als pijlers, vormen het functionele meubilair. Achter (ten noordwesten van) de grot bevindt zich de ‘Calvarie’, Christus aan het kruis geflankeerd door Maria en Johannes, het hoogtepunt (ook topografisch want op een heuveltje) van de 'kruisweg’, een circuit waarbij de veertien ‘staties’ worden aangedaan van Jezus’ tocht van het paleis van Pilatus naar de heuvel Golgotha en zijn graf (volgens een in 1751 vastgelegde canon). De meeste ‘lijdenstaferelen’ worden weergegeven door groepen van expressionistische beelden, die stilistisch aan de schilderijen van Albert Servaes herinneren, tegen een summier decor van imitatierots, afgeknotte Dorische zuilen, een ‘Egyptische’ tempelruïne met hiëroglyfen… De merkwaardige levensgrote beeldformaties in steen, koper en beton werden gemaakt door V. Janssens in 1958. De beelden van de Calvarie, de Christus van de graflegging en een bronzen piëta in ‘ronde-bosse’ werden ongetwijfeld van elders gerecupereerd.
Het parkje (ongeveer 1 hectare) werd aangelegd op initiatief van twaalf ‘kajotters’ – leden van de ‘Kristelijke Arbeiders Jongeren’ (KAJ) – uit Humbeek na een massabedevaart naar Lourdes. Het kan omschreven worden als een religieuze thematuin, een type dat vaak voorkomt bij katholieke bedevaartsoorden en, in minder uitbundige vorm, bij kloosters. Stichtelijk en op strategische punten opgesteld beeldmateriaal speelt daarin een dominante rol. Humbeek kan vergeleken worden met, bijvoorbeeld, het ‘Mariapark’ naast de abdij van Averbode, dat vlak voor de Tweede Wereldoorlog werd aangelegd en in een inventaris van “bizarre bouwwerken” in Nederland en België enigszins oneerbiedig als ‘folly’ wordt gecatalogeerd, een begrip dat gezien de connotaties van excentriciteit en aperte nutteloosheid hier niet helemaal op zijn plaats is. Dergelijke parken beantwoordden aan een welomschreven religieus-pedagogisch project, waren bedoeld als decor of drager van een doelgericht ritueel – in het geval van Humbeek een ‘kaarsjesprocessie’ – en kunnen alleen maar excentriek lijken voor iemand die niet vertrouwd is met het ‘rijke Roomse leven’ en de afbeeldingen in schoolhandboeken van ‘gewijde geschiedenis’ van voor het Tweede Vaticaans Concilie.
Een rondpad in roodachtige kiezel – bij een restauratiebeurt rond 1995 nog extra benadrukt door kasseiboorden – doet landschappelijk slingerend de ‘staties’ aan. Een rond, met bielzen omzoomd vijvertje met witte waterlelie (Nymphea alba subsp. alba) en grote lisdodde (Typha latifolia) vormt het middelpunt van de centrale open ruimte. De bielzen, boordstenen en een groot gedeelte van de beplanting verraden de onderhoudsvriendelijke, bonte gemeenteplantsoenen vanaf de late jaren 1960 met treurwilgen (Salix alba ‘Tristis’), Japanse sierkersen (Prunus serrulata), gele haagliguster (Ligustrum ovalifolium ‘Aureum’), Juniperus sabina en in blok gesnoeide massieven van Potentilla fruticosa, Berberis, Lonicera nitida, Forsythia intermedia ‘Spectabilis’… Maar enkele mooie thuja’s, groene en goudbonte (Thuja plicata ‘Zebrina’), de door zomerlinden (Tilia platyphyllos) gevormde ‘exedra’ achter de Calvarie en doorgeschoten hagen van taxus (Taxus baccata) laten vermoeden dat de oorspronkelijke beplanting enigszins verschilde van de huidige. De muurtjes in breuksteen, de flagstonepaden en de betonnen knoestbalkarchitectuur van het schuilhuisje verwijzen naar de bron waaruit de firma Janssens haar inspiratie putte: de ‘Nouveau Jardin Pittoresque’ van het interbellum.
Deze tekst is een samenvoeging van volgende twee teksten:
Auteurs: Deneef, Roger; Van Damme, Marjolijn
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
't Sas
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Mariapark met kruisweg, lourdesgrot en calvarie [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/76516 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.