Kasteel Hoogpoort, met dominerende hoogteligging te midden van een omhaagd park, in een bocht van de weg; aan de straatzijde ten oosten van het kasteel liggen de gerenoveerde hoevegebouwen uit het begin van de twintigste eeuw, geregistreerd op het kadaster in 1909 gelijktijdig met het huidige kasteel; rechts van de hoeve ligt de toegang tot het domein; tussen het kasteel en de hoeve bevindt zich een oude vleugel met traditionele kern, als overblijfsel van het oude "Hof te Hoogpoort" doch heden sterk aangepast en gerenoveerd.
Al in 1620 is er sprake van "thoff te hoohhpoorte". Op een figuratieve kaart van 1718 is er duidelijk een poortgebouw te zien met een duiventoren boven de inrijpoort, waaraan vermoedelijk de benaming werd ontleend. In de achttiende eeuw was het hof in het bezit van de familie Leyniers, een Brusselse tapijtweversfamilie die het liet verbouwen tot "speelhuys".
In 1909 werd op het kadaster een nieuw kasteel geregistreerd, dat naar verluidt al in 1935 werd uitgebreid met twee traveeën links en rechts, zoals trouwens ook duidelijk blijkt uit een oude prentkaart; tegelijkertijd werden de gevels voorzien van een beraapte bepleistering.
De toegang bestaat uit arduinen pijlers met een eenvoudig lijstkapiteel, waartussen een ijzeren hek met pijlpunten.
Neoclassicistisch kasteel op licht U-vormige plattegrond, uit het begin van de twintigste eeuw. Beraapt en beschilderd complex van twee bouwlagen onder gecombineerde, leien schilddaken met verspreide dakkapellen onder driehoekige frontonbekroning en oeils-de-boeuf onder gebogen kroonlijst. Aangezien het kasteel is ingeplant op een sterk hellend terrein manifesteert de vooraan zichtbare kelder zich achteraan als een souterrain met parement van blauwe hardsteen en rechthoekige, getraliede keldervensters. De overigens vrij sober uitgewerkte lijstgevels worden gemarkeerd door contrasterende, geblokte hoekpilasters van natuursteen en een klassiek, omlopend hoofdgestel. De rechthoekige muuropeningen zijn gevat in een geprofileerde omlijsting van natuursteen. Zuidoostelijke gevel met een hoger oplopend, centraal inkomrisaliet, voorafgegaan door een kleine bordestrap en bekroond door een driehoekig fronton. De als rechthoekige erker uitgewerkte inkom vertoont een rechthoekige deur geflankeerd door driekwartzuilen, ter ondersteuning van het balkon van de bel-etage.
De achtergevel wordt gemarkeerd door gevelbrede balkons met balusterafsluitingen gevat tussen de haakse vleugels.
De oude vleugel met traditionele kern als overblijfsel van het oude hof, werd meermaals verbouwd en in de loop van de twintigste eeuw voorzien van een nieuw bakstenen parement. De huidige constructie omvat één bouwlaag onder leien zadeldak met in de zuidwestelijke hoek een verankerde, torenvormige travee van twee bouwlagen onder leien schilddak; hier verwijzen de hoekkettingen, steigergaten, muurbanden en kwarthol geprofileerde dagkanten, alle van zandsteen, naar de traditionele kern; een bijkomende referentie aan de bouwperiode vormt de cartouche met jaartal 1650 of 1659 in de zuidoostelijke gevel, waar trouwens ook sporen zijn van een gedichte poort. Rechthoekige deur in zandstenen omlijsting met kwarthol beloop, sluitsteen en kroonlijst als resultaat van de verbouwing op het einde van de achttiende eeuw.
Bron: KENNES H. met medewerking van VAN DAMME M. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Gemeente Asse, Deelgemeenten Asse, Bekkerzeel, Kobbegem, Mollem, Relegem en Zellik, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB6, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Kennes H. 2005: Kasteel Hoogpoort [online], https://id.erfgoed.net/teksten/76667 (geraadpleegd op ).
In een fraai aangelegd domein op een helling die de omgeving beheerst, U-vormig kasteel in neoclassicistische stijl met twee bouwlagen op een souterrain, waarvan het middendeel, daterend uit 1880-1890, in dezelfde stijl vergroot werd in 1935; tezelfdertijd werden alle gevels voorzien van een beraapte bepleistering.
Het tuinhuis heeft een traditionele kern, verbouwd einde 18de eeuw en in de loop van de 20ste eeuw bekleed met een nieuwe gevelsteen. Eenlaags gedeelte van twee traveeën voorzien van een torenachtige travee met twee verdiepingen. De begroeiing met wilde wingerd bemoeilijkt een duidelijke lezing van de gevels, naar verluidt gedateerd 1690, wat niet kon worden nagegaan. Tot dit jaartal kan de kern behoren, waarvan zandstenen kruisvensters met vernieuwde arduinen kruisen, de sporen van een gedichte poort, en de laatgotisch geprofileerde schouw binnenin zichtbaar zijn. De zandstenen deur met geprofileerde omlijsting en sleutel, en de trap met uitgewerkte trappaal dateren van de aanpassing uit einde 18de eeuw.
Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs: De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: De Maegd C. & Van Aerschot S. 1975: Kasteel Hoogpoort [online], https://id.erfgoed.net/teksten/39358 (geraadpleegd op ).