Eertijds een gesloten hoevecomplex dat in kern mogelijk opklimt tot het laatste kwart van de achttiende eeuw; er is nog geen bebouwing zichtbaar op de Ferrariskaart van 1771-1777, maar volgens de inventarisgegevens van 1972 voorheen met jaartal 177(?). Na onderzoek van de mutatieschetsen blijkt dat in het midden van de negentiende eeuw enkel de noordelijke vleugel met het huidige woongedeelte bestond; voortgaande op de literatuur zouden Frans Jozef Verhassel en Maria Johanna Vermeeren die aanvankelijk de neerhoeve van het nabijgelegen Hoogpoortkasteel uitbaatten, nummer 6, hier omstreeks 1820 een eigen hoeve bouwen van het langgestrekte type; de kadastrale leggers maken in 1855 melding van een "agrandissement"; voortgaande op de mutatieschetsen betrof het de westvleugel en een L-vormige oostvleugel, circa 1894 werd het complex nogmaals uitgebreid zodat een gesloten hoeve ontstond. Bij de herinventarisatie in de zomer van 2003 was het ensemble gedeeltelijk ingestort en sterk vervallen, bovendien ontoegankelijk vanwege het instortingsgevaar.

Gesloten hoeve daterend uit het einde van de 18de of het begin van de 19de eeuw, doch het jaartal 177. wijst op een oudere kern; het pachthof wordt trouwens sedert 1728 vermeld.

Witgekalkte bakstenen gebouwen onder zadeldaken (pannen), geplaatst rondom de vierkante, geplaveide binnenplaats. Links van de inrijpoort, anderhalf hoog boerenhuis voorzien van rechthoekige muuropeningen met boven- en onderdorpels van arduin. Haaks op het boerenhuis, fraaie korfboog van baksteen met uitspringend pilastertje rechts. In de stal tegenover de woning, uitgespaarde korfboog van baksteen waarin een arduinen armpomp. Links van de ingang, een dwarsschuur met ouder, hergebruikt gebint. Rechts van de ingang, met steunberen geconsolideerd hoevegebouw met onleesbaar jaartal ...9 ingegrift in de zijgevel.