Landhuis "Vijverbeek", gebouwd in opdracht van de familie Goossens in het laatste kwart van de negentiende eeuw, ingetekend op het kadaster in 1885; de benaming werd ontleend aan het plaatselijke toponiem dat reeds vermeld wordt in 1437 in het Cartularium van de abdij van Affligem; vanaf 1904 in handen van burgemeester Leo de Coster (1854-1928) die het domein stelselmatig wist uit te breiden via diverse aankopen; in 1947 werden het kasteel en de bijhorende gronden verkocht aan de Belgische staat en werd hier een rijksmiddelbare school voor meisjes en jongens gestart; aanvankelijk vonden de leerlingen een onderkomen in het voormalige landhuis; op 20 mei 1950 werd de eerste steen gelegd van een nieuw scholencomplex, waar naast de twaalf klaslokalen ook plaats was voor een administratief gebouw, een overdekte speelplaats en een turnzaal; het landhuis werd toen ingericht als internaat en het terrein werd door meerdere aankopen geleidelijk verder uitgebreid; nu is het uitgestrekte domein ten westen van de Nieuwstraat met inbegrip van het landhuis volledig ingepalmd door het Koninklijk Atheneum (Gemeenschapsonderwijs Campus Vijverbeek). Het kasteeltje zal vanaf 1 september 2005 een onderkomen bieden aan de kunstacademie.
Neotraditioneel getinte baksteenbouw op rechthoekige plattegrond van vijf traveeën en drie bouwlagen onder leien schilddak met ijzeren nokbalustrade; verspreide dakkapellen met houten windborden. Onderkelderde constructie, aan de vier zijden voorzien van een lijstgevel met eigentijdse sierankers, op een onderbouw van blauwe hardsteen met getraliede, rechthoekige keldervensters met geknikte bovenhoeken. Contrasterende verwerking van natuursteen voor de vensteromlijstingen met hoekblokken, de hoekkettingen en de muurbanden. De symmetrisch opgebouwde voorgevel wordt gemarkeerd door een centraal, getrapt inkomrisaliet (zes treden + topstuk) dat wordt voorafgegaan door een bordestrap met balusterleuning, de achtergevel door een vijfzijdige erker. Het geheel krijgt een licht horizontaal accent door het gebruik van muurbanden, doorgetrokken lekdrempels op de bovenste verdieping en een omlopende houten kroonlijst op klossen. Overwegend steekbogige muuropeningen; op een aantal plaatsen, onder meer de begane grond, wordt de steekboogvorm verbroken door een latei van blauwe hardsteen; bewaard schrijnwerk.
De oorspronkelijke plattegrond vertoonde over de gehele diepte van het huis een centrale hal, later ingericht als leerlingenrefter; links lagen de eetkamer en salon, later refter voor de leerkrachten en TV-zaal, rechts een ontvangstruimte, later kantoor van de internaatbeheerder en twee kleinere ruimten die naderhand werden ingericht als kantoren. De verdiepingen vertoonden een gelijkaardige indeling met de centrale hal ingericht als wasplaats, omgeven door slaapruimten. Van de oorspronkelijke interieurelementen resten slechts een tweetal marmeren schouwen, onder meer in de achterplaats links waar de boezem neorenaissance-elementen vertoont, daarmee aansluitend bij de lage lambrisering.
Neotraditioneel getinte conciërgewoning ten noordoosten; L-vormige baksteenbouw van één bouwlaag onder leien zadeldak met getrapt dakvenster en zijtrapgevel links; torenvormige travee rechts. Overwegend steekbogige muuropeningen in een vlakke omlijsting van blauwe hardsteen en imitatie(?)natuursteen, deels rechthoekige met rechtstanden van natuursteen; eigentijdse sierankers.
Aangepast interieur.
- Kadaster Vlaams-Brabant, mutatieschetsen Asse, afdeling I, 1885/13.
- BERCKMANS G., Kastelen, Herenhuizen en Landhuizen te Asse in de tweede helft van de XIXde eeuw, kunsthistorische beschrijving en analyse, Onuitgegeven licentiaatsverhandeling Kunstgeschiedenis en Oudheidkunde, Gent, 1986, p. 150-171.
- OCKELEY J., Het Staatsdomein "Vijverbeek", in Ascania, jaargang 15, nummer 3, 1972, p. 76-97.