Eclectische villa met art-nouveaureminiscenties, voorheen met een voortuintje dat aan de straat was afgesloten door een ijzeren hek. De naamgeving werd ontleend aan de centrale, torenvormig uitgewerkte travee, zie de bouwaanvraag en een oude prentkaart waar deze travee wordt afgedekt door een hoog, uitgewerkt tentdak dat na de Tweede Wereldoorlog vervangen werd door een plat dak. De villa werd in opdracht van advokaat Alfred Goossens opgetrokken in 1910 naar een ontwerp van architect Th. Présiaux uit Lede, zie bouwaanvraag, en kadastraal ingetekend in 1912. Dr. Léon Goossens, broer van de bouwheer, woonde in het aangrenzende nummer 27.

Onderkelderde L-vormige constructie van twee bouwlagen met in de oksel een torenvormig uitgewerkte travee van drie bouwlagen; gecombineerde leien bedaking met ijzeren vorstkam en tot tuitgeveltjes uitgewerkte dakkapellen. Een geaccentueerde polychromie wordt bekomen door de verwerking van contrasterende materialen als breuksteen voor de onderbouw, bruine natuursteen voor de hoekketingen, blauwe hardsteen voor tussenstijlen en diamantkopstenen, witgeglazuurde baksteen voor het parement dat bovendien horizontaal geritmeerd wordt door muurbanden van groengeglazuurde baksteen en waterlijsten van blauwe hardsteen. De art-nouveaureminiscenties komen vooral tot uiting in de uitwerking van de gevarieerde boogvormige muuropeningen met vernieuwd schrijnwerk. Klassiek hoofdgestel als gevelaflijning.

Gedeeltelijk bewaard interieur uit de bouwperiode met fraai gedecoreerde voorplaats links: rijkelijk uitgewerkt, omlopend stuclijstwerk en een witmarmeren schouw met op de boezem een medaillon met putti; in de achterplaatsen nog twee marmeren schouwen, terrazzovloer afgezet met een mozaïekband van bloemmotieven in de hal; rechterdeel omgevormd tot meerdere wooneenheden.