Teksten van Hoeve Hoge Kamer

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/76747

Herberg Hoge Kamer ()

Zogenaamde Hoge Kamer, benaming die zou ontleend zijn aan de vroegere herberg die hier gevestigd was. Het parallel aan de straat gelegen, vrijstaande geheel, voorheen een hoeve en herberg met kleine brouwerij, bestaat uit drie onderscheiden delen: een centraal woongedeelte met rechts de Hoge Kamer en links een negentiende-eeuws dienstgebouw. Het ensemble werd beschermd bij Koninklijk Besluit van 24 januari 1985, gevolgd door algemene restauratiewerken in de periode 1994-1995 naar ontwerp van architect Wim Verdoodt. De omgeving werd beschermd als dorpsgezicht bij Besluit van dezelfde datum.

Tot vandaag zijn de historische gegevens vrij schaars. Het oudst bekende jaartal in verband met de Hoge Kamer is 1643; bij het verwijderen van oude verflagen kwam dit jaartal immers aan het licht op de houten balk boven de gotische schouw. Bouwhistorisch onderzoek naar aanleiding van de restauratie naar ontwerp van architect Wim Verdoodt laat vermoeden dat het links aansluitende woongedeelte nog ouder is en opklimt tot de periode 1620-1640; vanuit deze optiek zou ook te verklaren zijn waarom de Hoge Kamer zelf geen voordeur heeft. Beide delen zijn in ieder geval niet gelijktijdig gebouwd zoals onder meer blijkt uit het verschil in baksteen.

Verankerde baksteenbouw met witbepleisterde lijstgevels op gepikte plint: het centrale woongedeelte van drie traveeën en één bouwlaag onder vernieuwd leien zadeldak, is vermoedelijk het oudste gedeelte, in kern opklimmend tot vóór 1643. Herstelde zandstenen kruiskozijnen, getralied en beluikt en voorzien van dubbele ontlastingsboogjes; rondboogdeurtje in herstelde, zandstenen omlijsting met sluitsteen en imposten; naar voormalig uitzicht vernieuwd schrijnwerk. Het gebogen dakvenster, zichtbaar op oude foto's van circa 1900, werd opnieuw aangebracht. Rechts aansluitend de Hoge Kamer, opgevat als een onderkelderd breedhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder steil, leien zadeldak tussen aandaken met schouderstukken en vlechtingen; gelijkaardige kruiskozijnen op de verhoogde begane grond; houten kruiskozijn op de verdieping. De noordoostelijke zijgevel zou circa 1935 volledig vernieuwd zijn zoals vóór de restauratie ook bleek uit het verschil in baksteen.

Gezien de zeer slechte bouwfysische toestand werd een groot deel van de muren herbouwd tijdens de restauratie.

Inwendig bleef de vroegere hoofdindeling behouden en de aanwezige, rode tegelvloeren werden hersteld. De Hoge Kamer omvat een gerestaureerde, gotische schouw op de benedenverdieping en moerbalken op sloffen met zaagtandmotief op de bovenverdieping. Kelder met tongewelf.

Het linkse dienstgebouw van drie traveeën en één bouwlaag onder zadeldak van Vlaamse pannen klimt op tot de eerste helft van de negentiende eeuw en wordt gemarkeerd door rechthoekige muuropeningen onder houten latei. De oorspronkelijk vrij gesloten achtergevels kregen bij de jongste restauratie bijkomende muuropeningen.

  • Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten & Landschappen, Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg Vlaams-Brabant, Monumenten en Landschappen, Restauratiedossier Hoge Kamer.

Bron: KENNES H. met medewerking van VAN DAMME M. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Gemeente Asse, Deelgemeenten Asse, Bekkerzeel, Kobbegem, Mollem, Relegem en Zellik, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB6, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs:  Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Kennes H. 2005: Hoeve Hoge Kamer [online], https://id.erfgoed.net/teksten/76747 (geraadpleegd op ).


Boerenhuis ()

Boerenhuis (nok evenwijdig aan de straat), een "hoge kamer" uit de 17de eeuw en dienstgebouw in het verlengde uit de 19de-20ste eeuw. D. De Grave vermeldt een vanouds gekende herberg "In de hoge Kamer" en geeft een opschrift "Dit is gebouwd naar brouwers zin en daar heeft niemand sprekers in", wat ter plaatse niet kon worden nagegaan.

Torenachtige hoge kamer (rechts) met twee bouwlagen en een scherp zadeldak (mechanische pannen); witgekalkte baksteenbouw met gepikte plint en gebruik van zandsteen voor de omlijstingen; begane grond voorzien van drie kruisvensters met tralies, luiken en een dubbele bakstenen ontlastingsboog; een houten kozijnvenster in de bovenbouw. In de haast gesloten achtergevel, barsten en scheuren duidend op de slechte toestand. Zijpuntgevels (de rechter werd vernieuwd) afgewerkt met bakstenen vlechtingen, schouder- en topstukken. Links, eenlaags woongedeelte van drie traveeën met steil zadeldak (mechanische pannen) uit de 17de eeuw; twee zandstenen kruisvensters met uitspringend middenkalf, luiken, tralies en dubbele gestrekte ontlastingsboogjes; rondboogdeur met kwartholle neg, negblokken, uitspringende imposten en met een korte druiplijst bekroonde sluitsteen. Dienstgebouw van baksteen met zadeldak (pannen) zonder belang.


Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs:  De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: De Maegd C. & Van Aerschot S. 1975: Hoeve Hoge Kamer [online], https://id.erfgoed.net/teksten/39345 (geraadpleegd op ).