Voorheen brouwerij "Den Hert", nu "Brouwerij Mort-Subite", één van de weinige nog actieve lambikbrouwerijen.
Volgens de meest recente gegevens zou er al in 1604 sprake zijn van een brouwerij met pachthof die tot 1694 eigendom was van een zekere Joris Van der Hasselt; in 1721 werd er gebrouwen door de familie Bastaerts; door huwelijk en nalatenschap kwamen de brouwerij en het bijhorende pachthof via Jan Baptist Bastaerts (1787-1869) in 1869 in het bezit van Felix Jan De Keersmaeker (1840-1912) wier afstammelingen zich zouden toespitsen op de artisanale productie van geuze en lambik "Mort Subite". Bij het begin van de twintigste eeuw telde de boerderij 44 hectare weiland en akkers, negen paarden en een dertigtal runderen; daarmee was het één van de grootste landbouwbedrijven uit de omgeving; de brouwerij produceerde toen lambik met gerst, tarwe en hop van eigen gewin. Ondanks de dalende verkoop van lambik en geuze in de jaren 1930 werden circa 1936 nieuwe koperen brouwketels gekocht; aangezien ze niet onmiddellijk werden geplaatst konden ze tijdens de oorlogsjaren verborgen worden; na de oorlog werden de ketels opgesteld in een nieuw gebouw dat in 1950 in gebruik werd genomen; de plannen hiervoor werden al opgemaakt in de jaren 1930, maar werden omwille van de oorlog niet dadelijk uitgevoerd. De uitbating van de hoeve werd stopgezet en geleidelijk kwam de brouwerij opnieuw tot bloei. In 1989 werd een samenwerkingsakkoord gesloten met de Alken-Maesgroep en in 2001 werd de brouwerij volledig opgenomen in deze groep.
Beeldbepalend bedrijfscomplex met brouwzaal en bijhorende brouwerswoning uit de jaren 1940, gelegen op de hoek met de Lepperstraat; enkele brouwerij- en hoevegebouwen,waarvan de oudste gedeelten opklimmen tot de tweede helft van de negentiende eeuw, doch grotendeels daterend uit de eerste helft van de twintigste eeuw, bleven bewaard maar grondig aangepast en zijn nu gedeeltelijk buiten gebruik.
Functionele baksteenarchitectuur met karakteristiek gebruik van gele baksteen voor het gevelparement van de constructies van de jaren 1940, op het kadaster ingetekend in 1943; de brouwerswoning wordt bovendien gemarkeerd door meerdere erkers, een balkon en oculi, eigen aan de ontwerpperiode; het gebouw waar de brouwzaal is ondergebracht vertoont vier bouwlagen onder plat dak en wordt gekenmerkt door rechthoekige vensterregisters van verschillende formaten. Onderaan bevindt zich de brouwzaal met de koperen brouwketels aangekocht in 1936 en vervaardigd door Atelier F. d'Hondt (Bruxelles), zie opschrift; hogerop liggen de betonnen silo's uit de bouwperiode en de schouwen van de brouwketels; op de derde bouwlaag staat de ijzeren putwaterbak en een oude graanpletmolen (LMS, Jupille-Liège-Belgique), terwijl het hoogste niveau de openingen van de silo's omvat. De oude stallen ten noordoosten zijn momenteel ingericht als administratieve ruimten en omvatten nog de oorspronkelijke troggewelfjes op ijzeren zuiltjes; de stallen verder ten noordoosten zijn momenteel in gebruik als opslagruimte.
- Gegevens verstrekt door Bruno Reinders, plantmanager van de NV Brouwerij Mort-Subite.
- Kadaster Vlaams-Brabant, mutatieschetsen Asse, afdeling IV (Kobbegem), 1865/8, 1943/6.
- CELS J., Het mysterie van de geuze, Zellik, 1992, p. 89-107.