Georiënteerd, classicistisch zaalkerkje van 1759-1760 met ommuurd (ten dele baksteen, ten dele breuksteen), omringend kerkhof. De kerk werd beschermd als monument bij Besluit van 10 januari 1980, het orgel bij Besluit van 21 augustus 1979. De kerk maakt bovendien deel uit van het bij Koninklijk Besluit van 10 januari 1980 beschermde dorpsgezicht in Bollebeek-centrum.
Vóór de twaalfde eeuw maakte Bollebeek deel uit van een oud domein van de abdij van Nijvel; volgens J. Verbesselt stichtte de abdij hier in de tiende eeuw een parochie toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw; in 1117 verwierf de abdij van Vorst, dochterklooster van Affligem, het patronaatsrecht en dit tot het einde van het ancien régime. Volgens een afbeelding uit het kaartboek van Vorst van 1632 had het toenmalige kerkje vermoedelijk een romaans uitzicht met een klein rechthoekig koor en een romaanse toren. De huidige kerk werd gebouwd in 1759-1760, vermoedelijk met hergebruik van de zandsteen van de oude kerk voor de toren en westgevel. Volgens J. Ockeley, die zich baseert op kerkrekeningen, ging het om een volledig nieuwe bouw, vermoedelijk naar ontwerp van de Brusselse bouwmeester Carolus Everaert. Op 23 juni 1776 werd de kerk plechtig geconsacreerd.
De plattegrond vertoont een eenbeukig schip van vier traveeën met ingebouwde westertoren en een driezijdige koorsluiting met omlopende, latere annexen waaronder de sacristie en een bergruimte, gebouwd na 1860 vermits ze nog niet aanwezig zijn op de Poppkaart. De kerk werd volledig opgetrokken uit baksteen met verwerking van witte zandsteen uit Steenokkerzeel voor de westgevel, de toren, de onderbouw en de hoekkettingen. Leien zadeldak, driezijdig afgewolfd boven het koor.
De vrij zwaar verankerde westgevel wordt centraal gemarkeerd door de ingebouwde, vierkante toren van vier geledingen onder een ingesnoerde leien naaldspits; onderaan een rechthoekige poort in een zware rondboogomlijsting van blauwe hardsteen met vernieuwde rechtstanden met kwarthol beloop en geprofileerde waterlijst met gestrekte uiteinden; de in de jaren 1970 nog aanwezige ruitvormige roeden van het bovenlicht zijn heden verdwenen en vervangen door glas in lood. Onderaan rechts ingemetselde jaarsteen 1759. Hogerop een gevelsteen met het wapenschild van toenmalige abdis Marie-Françoise de Landas, zie initialen MFDL, en jaartal 1759; twee in grootte verschillende rondboogvensters in een omlijsting van blauwe hardsteen. De bovenste geleding vertoont aan elke zijde een rondbogig galmgat. Schip met vrij strakke noord- en zuidgevel van baksteen op afgeschuinde zandstenen sokkel. Rondboogvensters in een omlijsting van blauwe hardsteen, met uitzondering van de torentravee waar zandsteen werd gebruikt. Blind koor gemarkeerd door hoekkettingen en nagenoeg volledig ingebouwd door de latere annexen, waar de zandstenen onderbouw en hoekkettingen herhaald worden. Voorts steekbogige muuropeningen ten dele in een geprofileerde omlijsting van blauwe hardsteen; ter hoogte van de kopgevel van het koor een gietijzeren Christus aan het kruis, gedateerd 1891, tegen een iets hoger oplopende gevelpartij met driehoekig pseudo-fronton.
Bepleisterd en beschilderd interieur met kruisribgewelven gescheiden door gordelbogen die neerkomen op pilasters. Omlopende lambrisering met Lodewijk XV-reminiscenties uit de bouwperiode, met ingebouwde biechtstoelen en preekstoel.
Op enkele oudere stukken na dateert nagenoeg het hele mobilair uit de bouwperiode.
Schilderijen: Heilige Jacobus, zijluik van een drieluik, begin zeventiende eeuw; Bekoring van de Heilige Antonius, circa 1760; Heilige Rochus van Montpellier, circa 1760; Aanbidding van de drie Wijzen, achttiende eeuw; altaarstuk Calvarie met Maria Magdalena, negentiende eeuw.
Beeldhouwwerk: Sint-Anna-ten-Drieën, tweede helft zestiende eeuw, vernieuwd gepolychromeerd hout; Heilige Antonius abt, eerste helft zeventiende eeuw, vernieuwd gepolychromeerd hout; Heilige Apollonia, eerste helft zeventiende eeuw, gepolychromeerd hout; Heilige Rochus van Montpellier, eerste helft negentiende eeuw, gepolychromeerd hout; beeldengroep Onze-Lieve-Vrouw met kind overhandigt de rozenkrans aan de Heilige Dominicus, tweede helft negentiende eeuw, gepolychromeerd hout.
Meubilair: barok portiekaltaar van gemarmerd hout, circa 1760; koorgestoelte, communiebank, heden verbouwd tot altaar, preekstoel en biechtstoelen, alle van eik en daterend uit de bouwperiode; arduinen doopvont met deksel van messing, circa 1760. Eiken lambrisering met heiligenmedaillons, circa 1760.
Orgel uit de periode 1835-1850, F. Loret-Vermeersch: originele orgelkast. Naamplaatje boven het klavier met opschrift: "PAR BREVET D'INVENTION/ F.LORET - VERMEERSCH/ A. St-NICOLAS/ fabrique d'orgues d'église/ fabrik van kerkorgels".
Bron: KENNES H. met medewerking van VAN DAMME M. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Gemeente Asse, Deelgemeenten Asse, Bekkerzeel, Kobbegem, Mollem, Relegem en Zellik, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB6, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Kennes H. 2005: Parochiekerk Sint-Antonius met ommuurd kerkhof [online], https://id.erfgoed.net/teksten/76823 (geraadpleegd op ).
Afhankelijk van de abdij van Vorst sinds de 13de eeuw; parochiekerk sinds 1533, maar toen nog bediend door de pastoor van Kobbegem (tot de 19de eeuw).
Kleine dorpskerk met ommuurd kerkhof, ingeplant in de as van de ombuigende baan Asse-Bollebeek, die er juist een tweesprong vormt met aftakking naar Zellik.
Classicistisch zaalkerkje met ingebouwde westtoren en drie traveeën met driezijdige apsis, blijkbaar gebouwd in 1759 en ingewijd in 1760 door aartspriester A. de Brunyn; mogelijke integratie en aanpassing van andere bouwonderdelen (13de eeuw?): zandstenen westtoren met aanleunende zijbeukgevels. Jaartal 1759, onderaan rechts van het portaal. Latere(?) sacristieën ten oosten (midden 19de eeuw).
Baksteenbouw met gebruik van zandsteen en arduin voor de gedeelten uit het derde kwart van de 18de eeuw. Vrij slanke vierkante westtoren geflankeerd door de aangepaste aandaken van de zijbeuken - bewaarde schouderstukken -; klein en vrij regelmatig zandsteenverband; later aangebrachte muurankers.
Korte ingesnoerde naaldspits (leien); de bovenbouw zou zijn afgeschoten tijdens de Eerste Wereldoorlog. De mogelijk oudere kern is moeilijk te situeren wegens de grondige verbouwing van alle muuropeningen: arduinen rondboogportaal met nauwelijks merkbare classicerende inslag: geriemd kwarthol beloop op iets meer uitgesproken neuten, volutensluitsteen onder een vrij strak uitgewerkte waterlijst. Waaier met metalen roedeverdeling (19de eeuw). Bekronende wapensteen met verweerd opschrift MFDL, van de toenmalige abdis van Vorst, Maria Francisca de Landas (1757-1760).
Steekboogvormig west- en bovenvensters, beide in een geprofileerde omlijsting. Een hoog rondboogvormig galmgat per wand (blijkbaar resulterend van een aanpassing, gelet op bouwnaden en verspringingen in het metselverband).
Noord- en zuidgevels, op een doorlopende afgeschuinde sokkel van zandsteen. Klein rondboogvenster in de eerste westtravee en voorts geriemde arduinen rondboogvensters.
Blinde apsis, afgelijnd door regelmatige hoekstenen; leien zadeldak met driezijdige afwolving aan de oostkant.
Aangebouwde sacristie onder schilddak, gemarkeerd door een driehoekig fronton. Binnenin bewaart de toren blijkbaar evenmin duidelijke en onmiddellijk zichtbare sporen van de oudere kern; een uitzondering hierop vormen wellicht een kwartrond korbeel en een gotisch getint wijwatervat (zuidwand).
Brede en gedrongen ruimte, amper geritmeerd door de gemarmerde Toscaanse pilasters die de gordelbogen van het ingedrukte gewelf opvangen; de bijkomende pseudo-ribben steunen op verjongende kraagstenen die nog net boven de korte dekplaatzijden konden worden aangebracht.
Mobilair. Zijwanden volledig bekleed met lambriseringen, (tweede helft 18de eeuw), met aangebouwde kansel (derde, vierde kwart 18de eeuw) en ingebouwde biechtstoel met Louis XV-inslag (derde kwart 18de eeuw);
Zwaardere koorversiering: portiekaltaar met laatbarokke reminiscenties en meer versierde lambriseringen met ingewerkte schilderijen, onder meer "Genezing van Sint-Rochus". Fraai houtwerk van de westwand onder het doksaal (laatste kwart van de 18de eeuw, eerste kwart 19de eeuw?);
Sint-Anna-ten-Drieën, laatgotisch houten beeld (16de eeuw) met neogotische polychromie 19de-eeuwse grafplaten en kruisen tegen de kerkgevels; in de vloer vóór het westportaal, verscheidene oudere grafstenen, onder meer van N. van der Hasselt (+ 1727 en Anna Van Mulders (+ 1721).
Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs: De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: De Maegd C. & Van Aerschot S. 1975: Parochiekerk Sint-Antonius met ommuurd kerkhof [online], https://id.erfgoed.net/teksten/39390 (geraadpleegd op ).