Resterende helft van een geheel van twee gekoppelde burgerhuizen in eclectische stijl, volgens de bouwaanvraag van 1905 opgetrokken door Petrus Huygels-Van Humbeeck. Deze aannemer en bouwondernemer, was actief in de privé-woningbouw in Antwerpen sinds de jaren 1880, zowel voor eigen rekening als voor derden. Mogelijk tekende hij zelf de bouwplannen, zoals bij zijn bouwprojecten doorgaans het geval lijkt te zijn geweest. Meer prestigieuze vastgoedoperaties, zoals de twee gekoppelde herenhuizen die Huygels-Van Humbeeck enkele jaren later in de Van Putlei realiseerde, liet hij ontwerpen door architect Ernest Stordiau. Van het oorspronkelijke geheel werd het hoekhuis met de Desguinlei al in 1969 gesloopt, voor de bouw van een appartementsgebouw. Het resterende pand is vandaag geïntegreerd in het nieuwbouwcomplex van een bankgebouw, ontworpen door het Architectenbureau Frank Van Laere in 2001 en voltooid in 2004. Bij deze operatie bleef van het bestaande gebouw vermoedelijk enkel de voorgevel intact, die tot model diende voor de uitbreiding. De compositie van het nieuwe gevelfront herhaalt de bestaande gevel in spiegelbeeld, verbonden door een inkomportaal.
Oorspronkelijk was de rijwoning van het halfopen type, met een gevelbreedte van drie traveeën aan de straat, en drie bouwlagen hoog onder een mansardedak. Het gesloopte hoekpand was van het zelfde type in spiegelbeeld, met slechts beperkte variaties in de gevelopstand. De lijstgevel heeft een parement uit natuursteen op een arduinen plint. Symmetrisch van opbouw legt de compositie de klemtoon op het middenrisaliet, dat op de bel-etage wordt gemarkeerd door een rechthoekige erker met een smeedijzeren balkon en een dakkapel. Boven de gedrukte en geboste pui, worden beide hoofdverdiepingen nadrukkelijk belijnd door een klassiek hoofdgestel. Het geveldecor vermengt elementen van het neoclassicisme zoals de geprofileerde vensteromlijstingen, met neorenaissance-ornamenten zoals wortelmotieven op de erker, een maskerkop- en diamantkopsleutels, en in de fries een rolwerkcartouche en arabesken.
Oorspronkelijk beantwoordde de plattegrond aan de typologie van de bel-etagewoning, die over de volledige breedte wordt opgedeeld door de traphal. De begane grond bood onder meer ruimte aan de vestibule en de keuken, daar waar het salon en de eetkamer de bel-etage innamen, en de slaapkamers de tweede verdieping.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1905#2577 en 86#10615.