Teksten van Geheel van twee eclectische burgerhuizen

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7692

Geheel van twee eclectische burgerhuizen ()

Geheel van twee burgerhuizen in eclectische stijl, gebouwd in opdracht van de bankier Jules Stappers, naar een ontwerp door de architecten August Cols en Alfried Defever uit 1901. Individueel geconcipieerd en van een verschillend type, was het voorname nummer 115 vermoedelijk bestemd als privé-residentie van de bankier, en het meer bescheiden nummer 117 voor verhuur. Stappers was ook eigenaar van het aanpalende burgerhuis, dat hij in 1908 liet moderniseren naar een ontwerp door de beginnende architect Alfred Portielje.

August Cols en Alfried Defever, die van 1899 tot minstens 1912 een gezamenlijke praktijk voerden, lieten zich in hun beginjaren opmerken door een opvallende reeks burgerhuizen in Zurenborg, alle voor rekening van de Naamlooze Maatschappij voor het Bouwen van Burgershuizen in het Oostkwartier, waarbij zowel de art-nouveau-, neo-Grec- als neorococostijl op uitbundige wijze werden toegepast. Ook ontwierpen zij het kantoorgebouw in de Grotehondstraat waar de bouwmaatschappij zich vanaf 1902 vestigde. Voor de hotels Stappers bedienden zij zich van een aan renaissance en barok ontleend idioom, dat in nummer 115 een monumentale allure aanneemt.

Nummer 115

Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. De lijstgevel onderscheidt zich door een verzorgd parement uit witte natuursteen, met gebruik van blauwe hardsteen voor de bewerkte plint, bossage, waterlijsten en lekdrempels. Nadrukkelijk horizontaal geleed door waterlijsten, balustraden en kordonvormende lekdrempels, legt de compositie de klemtoon op het middenrisaliet. Dit laatste wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een Toscaanse driekwartzuilen, pilasters, voluten, en een balkon met uitgelengde acanthusconsoles, een doorgetrokken balustrade en siervazen. Een zwaar aangezet, door trofeeën met fakkel geflankeerd aediculavenster, accentueert de tweede verdieping. Het is samengesteld uit Ionische driekwartzuilen, een metopen-trigliefenfries, een gebroken gebogen fronton met cartouche, en een balkon met consoles en doorgetrokken balustrade, Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen met ingediepte dagkanten. Een klassiek hoofdgestel met architraaf, rankwerkfries en gekorniste houten kroonlijst op klossen en tandlijst vormt de gevelbeëindiging; in het gevelontwerp wordt het hoofdgestel bekroond door een attiekbalustrade met siervazen. Het houten schrijnwerk van de fraai bewerkte inkomdeur met siersmeedwerk en de benedenvensters met typische roeden is bewaard, evenals de smeedijzeren souterraintralies.

De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.

Nummer 117

Met een gevelbreedte van twee/drie traveeën, omvat de rijwoning vier bouwlagen onder een zadeldak. De lijstgevel heeft een parement uit geel baksteenmetselwerk in kruisverband, geaccentueerd door rode baksteen voor de boogvelden en friezen. Van blauwe hardsteen is gebruik gemaakt voor de pui, en van witte natuursteen voor waterlijsten, speklagen, sluitstenen, imposten, postamenten, het balkon en entablement. Nadrukkelijk horizontaal geleed door waterlijsten en kordonvormende lekdrempels, en axiaal van opzet, beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van alternerend rechthoekige en rondbogige muuropeningen. De gedrukte pui omvat het portaal met entablement op voluutconsoles en een getralied drielicht met gestrekte latei, beide onder een getoogd boogveld. Twee rondboogvenster met sluitsteen en imposten doorbreken de bel-etage. De compositie legt de klemtoon op de tweede verdieping, die wordt gemarkeerd door een rechthoekig drielicht met geaccentueerd middenvenster, en een tweezijdig balkon met gebuikte basis, uitgelengde voluutconsole en doorgetrokken balustrade. Het hogere middenvenster wordt bekroond door een entablement met consoles en ontlastingsboog, de zijvensters door een rondboogveld met sluitsteen, waterlijst en imposten. Rondboogdrielicht met sluitstenen, waterlijsten en imposten op de derde verdieping. Een door postamenten geflankeerd, klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst op klossen vormt de gevelbeëindiging. Vernieuwde inkomdeur, deels bewaard vensterschrijnwerk en smeedijzeren tralies.

De plattegrond beantwoordt aan de typologie van de bel-etagewoning, die over de volledige breedte wordt opgedeeld door de centraal ingeplante traphal met bovenlicht.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1901#298.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2017: Geheel van twee eclectische burgerhuizen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/195443 (geraadpleegd op ).


Burgerhuis ()

Nummer 115. Enkelhuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak, volgens vroegere bewoner/eigenaar uit 1910. Eclectische natuurstenen lijstgevel met verhoogde begane grond en benadrukte middentravee Verticale ritmering door banden, puilijst, kordons, borstweringen met balusters en geornamenteerd fries. Horizontaal accent door rijk uitgewerkte middentravee met balkons, driekwartzuilen en gebogen, gebroken fronton. Rechthoekige muuropeningen, onder meer hoge deur met bovenlicht, houten vleugeldeur.


Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Geheel van twee eclectische burgerhuizen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/7692 (geraadpleegd op ).


Eclectische enkelhuis ()

Nummer 117. Eclectisch enkelhuis van drie traveeën en vier bouwlagen onder zadeldak, uit begin 20ste eeuw. Bakstenen lijstgevel met functioneel en decoratief gebruik van hardsteen, onder meer voor driehoekig uitspringend balkon op derde bouwlaag. Rechthoekige en rondbogige vensters. Rechthoekige deur onder gestrekte waterlijst op voluutconsoles.


Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Geheel van twee eclectische burgerhuizen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/193985 (geraadpleegd op ).