Het kasteel Zevecote is een uitzonderlijk voorbeeld van een laatmiddeleeuws kasteel met een vaste boogbrug en omliggende tuin.
Het voormalige leenhof Zevecote was één van de vier leenhoven op Assebroek die afhingen van de Burg van Brugge. De naam verwijst naar een afwateringssluis. Deze regelt de watervoorziening in de grachten die hier worden gevoed door de Gemeneweidebeek. De vroegste vermelding als leengoed en wijk dateert van 1258. De oudst gekende eigenaar is waarschijnlijk Ridder Gui van Vlaenderen, een bastaardzoon van Lodewijk van Nevers (1304-1346), graaf van Vlaanderen. De nabij gelegen Vossesteert zorgt voor de verbinding tussen het leenhof en de Maalse Steenweg, leidend naar het kasteel van Male.
Het domein, met neerhof, bezat ongeveer 18 hectare grond en situeerde zich ten noorden van de oude weg naar Gent (de huidige Astridlaan), net buiten de Brugse Paallanden ongeveer tussen de huidige Collegestraat, Sint-Kruisstraat en Prins Karellaan.
De aanduiding in de geschreven bronnen als “Casteelgoet genaemt Zevecote” met een “aenliggende hofstede” wijst op het belang van het leenhof. Dit wordt bevestigd door het feit dat de heer ook aanborger is van de Gemene Weiden. Tijdens de opstand van de Vlaamse steden, circa 1490, tegen Maximiliaan van Oostenrijk wordt de wijk Zevecote zwaar geplunderd. In 1490 worden drie molens en zes huizen afgebrand toen de Franse troepen hier aankwamen. Met de godsdiensttroebelen hielden de protestanten hagepreken op het gehucht Zevecote.
In een document van 1532 wordt Zevekote beschreven als “Rechts buuten de Ghendtpoorte, een gehuchtken dat men heet ‘t Sevencoote, van omtrent zeven of acht huusen”. Op de kaart van Pieter Pourbus (1561-1571) staat de site weergegeven met vierkante walgracht en is dan wellicht toegankelijk via een vaste brug. Binnen de omwalling liggen twee gebouwen: centraal een groot gebouw en een kleiner, gelegen in de zuidwesthoek. De twee wegafsplitsingen, respectievelijk in het noorden en het zuiden, zijn waarschijnlijk toegangsdreven. In de 16de of begin 17de eeuw heeft het kasteel een L-vormige plattegrond met in de oksel een hoektoren.
In 1668 verkoopt de toenmalige eigenaar een stuk grond, aan het begin van de kasteeldreef, waarop in 1669 de herberg met grote moestuin ’t Dreveken (zie Astridlaan) wordt gebouwd. Deze verdwijnt in 1960.
Op de kaart van Ferraris (1770-1778) staat de site met de naam "chau.seve(n)cotten" weergegeven met een walgracht bestaande uit twee grote delen. Het eerste deel heeft een grosso modo ovale vorm en wordt aan de westelijke zijde op twee plaatsen onderbroken. Het tweede gedeelte van de walgracht bevindt zich binnen de eerstgenoemde. In de zuidoostelijke hoek van de buitenste walgracht bevinden zich nog twee kleinere, rechthoekige grachten. De gebouwen situeren zich binnen de omwalling. De bebouwing bestaat uit een vierkant gebouw, dat volledig wordt omwald door de binnenste, kleine walgracht. Twee toegangen zijn zichtbaar aan de westelijke zijde van de buitenste walgracht.
"Une carte figurative d'une ferme et de terres dites Uytkerke" van 1781 toont de site Zevecote met een U-vormige walgracht met onderbreking in het westen. De bewoning bestaande uit een kasteel met L-vormige plattegrond en in de oksel een traptoren met spitse top, bevindt zich binnen de walgracht. De toegang bevond zich aan de westzijde via een brug over de omwalling.
Op de "carte figurative de la commune dressée en exécution des lois du Gouvernement Français" van 1807 wordt de site weergegeven met een vierkante walgracht waarbinnen zich een vierkant gebouw bevindt, dat direct door de walgracht wordt omsloten. Op de Popp-kaart (circa 1830) wordt de walgracht niet expliciet weergegeven. Op het eerste omwalde gedeelte bevindt zich een vierkant gebouw.
De kaart Vandermaelen toont een vierkante omwalling met onderbreking in het westen. De topografische kaart van 1913 toont een cirkelvormige walgracht met onderbreking in het westen. Binnen de omwalling bevindt zich een gebouw.
In 1926 wordt de Bossuytlaan aangelegd. De gronden van het kasteel Zevecote worden verkocht en verkaveld.
Omwald kasteel toegankelijk aan de westzijde via een verankerde, bakstenen, dubbele boogbrug. De deels dichtgeslibde walgracht is vanaf de brug aan de west-, noord- en oostzijde voor ongeveer de helft bewaard. De brug heeft een gekasseid wegdek en bakstenen balustrades met arduinen dekplaten.
Het gebouw is fasegewijs tot stand gekomen. Oude kern uit de 16de eeuw wordt gevormd door een diep- en een breedhuis met in de oksel een traptoren met achthoekige plattegrond.
Eind 18de - begin 19de eeuw krijgt het kasteel grosso modo haar huidige plattegrond. Eind 18de eeuw of begin 1900 ondergaat het kasteel een verfraaiende restauratie waarbij onder meer de muuropeningen worden voorzien van een pseudo-natuurstenen omlijsting. Er werd toen ook een gekanteelde borstwering toegevoegd. Volgens oude postkaarten werd de traptoren eveneens voorzien van pseudo-natuurstenen muurkettingen.
Gebouw met grosso modo vierkante plattegrond van vier + vijf traveeën en twee bouwlagen + kelderverdieping onder zadeldak bedekt met leien. Verankerde bakstenen lijstgevels, waarbij de twee rechtertraveeën van de zuidgevel en de twee linkertraveeën van de westgevel zijn voorzien van een traptop. De twee linkertraveeën van de zuidgevel en de drie rechtertraveeën van de westgevel zijn bovenaan afgewerkt met een gekanteelde borstwering. De gevels zijn opengewerkt met segmentboogvormige muuropeningen voorzien van een geblokte bepleisterde omlijsting in pseudo-natuursteen. De benedenvensters zijn oorspronkelijk voorzien van luiken, zie bewaarde duimen. Grosso modo bewaard schrijnwerk,
oorspronkelijk schuiframen met kleine roedeverdeling omgebouwd tot vleugelramen. Sporen van oudere muuropeningen. De blindvensters zijn voorzien van een beschilderde roedeverdeling en gordijnen.
Achthoekige traptoren met kegelvormige spits en smeedijzeren windvaan. Sporen van gedichte muuropeningen. De rechthoekige vensters bovenaan zijn geval in korfboognissen met afgeschuinde dagkanten.
Inkom met stucwerkplafond, hierbij aansluitend een houten slingertrap met gietijzeren spijlen.
Salon met 18de-eeuwse aankleding zie symmetrische opbouw met centraal een zwartgrijsmarmeren schouw met typerende rocaillemotieven. Plafond met bepleisterde moerbalken en centraal stucwerk met strikmotief. Chinees getint behangpapier uit de jaren 1920-1930. Typerende 18de-eeuwse deuren. Hierbij aansluitend kamer met vrijgelegde balkenzoldering opgebouwd uit zware moerbalken en kinderbalken. Consolestenen waren vermoedelijk oorspronkelijk voorzien van een gesculpteerd kopje.
Op de verdieping kamer met bewaarde balkenlaag opgebouwd uit moer- en kinderbalken. Bij de moerbalken is de balksleutel weggekapt. Gedeeltelijk bewaarde schouw met natuurstenen wangen.
Zolder van het oudste gedeelte voorzien van een omgebouwde sporenkap voorzien van getelmerkte hanebalken.
Volledig onderkelderd. Oudste delen zijn voorzien van een tongewelf. Aanwezigheid van komfoortjes van blauwe gesinterde baksteen.
Rondom het kasteel is een tuin aanwezig, dit is slechts een beperkt deel dat overgebleven is van het oorspronkelijke kasteelpark. Naar aanleiding van de verkaveling in de jaren 1960 van het kasteelpark werd slechts een beperkt deel van de kasteelomgeving bewaard en heraangelegd. De aanleg van de tuin bestaat nu uit een grasplein met aansluitend hierop borders.
Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier 4.001/31005/125.1, kasteel Zevekote, (GILTÉ S;. 2015).
Auteurs: Gilté, Stefanie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Gilté S. 2015: Kasteel Zevekote met tuin [online], https://id.erfgoed.net/teksten/445024 (geraadpleegd op ).
Het voormalige leenhof Zevekote was één van de vier leenhoven op Assebroek die afhingen van de Burg van Brugge. De naam verwijst naar een afwateringssluis of zevekote. Deze regelt de watervoorziening in de grachten die hier worden gevoed door de Gemeneweidebeek.
De vroegste vermelding als leengoed en wijk dateert van 1258. De oudst gekende eigenaar is waarschijnlijk Ridder Gui van Vlaenderen, een bastaardzoon van Lodewijk van Nevers (1304-1346), graaf van Vlaanderen. De nabij gelegen Vossesteert zorgt voor de verbinding tussen het leenhof en de Maalse Steenweg, leidend naar het kasteel van Male (zie Sint-Kruis).
Het domein, met neerhof, bezat ongeveer 18 hectare grond en situeerde zich ten noorden van de oude weg naar Gent (zie Astridlaan), net buiten de Brugse Paallanden ongeveer tussen de huidige Collegestraat, Sint-Kruisstraat en Prins Karellaan.
De aanduiding in de geschreven bronnen als “Casteelgoet genaemt Zevecote” met een “aenliggende hofstede” wijst op het belang van het leenhof. Dit wordt bevestigd door het feit dat de heer ook aanborger is van de Gemene Weiden (zie Michel Van Hammestraat).
Tijdens de opstand van de Vlaamse steden, circa 1490, tegen Maximiliaan van Oostenrijk wordt de wijk Zevekote zwaar geplunderd.
In een document van 1532 wordt Zevekote beschreven als “Rechts buuten de Ghendtpoorte, een gehuchtken dat men heet ‘t Sevencoote, van omtrent zeven of acht huusen”.
Gedurende de godsdiensttroebelen, in het derde kwart van de 16de eeuw, houden de protestanten hier hagepreken.
Op de kaart van Pieter Pourbus (1561-1571) staat de site weergegeven met vierkante walgracht en is dan wellicht toegankelijk via een vaste brug. Binnen de omwalling liggen twee gebouwen: centraal een groot gebouw en een kleiner, gelegen in de zuidwesthoek. De twee wegafsplitsingen, respectievelijk in het noorden en het zuiden, zijn waarschijnlijk toegangsdreven. In de 16de of begin 17de eeuw heeft het kasteel een L-vormige plattegrond met in de oksel een hoektoren.
In 1668 verkoopt de toenmalige eigenaar een stuk grond, aan het begin van de kasteeldreef, waarop in 1669 de herberg met grote moestuin ’t Dreveken (zie Astridlaan) wordt gebouwd. Deze verdwijnt in 1960.
Op de kaart van Ferraris (1770-1778) staat de site met de naam "chau.seve(n)cotten" aangeduid. De buitenste walgracht heeft een ovale vorm met aan de westzijde twee ingangen met toegangsdreven. In de zuidoosthoek van de buitenste walgracht bevinden zich nog twee kleinere, rechthoekige grachten waarbinnen zich de bebouwing situeert. Deze bestaat uit een volledig omwald, vierkant gebouw. Twee toegangen zijn zichtbaar aan de westelijke zijde van de buitenste walgracht.
"Une carte figurative d’une ferme et de terres dites Uytkerke" van 1781 toont de site Zevekote met een U-vormige walgracht en een onderbreking in het westen. De bewoning, bestaande uit een kasteel met L-vormige plattegrond en in de oksel een traptoren met spits dak, bevindt zich binnen de walgracht. De toegang situeert zich aan de westzijde via een brug over de omwalling.
Op de "carte figurative de la commune dressée en exécution des lois du Gouvernement Français" (1807) wordt de site weergegeven met een vierkante walgracht met daarbinnen een vierkant gebouw, omsloten door een walgracht.
In de eerste helft van de 19de eeuw wordt het kasteel aan de noordwestzijde uitgebreid met twee bouwlagen onder plat dak en afgewerkt met een gekanteelde borstwering. Het kasteel krijgt grotendeels de huidige, quasi vierkante, plattegrond.
Op de Poppkaart (circa 1842) wordt de walgracht niet expliciet weergegeven. In het eerste omwalde gedeelte bevindt zich een vierkant gebouw. De Vandermaelenkaart (circa 1850) toont een vierkante omwalling met onderbreking in het westen. Op de topografische kaart van 1913 is de walgracht, cirkelvormig. Binnen de omwalling bevindt zich een gebouw.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog lijdt het kasteel schade door de bezetting van Duitse soldaten.
In 1926 verwerft Urbain Bossuyt het kasteeldomein. Hij vormt de kasteeldreef om tot publieke weg en verkavelt en verkoopt zijn kasteelgronden voor huizenbouw, dit ten behoeve van de nieuwe Sint-Kristoffelwijk. Meerdere straten worden aangelegd, er komt een kerk (zie Sint-Kristoffelstraat), klooster en school (zie Schoolstraat) voor de aangroeiende bevolking.
Omwald kasteel toegankelijk aan de westzijde via een verankerde, bakstenen, dubbele boogbrug. De deels dichtgeslibde walgracht is vanaf de brug aan de west-, noord en oostzijde voor ongeveer de helft bewaard. De brug heeft een gekasseid wegdek en bakstenen balustrades met arduinen dekplaten.
Verankerde, grijsbeschilderde baksteenbouw van vier + vijf traveeën, twee bouwlagen en een kelderverdieping onder leien zadeldaken.
De oorspronkelijke L-vormige vleugel (16de-17de eeuw) is zowel uit- als inwendig herkenbaar. De oost-west georiënteerde hoofdvleugel heeft aan beide uiteinden trapgevels van twee traveeën. De haaks daarop gerichte noord-zuidvleugel heeft eveneens een trapgevel van twee traveeën. De aansluitende, gekanteelde, borstwering boven het 19de-eeuwse volume is versierd met blindnissen. In de oksel van de oude vleugels steekt de bakstenen traptoren, met leien puntdak en smeedijzeren windvaan, bovendaks uit.
De kelderverdieping is per travee doorbroken door kleine, rechthoekige vensters, voorzien van diefijzers. De bovenbouw heeft 19de-eeuwse segmentboogvensters met grote roedeverdeling en imitatienegblokken. De deur zit gevat in een arduinen omlijsting. Enkel aan de oostzijde is het oorspronkelijk schrijnwerk bewaard. De luiken van de benedenvensters zijn verdwenen.
Interieur. Inkom met draaitrap in het 19de-eeuws gedeelte. In de oude vleugels zijn de oorspronkelijke balklagen met moer- en kinderbalken en het dakgebinte met sporenkappen en hanenbalken (telmerken) bewaard. In de hoofdvleugel, rechts van de inkom, zijn twee kamers heraangekleed in classicistische stijl (marmeren volutenschouwen, paneeldeuren, lijstwerk en rozetten). In het salon aan de achterzijde is nog het art-decobehang van circa 1927 bewaard. Op de verdieping is recent een laatgotische, natuurstenen schouw met peerkraalprofiel (doorlopend over rechtstanden en mijter) vrijgemaakt. In de traptoren zit nog de oorspronkelijke, houten spiltrap.
Rond het kasteel ligt een ruime tuin met oude bomen.
Bron: GILTÉ S. & VAN VLAENDEREN P. met medewerking van VANWALLEGHEM A. & DENDOOVEN K. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Brugge, Deelgemeente Assebroek, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL20, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Gilté, Stefanie; Van Vlaenderen, Patricia
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Gilté S. & Van Vlaenderen P. 2005: Kasteel Zevekote [online], https://id.erfgoed.net/teksten/76962 (geraadpleegd op ).