Teksten van Geheel van twee eclectische burgerhuizen

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7701

Geheel van twee eclectische burgerhuizen ()

Historiek en context

Twee burgerhuizen in eclectische stijl, de linker panden van een geheel van drie woningen, gebouwd naar een ontwerp door de architect Emile Thielens uit 1896. Opdrachtgever was de koopman Auguste Gossen (Antwerpen, 1837-Antwerpen, 1896), geboren als Augustinus Joannes Josephus Ercken, maar op 21-jarige leeftijd geadopteerd door het echtpaar Bernard Joseph Gossen-Van Dinter. Hij huwde in 1865 met Maria Van den Wouwer (°Antwerpen, 1848), en bezat een groot stuk grond, dat in de huidige Peter Benoitstraat de zuidelijke helft van de pare zijde besloeg. Op deze gronden liet Auguste Gossen in 1894 door Thielens de tot dan doodlopende straat doortrekken tot de Van Schoonbekestraat, en een eerste geheel van drie gekoppelde burgerhuizen optrekken (Peter Benoitstraat 21-25, gesloopt in 1959). In 1896 volgde dit tweede geheel van drie burgerhuizen op het hoekperceel van de Peter Benoitstraat en de Van Schoonbekestraat, waarvan het hoekpand Peter Benoitstraat 46 in 1955 of 1956 werd gesloopt voor een nieuwbouwflat. Zijn weduwe Maria Gossen-Van de Wouwer zette het vastgoedproject in 1898 verder met een derde geheel van drie burgerhuizen (Peter Benoitstraat 30-34). Op de aanpalende percelen bouwde Thielens in 1901 nog een vierde geheel van vijf burgerhuizen (Peter Benoitstraat 36-44) eveneens in opdracht van Maria Van den Wouwer, die in 1899 was hertrouwd met de weduwnaar Albert Thys (Antwerpen, 1840-Antwerpen, 1913).

Het vastgoedproject Auguste Gossen behoort tot het latere oeuvre van Emile Thielens, die actief was tot zijn overlijden in 1911. Hij vestigde zich pas omstreeks 1890 als zelfstandig architect, na jarenlang in dienst te hebben gewerkt van de architecten Louis en François Baeckelmans, en vervolgens van Jules Bilmeyer en Joseph Van Riel. Vooral gekend voor zijn veelal pittoreske gebouwen van de Antwerpse Zoo, zette Thielens kort vóór 1900 voorzichtige stappen richting art nouveau, om tijdens zijn laatste levensjaren terug te grijpen naar een klassieke beaux-artsstijl. Voor zijn belangrijke realisatie uit deze periode, het monumentale kantoorgebouw van de Imperial Continental Gas Association aan de Meir, greep Thielens dan weer terug naar de neo-Franserenaissance-stijl.

Sinds 1890 gevestigd aan de overzijde van de Maria-Theresialei (nummer 5, gesloopt in 1954), was Emile Thielens de overbuur van het echtpaar en later de weduwe Gossen-Van den Wouwer. Hun statige hotel, later geïncorporeerd in de Banque Hypothécaire et Immobilière d’Anvers bevond zich op de hoek van de Maria-Theresialei en de Frankrijklei. Tussen 1894 en 1901 bracht de architect in de Peter Benoitstraat en de Van Schoonbekestraat een ensemble van in totaal veertien burgerhuizen tot stand, waarvan er nog negen bewaard zijn. De bankier Edouard Thys, zoon van Albert Thys uit diens eerste huwelijk en stiefzoon van Maria Van den Wouwer, gaf de architect in 1906 opdracht voor het ontwerp van Banque de Reports, de Fonds Publics et de Dépôts aan de Meir, één van Thielens meest imposante realisaties.

Architectuur

Nummer 26

Met een gevelbreedte van twee traveeën, omvat de rijwoning vier bouwlagen onder een complex zadeldak. De puntgevel heeft een parement uit geel baksteenmetselwerk in kruisverband, geaccentueerd door rode baksteen voor decoratieve mozaïekpanelen. Van blauwe hardsteen is gebruik gemaakt voor de pui, waterlijsten, speklagen, lateien, lekdrempels, het drielicht, de erkerbasis, gevel-, dekstenen en topstukken. Axiaal van opzet, rust de bovenbouw op een lage, geblokte, sokkelvormde pui, waarin het rechthoekige inkomportaal en een tot garagepoort verbouwd tweelicht. Op de bel-etage drielicht met Toscaanse halfzuilen, die de consoles schragen van de driezijdige houten erker. Deze laatste legt de klemtoon op de tweede verdieping, met een smeedijzeren balkonborstwering als bekroning. Een rechthoekig drielicht met hoger middenvenster doorbreekt de derde verdieping, de zijlichten met baksteenmozaïeken in het boogveld. De tweeledige geveltop met schouderstukken, fioelen en een kruisbloem, heeft een rechthoekig venster met een baksteenmozaïek in de borstwering en het bouwjaar “ANNO 1896” op de latei. Gevelsteen met drie vervlochten ringen in de top. Vernieuwd schrijnwerk; gietijzeren voetschraper.

De plattegrond beantwoordt aan de typologie van de bel-etagewoning, die over de volledige breedte wordt opgedeeld door de centraal ingeplante traphal met bovenlicht.

Nummer 28

Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. De lijstgevel heeft een parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, met gebruik van blauwe hardsteen voor de geprofileerde plint en witte natuursteen voor waterlijsten, speklagen, lateien, lekdrempels, sluitstenen, boogvelden, consoles en de erkerbasis. Geleed door de puilijst, legt de compositie de klemtoon op de middenas. Deze wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een rechthoekige houten erker met smeedijzeren balkonborstwering. Verder beantwoordt de compositie aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige muuropeningen met ontlastingsbogen en sluitstenen, het portaal met middenkalf, de bovenvensters gevat in oplopende spaarnissen, met een bewerkte borstwering en een decoratief reliëf in het boogveld. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst op klossen en consoles vormt de gevelbeëindiging. Bewaarde houten inkomdeur, smeedijzeren souterraintralies, parapetten en gietijzeren voetschraper.

De naar achter uitwaaierende plattegrond beantwoordt aan de typologie van het burgerhuis, dat wordt ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.

Het gesloopte hoekpand (Peter Benoitstraat 46) met een langgerekte plattegrond van drie bij drie traveeën, omvatte een souterrain en drie bouwlagen onder een mansardedak. Nadrukkelijk horizontaal geleed, lag de klemtoon van de compositie op de risalietvormende hoekpartij, die op de eerste verdieping werd gemarkeerd door een balkon en erker, met een tentdak als bekroning.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1896#880 (Van Schoonbekestraat 26-28, Peter Benoitstraat 46), 1894#1053 (Peter Benoitstraat 21-25).
  • Informatie over Maria Van den Wouwer verkregen van M. Windey op 3 maart 2017.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2017: Geheel van twee eclectische burgerhuizen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/195447 (geraadpleegd op ).


Burgerhuis ()

Nummer 28. Enkelhuis van drie traveeën en drie bouwlagen van circa 1900. Baksteenbouw met sobere decoratie en gebruik van natuursteen; centrale erker.


Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Geheel van twee eclectische burgerhuizen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/7701 (geraadpleegd op ).


Burgerhuis Anno 1896 ()

Nummer 26. Enkelhuis van drie bouwlagen + puntgevel, in top gedateerd "Anno 1896". Gele baksteenbouw met decoratief en functioneel gebruik van natuursteen onder meer voor lage, sokkel vormende gelijkvloerse verdieping; markante houten erker met bekronende ijzeren balkonleuning. Rechthoekige muuropeningen, drielichtvenster van tweede bouwlaag met driekwartdeelzuilen.


Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Geheel van twee eclectische burgerhuizen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/193984 (geraadpleegd op ).