Gedenkteken oorspronkelijk opgericht voor de militaire en burgerlijke doden van de Eerste Wereldoorlog. Na de Tweede Wereldoorlog werden via dit gedenkteken naast de militaire en burgerlijke slachtoffers van deze nieuwe oorlog ook de gefusilleerde en weggevoerde mannen en politieke gevangenen herdacht.
Het gedenkteken van Assebroek is het eerste gemeentelijke oorlogsgedenkteken dat opgericht werd in West-Vlaanderen en misschien zelfs in België. Onmiddellijk na de bevrijding was op initiatief van de secretaris Lowyck een comité opgericht, dat de slachtoffers van de oorlog 1914-1918 wou vereeuwigen door het oprichten van een gedenkteken. Er werd een openbare inschrijving uitgeschreven om geld te verzamelen. Omdat er nog 1.500 fr. ontbrak om het gedenkteken op te richten (globale kostprijs: 8.525 fr.) werd een beroep gedaan op rijks- en provinciesubsidies. Dit gebeurde respectievelijk op 10 januari en 6 februari 1919. Noch het rijk, noch de provincie hadden haast om dit verzoek in te willigen. Op 26 september 1919 besliste de bestendige deputatie haar houding op die van de regering af te stemmen. Tussen 3 mei 1919 en 5 januari 1920 werden door het gemeentebestuur van Assebroek, de arrondissementscommissaris en de gouverneur tenminste zes brieven daaromtrent aan de regering gericht. Ondertussen was het gedenkteken reeds op 27 juli 1919 plechtig onthuld, onder massale belangstelling. Op 27 maart 1920 antwoordde dan eindelijk de minister van Binnenlandse Zaken. Hij wees het verzoek om subsidie af onder verwijzing naar de ministeriële circulaire van 27 maart 1919, waarbij medegedeeld werd dat de regering alleen maar gedenk-'platen' zou subsidiëren, die tegelijk met het planten van de 'vrijheidsboom' zouden worden opgericht. Meteen werd een precedent geschapen dat de staat en de provincie zou toelaten om, tenzij bij hoge uitzondering, het oprichten van gemeentelijke gedenktekens 'niet' te subsidiëren.
Het gedenkteken van Assebroek kreeg oorspronkelijk een plaats tegenover het gemeentehuis, net naast de inrit van de stelplaats voor trams. Het was geplaatst in een bloemenperk en werd geflankeerd door 2 kanonnen van klein kaliber. Achter het standbeeld stond de vrijheidsboom, een linde (die er nog steeds staat). Na een herschikking van het plein, wellicht in het derde kwart van de 20ste eeuw, werd het gedenkteken centraal op het plein geplaatst.
Het gedenkteken werd ontworpen door de Brugse beeldhouwer Gustaaf Pickery en uitgevoerd door beeldhouwer Noteboom, afkomstig uit Assebroek. De sokkel uit witte natuursteen is gehouwen door steenkapper Vandevenne uit Assebroek. De jonge vrouw in een lang gewaad staat symbool voor België. Ze houdt een dode soldaat in haar armen, die in de ene hand een wapen en in de andere de Belgische vlag vasthoudt. In die soldaat is de zoon van de beeldhouwer, Jan Pickery, te herkennen. Deze zoon was zelf nog maar net van de oorlog teruggekeerd.
Gustaaf Pickery realiseerde na de Eerste Wereldoorlog behalve dit gedenkteken in Assebroek nog oorlogsgedenktekens in Merkem, Sint-Kruis, Brugge, Lovendegem, Watou, Beausaint en Maldegem.
Beschrijving
Binnen een omheind bloemperk staat het beeld op een hoge naar boven toe licht versmallende rechthoekige, geprofileerde sokkel met onder de kroonlijst twee lauriertakken met het wapenschild van Assebroek in hoogreliëf. Het beeld stelt een jonge vrouw voor in lang gewaad, die het lichaam van een dode soldaat vasthoudt in een piëtahouding. De soldaat heeft het vaandel nog in de hand. Op de grond ligt een kanonloop. Alles uitgevoerd in witte natuursteen.
Op de sokkel, op het bovenste deel op de voorkant: 'HET DANKBARE ASSEBROUCK AAN ZIJNE GESNEUVELDE HELDEN 1914-1918'; op de rechter-, de linker- en de achterkant de namen op witmarmeren grijsgeaderde tekstplaten. Op het onderste deel: 'GESNEUVELDEN 1940-1944', op de voorkant de namen van soldaten; op de rechterkant 'GEFUSILLEERD', de namen, 'WEGGEVOERDE', de naam; op de linkerkant 'POLITIEKE GEVANGENEN', de namen; op de achterkant 'BURGERLIJKE SLACHTOFFERS', de namen. Uitgehouwen letters. De namen zijn niet alfabetisch gerangschikt.
Uitvoering: Gust. Pickery (gesigneerd) (ontwerper); Noteboom (beeldhouwer); Vandevenne, Assebroek (steenhouwer) (voetstuk)
Hoogte 227 x Breedte 147 x Diepte 165 centimeter.
- BONDUEL L. (eindred.) 1987: Assebroek. Geschiedenis van de Brugse rand, Brugge.
- JACOBS M. 1996: Zij die vielen als helden... Inventaris van de oorlogsgedenktekens van de twee wereldoorlogen in West-Vlaanderen, Deel 2, Brugge.
- PICKERY K. 1982: Hendrik en Gustaaf Pickery, Brugse beeldhouwers, Brugge.
- S.N. 1994: Lexicon van Westvlaamse Beeldende Kunstenaars, Deel 3, Kortrijk.