Herenhuis in neoclassicistische stijl, volgens de bouwaanvraag uit 1875 opgetrokken in opdracht van de geldwisselaar P.J.R. Suys fils. Ontwerper noch aannemer vallen uit het bouwdossier af te leiden. In 1896 en 1897 liet Suys aan beide zijden van zijn hotel twee gespiegelde burgerhuizen optrekken naar ontwerp door de architect Joseph Hertogs, waardoor een symmetrisch geheel van drie woningen ontstond. Hertogs breidde het hotel in 1898 aan de tuinzijde uit met een salon of veranda, een overdekt terras met glaskap en dubbele bordestrap.
Later datzelfde jaar volgde de bouw van een ensemble dienstgebouwen in neotraditionele stijl, ingeplant tegen de tuinmuur achteraan op het perceel. Het bestond uit een paviljoen, een volière en een koetshuis, op de hoek gemarkeerd door een polygonale traptoren met spits. Het burgerhuis aan de linkerzijde van het hotel (nummer 34) is gesloopt, evenals het ensemble dienstgebouwen. Met een gevelbreedte van vijf traveeën, omvat de rijwoning een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met geblokte pui, rust op een bewerkte plint uit blauwe hardsteen. Geleed door de puilijst, legt de compositie de klemtoon op het drie traveeën brede, door schijnvoegen belijnde middenrisaliet. Dit laatste wordt op de eerste verdieping door gebogen frontons en een balkon met uitgelengde consoles en doorgetrokken borstwering, en op de tweede verdieping door gestrekte entablementen. Rondbogige koetspoort met sluitsteen in de rechter travee. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige vensters, op de bovenverdiepingen in geriemde omlijsting met oren en onderdorpel. Een klassiek hoofdgestel met architraaf, fries en gekorniste houten kroonlijst op klossen en tandlijst vormt de gevelbeëindiging. Het houten schrijnwerk van de koetspoort en het merendeel van de vensters is bewaard, evenals de smeedijzeren souterraintralies en gietijzeren voetschraper. Het natuurstenen beeld van Maria met Kind op de eerste verdieping, dateert vermoedelijk uit het interbellum.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2017: Herenhuis in neoclassicistische stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/195436 (geraadpleegd op ).
Herenhuis van vijf traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak, uit de tweede helft van de 19de eeuw. Neoclassicistische bepleisterde en beschilderde lijstgevel met enkelhuisopstand; middenrisaliet gemarkeerd door breed balkon op zware consoles; imitatievoegen op verhoogde begane grond en in risaliettravee. Klassieke gevelbeëindiging met geleed kordon, blind fries en kroonlijst met tandlijst op klossen. Rechthoekige vensters in geriemde omlijsting, risalietvensters op bovenverdieping onder paneel en gebogen fronton of gestrekte waterlijst. Brede koetspoort rechts Onze-Lieve-Vrouwebeeld tegen penant van bel-etage.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Herenhuis in neoclassicistische stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/7703 (geraadpleegd op ).