Burgerhuis in eclectische stijl met neorenaissance-inslag, gebouwd in opdracht van Mathilda Spas (°Antwerpen, 1854), naar een ontwerp door de architect Ferdinand Truyman uit 1890. De bouwaanvraag werd ingediend op 2 mei en vergund 14 mei 1890. Twee maanden later, op 15 juli 1890 traden Ferdinand Truyman en Mathilda Spas te Antwerpen in het huwelijk. Het echtpaar was hier vanaf 1891 gedurende een tiental jaar gedomicilieerd.
De pittoreske eigen woning is representatief voor het vroege oeuvre van Ferdinand Truyman, die actief was vanaf omstreeks 1880 tot midden jaren 1920, zowel met een privé-praktijk als in dienst van de stad Antwerpen. Uit de jaren 1885 tot begin 1890 zijn van de architect zowel panden in conventionele neoclassicistische stijl bekend, als ontwerpen in neo-Vlaamserenaissance-stijl waarvan het hotel Michiels in de Lamorinièrestraat als belangrijkste voorbeeld geldt. Samen met de architect Hendrik Kennes realiseerde hij in 1892-1895 het Loodswezen op de Tavernierkaai, en met de architect Jan Frans Sel-Caluwaerts in 1893-1897 het Hoger Handelsgesticht in de Schildersstraat, ontworpen in monumentale eclectische stijl.
Met een gevelbreedte van drie traveeën omvat de rijwoning twee bouwlagen onder een zadeldak. De lijstgevel heeft een parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, met gebruik van blauwe hardsteen voor de geprofileerde plint, puilijst en lekdrempels, en witte natuursteen voor speklagen, lateien, waterlijsten, sluitstenen, diamantkoppen, onderdorpels en het balkon. Geleed door de puilijst, legt de compositie de klemtoon op het middenrisaliet dat op de bovenverdieping wordt gemarkeerde door een balkon met uitgelengde mascaronconsoles, balustrade en siervazen. Het loopt door in een rondbogig dakvenster met waterlijst, bekroond door een overkragend zadeldak op consoles, dat is afgewerkt met een houten windbord en topstuk. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen met waterlijst, en op de bovenverdieping een boogveld met diamantkoppen en cartouche in de middenas. Blauw-witte-tegelfriezen accentueren de puilijst en het gebroken hoofdgestel. Dit laatste is afgewerkt met een houten kroonlijst op uitgelengde modillons. Vernieuwd schrijnwerk.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1890#611.