Grote opslagplaats in neo-Vlaamserenaissance-stijl, opgetrokken rond 1913 als goederenloods met woning voor deurwachter voor het Ministerie van Spoorwegen, Posterijen en Telegrafen, en meer bepaald de dienst Beheer Spoorwegen. Het gevleugelde treinwiel in de geveltop van de loods verwijst naar de spoorwegen. In de briefwisseling in het bouwdossier wordt verwezen naar "bouwmeester De Smet" die de werken opvolgde en wellicht ook de plannen realiseerde.
De opslagplaats, bestaande uit een toegangsgebouw en aansluitende conciërgewoning aan straatkant, en een grote rechthoekige loods, werd opgetrokken op een terrein waar zich de laatste tuinbouwgronden bevonden in de buurt. Na de Eerste Wereldoorlog werd de loods gebruikt door de "Société Anonyme Autobus Belges", tot 1932. Nadien werd de ruimte als garages verhuurd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd er een zavelpiste van gemaakt voor hondenrenbaan "De Hazenwind". Begin 21ste eeuw is het een overdekte parkeergarage.
De voorbouw is opgetrokken in een pure neo-Vlaamserenaissance-stijl: de rode baksteen wordt afgewisseld met hardsteen voor speklagen, plint met bossage, vensteromlijstingen, geveltoppen en rijke ornamentiek. Rechts bevindt zich de personeelswoning, een pand van twee bouwlagen onder schilddak. Rondboog- en rechthoekige vensters in hardstenen omlijsting met fraaie tralies op de begane grond, hogere afgeschuinde travee met topgeveltje. Het gebouwtje kreeg een schilddak, momenteel met bitumen bedekt.
De voorbouw van de opslagplaats is lager, met natuurstenen gevelbeëindiging waarin het gevleugelde treinwiel, wortelmotieven, een cartouche en noppen zijn verwerkt. De loods is toegankelijk via rechthoekige poorten, onder meer onder ijzeren I-balk.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1913 # 3451.