Teksten van Dokterswoning Van Runckelen

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7732

Dokterswoning Van Runckelen ()

Modernistische dokterswoning gebouwd in 1938 naar ontwerp van architect Gérard Saenen, in opdracht van H. Van Runckelen. In 1986 onderging de woning ingrijpende verbouwingswerken, naar ontwerp van architecte K. Van Heetvelde in opdracht van Linda Gloudemans.

Gérard Saenen maakte in de jaren 1930 als jong architect naam met modernistische villa's en bungalows in zijn woonplaats Brasschaat. In de jaren 1950 ontwierp hij in de Tentoonstellingswijk een hele reeks kleine appartementsgebouwen, veelal van een conventioneel type. Met zijn strakke moderne vormgeving en opvallende roomkleurige gevelparement sluit Saenens woning voor dokter Van Runckelen aan bij de woningen Ulfelt-Waets en Daniel aan de Vlaamsekunstlaan, naar ontwerp van Léon Stynen (1935-1936), en bij de woning Van Goethem aan de Volhardingstraat, naar ontwerp van Rik Jacops (1935).

Exterieur

Deze rijwoning telt drie bouwlagen onder een plat dak. De bovenbouw heeft een parement in roomkleurige Silezische steen, gemetseld in halfsteens verband met donker uitgevoerde Dudokvoeg – dieperliggende lintvoegen in combinatie met platvolle stootvoegen. Dit geheel rust op een als sokkel uitgewerkte begane grond, oorspronkelijk bekleed met gezoete blauwe hardsteen. De dakrand is afgewerkt in leisteenplaten op natuurstenen spuwers.

Het inwendige programma van de bel-etagewoning wordt op treffende wijze uitgedrukt door de architect. De sokkel met toegang, garage en praktijkruimte kreeg een gedrongen en gesloten ontwerp, de bel-etage is opengewerkt met een groot venster en een meer intiem bandraam op de bovenverdieping toont waar de slaapkamers liggen. De oorspronkelijk donker afgewerkte sokkel, in gepolijste en zwart gezoete blauwe hardsteen verleende de roomkleurige bovenbouw een onthecht, zwevend karakter.

De begane grond is verbouwd; daarbij werd de gezoete blauwe hardstenen beplating vervangen door gepolijst graniet type Bianco Sardo. Waar we nu in de rechter travee voordeur met zijlicht vinden, en in de linker travee de garagepoort, bevond de voordeur zich oorspronkelijk centraal in de sokkel, links geflankeerd door een venster ter verlichting van de wachtkamer en rechts door de garage. De eerste verdieping toont een hoog en nagenoeg gevelbreed venster in geprofileerde omlijsting. Rechts is dit venster terugwijkend opgevat en uitgerust met een halfrond balkon. Contrasterend hiermee kreeg de bovenliggende verdieping een smal, asymmetrisch geplaatst bandraam. De tegenstelling tussen open en gesloten delen werd in het ontwerp nog versterkt door het stalen schrijnwerk met dun profiel en geritmeerd door een horizontaliserende roedeverdeling. Bij de verbouwing van 1986 is het stalen vensterschrijnwerk vervangen door onaangepast Meranti-schrijnwerk met volle panelen voor de borstweringen.

Saenen vatte de achtergevel functioneler op. De klemtoon ligt op de hoge, centrale steektrap, die het terras van de bel-etage met de tuin verbindt. De begane grond is volledig opengewerkt om het onderzoekslokaal van het nodige licht te voorzien: grote vensterdeuren zijn geflankeerd door brede vensters op sokkels in blauwe hardsteen.

De uitwerking van de verdiepingen grijpt terug naar de 19de-eeuwse enkelhuisindeling, met keuken en personeelsruimten in de smallere achterbouw, en in de brede travee een groot terras aansluitend op de woonkamer. De achtergevels zijn volgens het ontwerp verlevendigd door een horizontaliserende belijning van de ijzeren borstweringen aan de balkons en voor het venster (breed en regelmatig geordonneerd)- en deurschrijnwerk.

Interieur

Waar de verdiepingen volgens een enkelhuisindeling zijn ontworpen, kreeg de begane grond een indeling op maat van de dokterspraktijk.

Oorspronkelijk had de begane grond een centrale hall die rechts aan straatzijde toegang gaf tot de garage, en in de linker travee tot twee wachtplaatsen en een L-vormig bureel. Achteraan deze bouwlaag gaf een gevelbrede onderzoekszaal, uit op een terras en een kleine stadstuin. Bij de verbouwing van 1986 is de dokterspraktijk op de begane grond omgevormd tot garage vooraan en speelruimte achteraan. De voormalige garage is geïncorporeerd in een ruimere inkomhal, waarbij de achterliggende spiltrap (diensttrap) is weggebroken.

De centrale hal leidt ook naar een traphal met gescheiden hoofd- en een diensttrap, die zich in de rechter travee achter de garage bevindt. De hoofdtrap bedient de woon- en slaapvertrekken aan de straatzijde; de diensttrap ontsluit de kelder, de secundaire ruimten in de achterbouw en de vertrekken voor inwonend personeel op de bovenverdieping.

In de kelder geeft de trap uit op een centrale gang, die in de linker travee is afgezoomd door, van straat naar tuin, een chauffage, bergplaats en L-vormige provisieruimte met erlangs een doorgang met trap naar de tuin. Aan de straatzijde liggen nog een kolenruimte en een extra lokaal.

Opgevat als bel-etage toont de bovenbouw een eigentijdse interpretatie van de traditionele enkelhuisopstand: een achteruitgeschoven compact blok met dienstvertrekken in de smallere rechter travee, die ruimte maakt voor grote woon- en slaapvertrekken. De ruimtelijk opgevatte woonkamer werd bij verbouwingen opgeofferd voor een eigentijds functionele herinrichting. Op de eerste verdieping sluit de enfilade van studio, salon en eetkamer, die het grootste gedeelte van het niveau innemen, harmonisch aan op het grote venster met balkon aan de straat. Aan tuinzijde sluit bij deze kamers een groot terras aan, die met een steektrap naar de tuin leidt. Het open karakter wordt geaccentueerd door een gebogen uitgewerkte scheidingswand met de traphal. In de smalle achterbouw, in het verlengde van de traphal is de keuken ingericht, met aansluitend een klein balkon.

De tweede verdieping vertoont een gelijkaardige indeling, met tegen de trappenhuizen een nachtgang die de vertrekken van de bouwheer bedient: een grote slaapkamer aan straatzijde, toegankelijk vanuit een halfrond beëindigd sas aan de hoofdtrapzaal, en een achtergelegen kleinere slaapkamer met een gemeenschappelijke badkamer. Nog achteraan, boven de keuken, ontsluit de diensttrap via een kleine hal met bergruimte en toilet een kleine kamer met koer, wellicht voor inwonend personeel.

Alle woon- en slaapvertrekken zijn voorzien met parketvloeren terwijl de natte cellen, trappenhuizen en balkons bekleed zijn met keramische vloeren.

  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 18#10112 en 86#8618458.

Auteurs:  Van den Borne, Steven
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Van den Borne S. 2016: Dokterswoning Van Runckelen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/194340 (geraadpleegd op ).


Rijhuis in nieuwe zakelijkheid ()

Rijhuis in stijl der nieuwe zakelijkheid, rond 1935. Lijstgevel waarvan bovenbouw bekleed met gele baksteen. Tweede bouwlaag met gevelbreed rechtlijnig venster, achteruitwijkend links gedeelte met halfrond balkon.


Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Dokterswoning Van Runckelen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/7732 (geraadpleegd op ).