Burgerhuis in neoclassicistische stijl, oorspronkelijk een geknikt geheel van twee gekoppelde woningen, opgetrokken in opdracht van François Van Roosenbroek, naar een ontwerp door de architect Albert Arnou uit 1895. Van het rechts aanpalende nummer 7, met een aangepaste ordonnantie op de begane grond, zijn de gevelbepleistering en het stucdecor verwijderd.

Albert Arnou, die actief was vanaf zowat 1880 tot kort vóór de Eerste Wereldoorlog, bouwde tientallen huizen in Antwerpen waarvan een groot aantal in Zurenborg. Voor zijn belangrijkste realisaties paste hij zowel een gereserveerde neoclassicistische als een uitbundige neo-Vlaamserenaissance-stijl toe, of de klassiek geïnspireerde beaux-artsstijl.

Met een gevelbreedte van twee traveeën omvat de rijwoning twee bouwlagen onder een mansardedak (leien). De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met schijnvoegen op de begane grond rust op een hoge, geprofileerde plint uit blauwe hardsteen. Asymmetrisch van opzet, legt de compositie de klemtoon op de brede, sterk geprononceerde en afgeronde rechter travee, die als risaliet is uitgewerkt, doorgetrokken tot in de bedaking. Nadrukkelijk horizontaal geleed door de puilijst en cordonvormende lekdrempels, wordt de bel-etage gemarkeerd door de rechthoekige houten erker op zware, bewerkte voluutconsoles. De borstwering met guirlandes en het entablement met een stafwerkfries en rozetten zijn gevelbreed doorgetrokken. Een gebroken fronton en een dakvenster met balustrade en driehoekig fronton bekronen de erker. De begane grond onderscheidt zich door een rondboogdeur en -zijlicht en een korfboogvenster, gevat in een geblokte archivolt op doorgetrokken imposten. Het rechthoekige bovenvenster heeft een vlakke omlijsting met diamantkoppen, een guirlande op de borstwering en een waterlijst op voluutconsoles. Aansluitend draagt de afgeronde hoekpenant een blinde rolwerkcartouche. Het klassieke hoofdgestel met een casement in de fries en een houten kroonlijst op klossen en tandlijst vormt de gevelbeëindiging; houten dakkapel met gebogen fronton. Het zijlicht en het venster van de begane grond zijn verlaagd tot vitrines voor een handelsfunctie; vernieuwd schrijnwerk.

Rijhuis van twee traveeën en twee bouwlagen onder leien mansardedak, uit de tweede helft van de 19de eeuw. Neoclassicistische bepleisterde en beschilderde lijstgevel met geknikte gevellijn; breder rechter travee met erker.

Rondboogvormige en rechthoekige muuropeningen, dakvensters respectievelijk onder gebogen en driehoekig fronton. Begane grond aangepast voor kapsalon.