Mariakapelletje "op de Berg" gelegen ten oosten van de nu verdwenen meisjes- en kantklosschool en klooster van de zusters van Sint-Vincentius a Paulo. Het complex werd opgericht tussen 1843 en 1847 op een stuk grond gelegen op het gebied "De Bergen", een hoger gelegen zanderig stuk tussen Moerkerkse Steenweg, Doornhut en Brieversweg. Het kapelletje, gefinancierd door adellijke vrouwen uit Sint-Kruis, dateert van 1875-1876 en wordt door de buurtbewoners onderhouden. Vroeger werd het speciaal tijdens de meimaand en met Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaart bezocht.

In 1878 treden de zusters van het naastliggende klooster toe bij de gemeenschap van de zusters van Maria van Pittem. Door toenemend plaatsgebrek beslist de gemeenschap in 1925 een nieuwe school en klooster te bouwen aan de kerk van Sint-Kruis (zie Pastorieweg en Boogschutterslaan). De bestaande gebouwen worden gesloopt, de gronden verkaveld en door rijhuizen ingenomen. Enkel het kapelletje blijft staan. Een tekening, wellicht uit de jaren 1920, van aannemer Vandendorpe, toont het toenmalige complex dat zich uitstrekt tussen Moerkerkse Steenweg en Brieversweg. Gans het domein is ommuurd of met hagen afgezoomd. Klooster en kapel liggen rechts van het kapelletje en rond een ommuurd binnenplein. In de zuidwesthoek van het gebied situeert zich het schoolgebouw palend aan de Brieversweg.

Voormalige kloosterkapel, gewijd aan Maria, op rechthoekige plattegrond, noord-zuid georiënteerd en enigszins achteruitliggend. De toegangsweg is afgeboord met buxushaagjes en wordt geflankeerd door twee linden, voor de ingang ligt een tegelvloer met ingewerkte tekst "H. MARIA / B.V.O.". Neogotische, verankerde bakstenen constructie op arduinen plint en onder leien zadeldak (nok loodrecht op de straat). De voorgevel is een puntgevel afgewerkt met een arduinen dekplaat en bekroond door een stenen kruis. Geprofileerde spitsboogopening met dubbele vleugeldeur, verzorgd neogotisch hang- en sluitwerk. Spitsboogvormig bovenlicht met glas in lood. Blinde zijgevels met steunberen op de hoeken. Achtergevel opengewerkt met spitsboogvormig drielichtvenster, glas in lood centraal versierd met een Mariamonogram.

Interieur. Bepleisterde en lichtblauw beschilderde wanden, houten spitstongewelf versierd met goudkleurige lelies en biezen. Op het altaar een grot met een beeld van Maria. Cementtegelvloer versierd met bloemmotieven. In de rechtermuur staat een marmeren wijwatervat met daaronder een smeedijzeren offerblok.