Teksten van Watermolen op de Demer en omgeving

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/775

watermolen en molenlandschap ()

De molensite ligt op het einde van de Winterbeekstraat, waar de valleien van de Wermbeek en de Demer samenkomen. Rondom de molen ligt een overwegend open landschap, bestaande uit velden met houtkanten, en een klein bosgebied ten noorden van de molen. De Demer ligt hier opmerkelijk hoger dan de valleibodem, met een hoogteverschil van ongeveer 1,5-2m.

Reeds voor 1300 was er al sprake van een molen in dit gebied als een van de eigendommen van de Landcommanderij Alden Biesen. Deze bevond zich echter op een andere locatie dan de huidige molen en het ging initieel over een graanmolen. Verdere brongegevens zijn verder te schaars of fragmentair, waardoor de geschiedenis van de molen pas vanaf het einde van de 15de eeuw historisch onderbouwd kan beschreven worden. De molen geraakte meermaals in verval maar werd telkens hersteld. In deze periode is de molen ook gekend als ‘Jaeckemuelen’.

In de 17de eeuw komt de molen in handen van de familie Scherpenbergh. Om tegemoet te komen aan de vraag van de groeiende textielindustrie lieten deze een volmolen bouwen, naast de bestaande graanmolen. Ook werd de loop van de Demer verlegd om een groter verval te bekomen zodanig dat de molen met een bovenslagrad kon draaien. De verhoogde dijken langs de Demer zijn vandaag nog steeds zichtbaar.

Vervolgens koopt Mathias van den Bosch de molen aan en beslist om in 1761 grootschalige werkzaamheden uit te voeren aan de site, zoals het herbouwen van het molengebouw en schuur. In het midden van de 18de eeuw bestaat het molendomein uit een woning, stallingen, schuur, brouwerij, bakhuis met moestuin, boomgaarden en een bos.

Op de Ferrariskaart staat de molen aangeduid als een langgestrekt gebouw evenwijdig met de oever van de Demer, met een aantal kleinere, alleenstaande gebouwtjes; één hiervan is de huidige molenaarswoning. De molensite ligt in het gehucht ‘Housselt molen brock’ en rondom de molen liggen weilanden afgeboord met houtkanten.

De kadasterkaart uit 1812 laat de site zien zoals we die grotendeels nu kennen. Hierop is de molen met vierkante plattegrond aan de oever van het water herkenbaar, met in het westen daarvan het molenaarshuis. Ten zuiden hiervan zijn de stallingen en vervolgens de schuur te zien. Vanaf 1844 wordt de molen als ‘watergraenmolen’ aangeduid, wat er op wijst dat hij niet meer de functie van vollen had. Waarschijnlijk dateert het huidige maalsysteem uit deze periode. De huidige molen dateert uit de tweede helft van de 19de eeuw en ligt eveneens haaks op de Demer, doch ten noorden van het complex, in het verlengde van de molenaarswoning, het enige overblijfsel van het oorspronkelijke molencomplex. Kadastermutaties duiden op kleine toevoegingen of sloopwerken gedurende de 19de en 20ste eeuw. Hierbij is de toevoeging van het bijgebouw in 1958 langs het water de grootste ingreep. Begin 1960 verlaat de laatste molenfamilie de site om elders met modernere machines verder te werken, sindsdien heeft het waterrad niet meer gedraaid.

In de periode 1846-1854 werd een spoorlijn aangelegd net ten westen van de molensite. Op de topografische kaart van 1904 is de bebossing met populieren in de vallei aangeduid. Tussen 1969 en 1981 werd ten oosten de E313 aangelegd waardoor de molen afgesneden werd van het dorpscentrum van Hoeselt en zijn verbinding met het kasteeldomein van Alden-Biezen verloor.

De omgeving van de molen is een open en nat gebied met overwegend grasland en ruigte. De huidige loop van de Demer vanaf de Molenbroekstraat tot de watermolen is gestuurd door de mens. De natuurlijke loop van de Demer lag lager in de vallei, de Oude beek is hiervan potentieel een relict. Langsheen de Demer zijn er nog dijklichamen zichtbaar vanaf de watermolen tot de lossluis en aan de noordzijde geultjes richting de Oude beek. Deze geultjes zijn mogelijks oude dijkbreuken of afwateringsgrachtjes. In het grasland in het zuidoosten zijn kleinere afwateringsgrachtjes zichtbaar. De dijken langs de droge molengracht zijn grotendeels intact. Ter hoogte van de watermolen ligt een molenpoel ontstaan ten gevolge van watererosie.

Beschrijving gebouwencomplex:

Het plaatsbezoek dateert van maart 1982, de beschrijving van het molenwerk gebeurde naar aanleiding van een plaatsbezoek in juli 1981.

Gebouwencomplex in losse schikking, de gebouwen, op de oude molenaarswoning na, dateren uit de tweede helft van de 19de eeuw. Een aantal van deze gebouwen werd bovendien recent grondig aangepast, volgens plaatsbezoek mei 1993.

De molenaarswoning, ten noorden van de gebouwen, heeft een oude kern uit de eerste helft van de 17de eeuw (mergelstenen banden, hoekbanden en S-vormige muurankers); het werd aangepast in 1762 (datering op een gevelsteen). Witgekalkt bakstenen gebouw van één bouwlaag onder zadeldak. De rechter travee en -zijgevel behielden vrij gaaf de oude kern; de linker travee en -zijgevel hebben geen mergelstenen afwerking en dateren dus uit de periode van de verbouwing: mogelijk werd een oorspronkelijk kleiner gebouw in deze periode naar links toe vergroot. De voorgevel is voorzien van twee venster in geprofileerde, houten omlijsting, waarvan het keldervenster een getralied bolkozijn is; rechts twee recente vensters onder houten latei. De rechter zijgevel is voorzien van een geprofileerde mergelstenen waterlijst, een houten kozijn uit de 19de eeuw, en een gevelsteen met opschrift: ANNO/ 1762. De linker zijgevel heeft getoogde vensters, daterend van 1762, de benedenvensters in een kalkstenen omlijsting met sluitsteen, de bovenvensters in een gelijkaardige omlijsting van mergelsteen, mogelijk hergebruikt materiaal.

Het molenhuis is een bakstenen gebouw uit eind 19de eeuw, met in de eerste helft van de 20ste eeuw gewijzigde dakconstructie. Getoogde, bakstenen muuropeningen. Het waterrad bevindt zich tegen de oostelijke zijgevel. Het is een metalen bovenslagrad met gietijzeren askop, platijzeren spaken en geklonken plaatijzeren velg met gesloten bodem; gebogen plaatijzeren schoepen. Houten molenboom, die draait via metalen tap op houten kussen. Watertoevoer via een dichtgeslibde omlegging van de Demer (vóór 1830) en geklonken ijzeren goot; van in de molen regelbaar sluiswerk (kamwielbediening).

Gaande binnenwerk van circa 1880-1890 (?): aandrijving op de molenboom via verticaal ijzeren schuin-kamwiel met houten kammen naar een horizontaal ijzeren schuin-kamwiel op ijzeren verticale as; aandrijving op de as door een ijzeren kamwiel (recht) met houten tanden dat voor de verdeling naar de twee maalstoelen zorgt via ijzeren kamwielen. De verticale as loopt door tot boven de maalzolder: overbrenging op horizontale as (ijzeren kamwiel met houten tanden naar ijzeren kamwiel); op deze horizontale as een riemschijf naar de mengelaar, en riemschijf-riem-riemschijf naar het luiwerk. Eén houten en één ijzeren steenkist met maalstenen van circa 1,40m doorsnede; twee houten galgen een metalen mengelaar en een haverpletter.

  • Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.
  • Topografische kaart van België, Philippe Vandermaelen, uitgegeven in 1846-1854, schaal 1:20.000.
  • Topografische kaarten van België, Herziening derde editie, Militair Cartografisch Instituut, uitgegeven in 1900-1930, schaal 1:20.000.
  • ERFGOED EN VISIE 2021: Beheerplan watermolen op de Demer en omgeving, Malle.
  • LINTERS A. 1981: onuitgegeven nota's, s.l.
  • SCHLUSMANS F. 1996: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kantons Bilzen - Maasmechelen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n3, Brussel - Turnhout.

Auteurs:  Verdurmen, Inge; Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Verdurmen I. & Schlusmans F. 2024: Watermolen op de Demer en omgeving [online], https://id.erfgoed.net/teksten/432654 (geraadpleegd op ).


Watermolen ()

Watermolen op de Demer, op de Ferrariskaart (1771-1777) vermeld als "Housselt Molen". Voorheen een volmolen, vervolgens een graanmolen, thans buiten bedrijf. Het plaatsbezoek dateert van maart 1982, de beschrijving van het molenwerk gebeurde naar aanleiding van een plaatsbezoek in juli 1981.

Gebouwencomplex in losse schikking, de gebouwen, op de oude molenaarswoning na, dateren uit de tweede helft van de 19de eeuw. Een aantal van deze gebouwen werd bovendien recent grondig aangepast, volgens plaatsbezoek mei 1993.

Op de Ferrariskaart staat de molen aangeduid als een langgestrekt gebouw evenwijdig met de oever van de Demer, met een aantal kleinere, alleenstaande gebouwtjes; één hiervan is de huidige molenaarswoning. Deze toestand is reeds in 1841-1844 (Atlas van de Buurtwegen), grondig gewijzigd; de molen is nu een gebouw dat haaks op de Demer ligt, ten zuiden van de andere gebouwen. De huidige molen dateert uit de tweede helft van de 19de eeuw en ligt eveneens haaks op de Demer, doch ten noorden van het complex, in het verlengde van de molenaarswoning, het enige overblijfsel van het oorspronkelijke molencomplex.

De molenaarswoning, ten noorden van de gebouwen, heeft een oude kern uit de eerste helft van de 17de eeuw (mergelstenen banden, hoekbanden en S-vormige muurankers); het werd aangepast in 1762 (datering op een gevelsteen). Witgekalkt bakstenen gebouw van één bouwlaag onder zadeldak. De rechter travee en -zijgevel behielden vrij gaaf de oude kern; de linker travee en -zijgevel hebben geen mergelstenen afwerking en dateren dus uit de periode van de verbouwing: mogelijk werd een oorspronkelijk kleiner gebouw in deze periode naar links toe vergroot. De voorgevel is voorzien van twee venster in geprofileerde, houten omlijsting, waarvan het keldervenster een getralied bolkozijn is; rechts twee recente vensters onder houten latei. De rechter zijgevel is voorzien van een geprofileerde mergelstenen waterlijst, een houten kozijn uit de 19de eeuw, en een gevelsteen met opschrift: ANNO/ 1762. De linker zijgevel heeft getoogde vensters, daterend van 1762, de benedenvensters in een kalkstenen omlijsting met sluitsteen, de bovenvensters in een gelijkaardige omlijsting van mergelsteen, mogelijk hergebruikt materiaal.

Het molenhuis is een bakstenen gebouw uit eind 19de eeuw, met in de eerste helft van de 20ste eeuw gewijzigde dakconstructie. Getoogde, bakstenen muuropeningen. Het waterrad bevindt zich tegen de oostelijke zijgevel. Het is een metalen bovenslagrad met gietijzeren askop, platijzeren spaken en geklonken plaatijzeren velg met gesloten bodem; gebogen plaatijzeren schoepen. Houten molenboom, die draait via metalen tap op houten kussen. Watertoevoer via een dichtgeslibde omlegging van de Demer (vóór 1830) en geklonken ijzeren goot; van in de molen regelbaar sluiswerk (kamwielbediening).

Gaande binnenwerk van circa 1880-1890 (?): aandrijving op de molenboom via verticaal ijzeren schuin-kamwiel met houten kammen naar een horizontaal ijzeren schuin-kamwiel op ijzeren verticale as; aandrijving op de as door een ijzeren kamwiel (recht) met houten tanden dat voor de verdeling naar de twee maalstoelen zorgt via ijzeren kamwielen. De verticale as loopt door tot boven de maalzolder: overbrenging op horizontale as (ijzeren kamwiel met houten tanden naar ijzeren kamwiel); op deze horizontale as een riemschijf naar de mengelaar, en riemschijf-riem-riemschijf naar het luiwerk. Eén houten en één ijzeren steenkist met maalstenen van circa 1,40m doorsnede; twee houten galgen een metalen mengelaar en een haverpletter.

  • LINTERS A., onuitgegeven nota's, 1981.

Bron: SCHLUSMANS F. 1996: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kantons Bilzen - Maasmechelen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Schlusmans F. 1996: Watermolen op de Demer en omgeving [online], https://id.erfgoed.net/teksten/775 (geraadpleegd op ).