Complex van drie meergezinswoningen in art-nouveastijl op de kop van het bouwblok gevormd door Wilgenstraat, Korte Stuivenbergstraat en Korte Scholiersstraat, nabij het Stuivenbergplein. De ‘werkmanswoningen’ werden gebouwd in opdracht van het Bureel van Weldadigheid van Antwerpen, naar een ontwerp door de architecten Ferdinand Dermond en Edmond J. Tyck uit 1913, uitgevoerd in 1914.
Voor het Bureel van Weldadigheid realiseerde Ferdinand Dermond samen met Edmond J. Tyck het Gesticht Arthur Van den Nest uit 1906-1908 in de Blindestraat en een meergezinswoning met dokterspraktijk uit 1910-1911 in de Steenbergstraat, gevolgd door het complex meergezinswoningen uit 1913-1914 aan het Stuivenbergplein. Deze projecten behoren tot het vroege oeuvre van Dermond, die actief was van begin jaren 1900 tot eind jaren 1950. Aan het begin van zijn carrière liet hij zich opmerken met ontwerpen in vernieuwende art nouveau, zoals de woning Laruelle uit 1906 aan de Arthur Goemaerelei. Omstreeks 1910 evolueerde zijn architectuur naar een behoudend beaux-arts- of neotraditioneel idioom, dat ook zijn oeuvre uit het interbellum kenmerkte. Een representatief voorbeeld van deze koerswending is het appartementsgebouw Van Looy uit 1929 aan de Jan Van Rijswijcklaan. Over het oeuvre van Edmond J. Tyck, die actief was vanaf de jaren 1880 tot aan de Eerste Wereldoorlog, is verder weinig bekend.
Het op de hoeken afgeschuinde complex met een totale gevelbreedte van zeventien traveeën, omvat vier bouwlagen onder een plat dak. De lijstgevel heeft een parement uit baksteenmetselwerk in kruisverband, waarbij grijs getinte steen is toegepast voor het opgaande metselwerk en ivoorkleurige steen voor het accentueren van structurele elementen als speklagen, lisenen en ontlastingsbogen. Blauwe hardsteen is gebruikt voor de plint, portalen, lekdrempels en kapitelen, en witte natuursteen voor lateien, doorgetrokken imposten, balkons, consoles, vensterposten, boogaanzet-, kraagstenen en topstukken. Volkomen symmetrisch van opzet, wordt het gevelfront geritmeerd door de twee afgeschuinde hoekrisalieten, en de drie portaalrisalieten in de middenas en de uiterste traveeën. Rechthoekige spaarvelden met overhoekse tandfriezen en kolossale pilasters omschrijven de tussenliggende traveeën.
De hoger opgetrokken hoekrisalieten met een afgeronde bekroning, onderscheiden zich bovenaan door overhoekse lisenen met een bewerkte kraagsteen en topstuk. Van de balkons met consoles boven de vroegere winkelportalen, is de oorspronkelijk smeedijzeren borstwering vernieuwd. De lagere portaalrisalieten onder een pseudo-mansarde, zijn boven het rechthoekige portaal opgevat als oplopende bow-windows met drielichten, in de borstweringen geaccentueerd door kleurrijke tegelpanelen met bloemmotieven. Het portaal van het middenpand draagt de inscriptie “WELKOM”. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, op de onderste twee bouwlagen opgebouwd uit rechthoekige vensters onder een ijzeren I-balk met rozetten op kraagstenen, op de bovenste twee bouwlagen uit korfboogvensters, alle met individuele lekdrempels. Mozaïeken met een ruitpatroon uit witte en beige brikken verrijken de borstweringen van de eerste en tweede verdieping, en de bekronende boogvelden van de hoekrisalieten. Op de begane grond hebben de vensters ontlastingsbogen, op de derde verdieping een lijnpatroon als onderdorpel. Een houten kroonlijst op gekoppelde consoles vormt de gevelbeëindiging. De portalen zijn op het middelste na aangepast tot vensters, en het schrijnwerk is vernieuwd.
Het geheel is samengesteld uit een middenpand met dubbelhuisopstand, geflankeerd door twee afgeschuinde hoekpanden. Volgens de bouwplannen omvat het brede middenpand in totaal acht woningen, die twee aan twee gegroepeerd zijn rond de centraal ingeplante, gemeenschappelijke inkom- en traphal. De gespiegelde woningen bestaan elk uit drie kamers en een keuken-wasplaats annex terrasloggia en wc, in de kern ontsloten door een overhoeks ingeplant halletje. Beide hoekpanden bieden gelijkvloers ruimte aan een winkel, met een woonkamer annex keuken en wasplaats, en een wc op de koer. Ontsloten door de zijdelings ingeplante gemeenschappelijke inkom- en traphal, bestaan de bovenwoningen uit een slaapkamer, een woonkamer en een keuken-wasplaats, met een wc op het terras.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2020: Complex meergezinswoningen in art-nouveaustijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/313856 (geraadpleegd op ).
Imposant appartementsgebouw in art nouveau, naar ontwerp van F. Dermond en E.J. Tyck, uit begin 20ste eeuw.
Grijze bakstenen lijstgevels geritmeerd door lisenen; toegangen in hoger opgaande afgeschuinde hoektravee met balkon en in halfrond uitspringende uiterste travee (trappenhuis) van Korte Scholiers- en Korte Stuivenbergstraten.
Kleurige gevelversiering met geometrisch baksteenmetselwerk. Rechthoekige en steekboogvensters, eerstgenoemde op eerste en tweede bouwlaag onder ijzeren I-balken met rozetten.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Complex meergezinswoningen in art-nouveaustijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/7754 (geraadpleegd op ).