Aansluitend bij en ingesloten door de recente gebouwen van het Instituut Maria Boodschap. In de 13de eeuw refugium opgericht door de Antwerpse Sint-Michielsabdij op haar gronden op het Kiel. De zogenaamde "hoeve van Beerscot" werd circa 1459 verbouwd tot een heerlijk huis, rond 1630 volledig door brand verwoest, na 1635 herbouwd en in 1673 en volgende verder uitgebreid met aanplanting van bossen en het graven van vijvers. Het hele domein werd omringd door een grote gracht met poortgebouw waarvan een dreef (huidige Wittestraat) vertrok naar het eigenlijke eveneens omwaterde hof. In 1799 in particulier bezit, gronden circa 1874 verkaveld voor een nieuwe woonwijk tussen Boomse Steenweg en De Bosschaertstraat. In het hof zelf openden de zusters van Paridaens in 1879 een school, in 1884 overgenomen door de zusters annonciaden van Huldenberg. Het oude prelaatshof, omringd door recente schoolgebouwen, wordt heden gebruikt als klooster.
Het oude gebouw, opklimmend tot even na 1635, kreeg grosso modo zijn huidige vorm in 1673 en volgende onder abten Van der Sterren en Macarius Simeomo. Oorspronkelijk omwaterd complex bestaande uit vier vleugels van één of twee bouwlagen onder zadel- of schilddak (leien) gegroepeerd rondom een rechthoekige binnenplaats. De vroegere grachten werden gedempt en omgevormd tot speelplaats. Bakstenen toegangsbrug op drie, heden gedichte, rondbogen met natuurstenen omlijsting en sleutel. Gebouwen in traditionele bak- en zandsteenstijl met lijstgevels en getrapte, deels ingebouwde, zijtopgevels; zandstenen hoekstenen, steigergaten, (verbouwde) kruiskozijnen en dakkapellen onder driehoekig fronton met bolornament; rechte en Y-vormige ankers.
Voorbouw met rondboogpoort in uitspringend muurvlak met speklagen, een overblijfsel van de vroegere centrale torentravee; monumentale hardstenen poortomlijsting met geringde pilasters onder rondboog met voluutsleutel, blinde boogzwikken en zware gekorniste waterlijst. Hogerop eenvoudig dakvenster in plaats van vroegere bekroning. Aan rechthoekige binnenplaats: sobere rondboog tussen zware steunberen. Voor- en achterbouw worden met elkaar verbonden door lage galerijen van vier geprofileerde korfbogen op zuiltjes met gegroefde sokkel, polygonaal kapiteel en 17de-eeuwse steenmerken op de schacht. De zuidwestelijke galerij werd later gedicht. Achterbouw van elf traveeën met doorgetrokken druiplijsten op bovenverdieping Markante dakvensters met rondboogluiken in geprofileerde zandstenen omlijsting met diamantkopsleutel en -imposten onder topgeveltje met voluten en frontonnetje. Aan binnenplaats polygonale huistoren onder kegelspits en later aangebouwde beglaasde galerij. Tegen de toren: eikenhouten Madonna op zandstenen sokkel. Achtergevel met in kelderverdieping vierkante vensters met zandstenen negblokken.