is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Begraafplaats
Deze vaststelling is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Begraafplaats: grafkapel en dodenhuis
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Oude begraafplaats
Deze vaststelling was geldig van tot
De oude begraafplaats is gelegen op de site van de afgebroken Sint-Gertrudiskerk, met de grafkapel van pastoor Van Herzele en de Sint-Markoenbron.
De nog deels ommuurde en omhaagde begraafplaats is toegankelijk via een ijzeren hek tussen gewitte bakstenen pijlers geflankeerd door treurwilgen, in de noordwesthoek aan Oud Dorp.
Deze begraafplaats bij de Schelde, omvat de voormalige ovale site van de oude parochiekerk met omringend kerkhof, zoals afgebeeld op een gepubliceerde kaart van 1793. De vroegere afbakening wordt op het terrein aangegeven door een haag. Het kerkhof wordt later uitgebreid tot aan de Scheldeoever. De oorspronkelijke kerk met nog romaanse kruisingstoren, opklimmend tot de 12de – 13de eeuw, met 17de-eeuws koor en portaal van 1737, is enkel gekend door een tekening en beschrijving van priester J.-B. Lavaut (1834-1900) en een schilderij van 1865, voor de sloop ervan in 1870.
Dicht bij de Schelde staat de grafkapel opgericht door de familie Van Herzele en opgetrokken tussen 1893 en 1895. De kapel werd ingeplant op de fundamenten van het koor van de oude kerk van Wichelen. De calvarie en het pad voor de kapel vallen samen met de hoofdbeuk van de verdwenen kerk. De oude kerk van Wetteren dateerde uit het einde van de 12de-begin 13de eeuw. In 1737-1739 werden belangrijke vergrotingswerken, aanpassingswerken en verfraaiingswerken uitgevoerd. In die campagne kwam onder andere een nieuwe poortomlijsting tot stand. Gezien de slechte bouwkundige toestand waarin de kerk zich bevond en na toezegging van een subsidie door de gemeente werd in 1870 de kerk gesloopt. Zowel het gemeentebestuur als de parochianen wensten een meer centraal gelegen plaats voor de kerk. De daardoor vrijgekomen ruimte langs de Schelde werd ingericht als kerkhof. Pastoor Van Herzele, groot voorstander en motor achter de bouw van een nieuwe kerk, tegen de mening van de kerkfabriek in, stelde voor om het koor te behouden en er een kapel van te maken. Vermoedelijk was dit plan van de dorpsherder de reden waarom de deuromlijsting de sloophamer overleefde. De omlijsting is gemerkt DP en D.
De kapel bestaat uit twee delen: een Calvarie met grafplaat voor Theodoor van Herzele en langs de andere zijde het dodenhuisje van het kerkhof. Bij aanvang werd de kapel begroot op 1169,22 frank. De kosten liepen uiteindelijk op tot 1526,42 frank waarvan de gemeente niet meer dan 250 frank wenste bij te dragen.
De vierhoekige bakstenen kapel heeft een zadeldak. Langs de zijde van de calvarie werd op de puntgevel een hardstenen kruis geplaatst. Als omkadering van de grafkapel met calvarie werd de oude gedateerde poortomlijsting (1737) gebruikt. Op de grond van de grafkapel ligt de grafplaat van baljuw en meyer Joos Verbrugghen en zijn echtgenote Catharina Van der Vaet. De steen draagt de tekst: "D.O.M. RUSTPLAETSE DES LICHAEMS OVERSCHOT VAN WYLANT D'HEER JOOS VERBRUGGHEN, IN SYN LEVEN BAILLIU ENDE MEYER VAN DE PAROCHIE VAN WICHELEN EN CERSKAMP, OUDT 60 JAEREN, STIRF DEN 27 JANRY 1670 EN JOFR. CATHERINA, CAROLINA VAN DER VAET, SYNE HUYSVRAUWE, OUDT 77 JAEREN STIRF 15 JULY 1691 DIE IN DESE KERCKE GEFONDEERT HEBBEN EEN EEUWIGH JAERGETYDE MET HET UYTREYCKEN VAN DRY VAETEN COREN, IN BROOT GEBACKEN, VOOR DEN HUYSARME, MITSGADERS GEJONT EENE SILVERE LAMPE DIE WEECKELYKS MOET BRANDEN DE GEHEELE SATERDACH EN SONDACH VOOR HET BEELDT VAN ONSE LIEVE VRAUWE AUTAER. BIDT VOOR DE SIELEN". De calvariekapel wordt afgesloten met een smeedijzeren hek. De steen wordt geflankeerd door twee delen van een middendoor gezaagde grafzerk. Voor de kapel liggen nog drie oude grafstenen.
De tegenovergestelde gevel heeft een segmentboogvormige toegangsdeur tot het dodenhuis. De zijgevels hebben twee kleine segmentboogvormige ramen uitgevend in het dodenhuis. De cementering op de gevels is van recentere datum.
De calvarie bestaat uit drie holle beelden, vermoedelijk terracotta doch door de polychromie niet dedecteerbaar. Het kruis werd aan de binnenmuur gehangen terwijl Maria en Johannes op neogotische sokkels geplaatst zijn.
Theodoor Van Herzele was pastoor van Wichelen van 1854 tot 1893. Later werden nog vier pastoors bijgezet (Franciscus Mabilde, Maurice Van Wayenbergh, Pieter Buyserie en Petrus De Causmaecker).
Achter de Calvarie bevindt zich een monumentale trap met twaalf treden afdalend naar de Schelde toe en leidend naar de lager gelegen jongere uitbreiding van de begraafplaats. Ten noordoosten, oorspronkelijk buiten de kerkhofmuur, staat de hermetste zogenaamde Sint-Markoenbron. Dit is vermoedelijk het "fonteyntken oft putteken het welcke ghenaemt wort den put van Ste Ghertruyt", ook afgebeeld op oude bedevaartvaantjes. Na het verminderen van de belangstelling voor de Gertrudisbron werd het gerecupereerd voor de verering en bedevaarten van Sint-Markoen, tweede beschermheilige van de parochie, waarbij het water van de bron gebruikt werd om zieke ledematen in te wrijven. Rond de gemetselde bakstenen waterput met hardstenen dekplaat zijn er een geplaveide vloer en hoge haag aangelegd. De huidige begraafplaats is aangelegd in rijen met de hoofdas naar de Calvariekapel met meest imposante hardstenen graftekens en onder meer twee graftekens in cementrustiek, gesigneerd "A. Debrichy (?).
Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier DO002265, zes grafkapellen.
Auteurs: Mertens, Joeri; Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Oud Dorp
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Begraafplaats [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/77634 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.