Twee gekoppelde burgerhuizen in neoclassicistische stijl naar een ontwerp door de aannemer C. Joseph Brusselairs uit 1908. Als opdrachtgevers worden J. en L. Brusselairs vermeld, wellicht de aannemer zelf en/of naaste verwant(en). Brusselairs lijkt in Antwerpen actief te zijn geweest vanaf omstreeks 1880, minstens tot aan de Eerste Wereldoorlog. Hij behoorde vermoedelijk tot dezelfde familie als de aannemers Pieter Brusselairs (1845-1918) en diens schoonzoon en opvolger W. Paschal-Brusselairs, alle drie onder meer gevestigd in de Grétrystraat. Voor zijn residentiële architectuur paste de aannemer zonder onderscheid een conventioneel neoclassicisme toe, hier met een verzorgd stucdecor.
Met een gevelbreedte van drie traveeën, tellen de volgens spiegelbeeldschema gekoppelde rijwoningen drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevels rusten op een geprofileerde plint uit blauwe hardsteen. Geleed door de puilijst en met schijnvoegen op de begane grond, beantwoordt de compositie aan een axiaal opzet. Het middenrisaliet wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een balkon met consoles en gebuikte gietijzeren borstwering. Verder is de opstand opgebouwd uit registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen, op de eerste verdieping in geriemde omlijsting met een volutenpaneel op de borstwering, op de tweede verdieping omlijst door pilasters en een boogveld met rankwerk, de borstwering met een paneeldecor. Een gekorniste houten kroonlijst met tandlijst en consoles in het risaliet vormt de gevelbeëindiging. Het houten schrijnwerk van de inkomdeuren en een deel van de vensters is bewaard, evenals het smeedijzeren traliewerk en de gietijzeren voetschrapers.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Zoals gebruikelijk beslaat de enfilade van salon, eetkamer en veranda met bovenlicht de begane grond, met in de achterbouw de keuken en wc. De eerste en tweede verdieping omvatten telkens twee slaapkamers, met respectievelijk een kleine achter- en zijkamer; twee mansardes en een zolder bevinden zich onder het dak.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1908#2449.