Van het oorspronkelijke, preromaanse gebouw uit de 10de eeuw rest de onderste geleding van de toren. De twee bovenste geledingen werden gebouwd in overgangsstijl van circa 1250. Het schip dateert van 1770. Deze oorspronkelijke zaalkerk werd vergroot in 1896 en 1931 naar ontwerp van M. Christiaens tot het huidige basilicale gebouw.
De plattegrond beschrijft een thans driebeukig schip van zes traveeën met voorstaande westtoren en aanbouwsel onder lessenaarsdak tegen de noordgevel, kapel met driezijdige koorsluiting in de eerste twee traveeën van de noordzijgevel, en een koor van een rechte travee met driezijdige sluiting, geflankeerd door sacristieën.
Toren van drie geledingen, waarvan de onderste is opgetrokken uit breuksteen (silex, kalksteen, puimsteen etcetera) en in de 13de eeuw voorzien werd van twee steunberen van afbraakmateriaal van de bovenste geledingen en mergelblokken. Het portaal in de westgevel is recent; erboven, een gedichte nis of vensteropening (?). In de zuidzijde bevindt zich een in de 13de eeuw gedichte rondboogpoort, die met mergelsteen werd omgevormd tot een spitsboogvenster. Erboven een rondboogvenster en de aanzet van lisenen. De tweede, mergelstenen geleding is voorzien van rondbooglisenen, de bovenste vertoont een rondboogvormig galmgat in elke zijde. Barokke, ingesnoerde spits (leien).
Bakstenen schip op een breukstenen plint; koor op een kalkstenen plint. Zadeldaken (leien). Kalkstenen hoekbanden aan middenschip en koor. De oorspronkelijke classicistische zaalkerk is voorzien van eenvoudige, bakstenen rondboogvensters en bakstenen pilasters die de traveeën markeren. De zijbeuken, onder afgewolfd lessenaarsdak, zijn in dezelfde stijl opgetrokken; neoclassicistisch portaal in de derde travee van de zuidgevel. Het portaal van de classicistische kerk bevindt zich in het aanbouwsel aan de noordzijde van de toren: korfboogpoortje in een kalkstenen spiegelboogomlijsting met imposten, sluitsteen en druiplijst. 19de-eeuwse rondboogvensters in hardstenen omlijsting in het koor. Beide sacristieën dateren uit dezelfde periode en zijn voorzien van gelijkaardige muuropeningen.
Het interieur dateert van 1931; bakstenen gewelven en bepleisterde muren. Rondboogarcade tussen de beuken op bak- en hardstenen pijlers. Kruisribgewelven op consoles.
Mobilair: Schilderij op doek met voorstelling van de Kruisafname, naar Rubens (17de eeuw); schilderij op doek met voorstelling van de marteldood van Sint-Stefanus (18de eeuw).
Processiemadonna in het noordelijk zijaltaar. Barok hoofdaltaar, portiekaltaar met twee medaillons toegeschreven aan Delcour, marmer, afkomstig uit de Sint-Pauluskathedraal van Luik (1689), en altaarstuk, schilderij op doek, met voorstelling van de marteldood van Sint-Stefanus door Lodewijk Hendrix van Peer (tweede helft 19de eeuw); zijaltaren, portiekaltaren (begin 18de eeuw). Twee eiken régence-biechtstoelen, waarvan die in de zuidelijke zijbeuk gedateerd 1741, die in de noordelijke zijbeuk met de wapens van Matthias van den Bosch en Ida Lemmens, volgens B. Geukens gedateerd 1769; twee eiken biechtstoelen (eerste helft 19de eeuw). Communiebank, eik, Lodewijk XIV (begin 18de eeuw). Koorgestoelte (eind 18de, begin 19de eeuw). Messing koorlezenaar (begin 20ste eeuw). Orgel met balustrade, eik (circa 1780). Credenstafel, geschilderd hout, rococo (midden 18de eeuw), en hout (eind 18de eeuw). Hardstenen doopvont (13de eeuw).