Eclectisch breedhuis uit begin 20ste eeuw; souterrain, drie bouwlagen, twee ongelijke traveeën op eerste en een brede travee op bovenste bouwlaag onder mansardedak (leien, pannen). Witbeschilderde gecementeerde opstand met schijnvoegen. Begane grond met smalle deur- en brede bel-etagetravee geordonneerd door pilasters onder puilijst. Bovenverdieping gemarkeerd door trapezoïdale erker onder gestileerde gietijzeren balkonleuning en voorts oplopend in tuitgevel van dakvenster. Voornamelijk accoladebogige muuropeningen onder meer deur onder rechte kroonlijst met bovenlicht. Souterrain verbouwd tot garage. Thans (2004) schrijnwerk vernieuwd.