Hoeve "Oosthille". Hoeve met losse bestanddelen rondom erf. Volgens opzoekingen van Vervenne in oorsprong opklimmend tot de eerste helft van de 15de eeuw. Toen naar verluidt in het bezit van ene Jan Woesteland, ingeschreven als poorter van Brugge; de hofstede zou in die periode belast zijn geweest met verschillende renten ten voordele van de kerk en de dis. In het begin van de 17de eeuw wordt het "vervallen hofstedeke" door de toenmalige eigenaar Pieter Steynaert uitgebreid en beveiligd met een gracht.
In zijn huidige configuratie afgebeeld op de Ferrariskaart (1770-1778), het primitief kadasterplan (circa 1834) en de Atlas der Buurtwegen (circa 1845). Door de aanleg van de spoorweg in 1846 en de Expresweg circa 1972 wordt een deel van het bijhorende land onteigend.
Aan de straatkant, woonhuis van het langgeveltype met zijsteunberen en twee opkamertraveeën; in een lager volume bevindt zich een stal, aan erfzijde afgewerkt met twee getuite dakvensters en segmentboogopeningen. Grote schuur met houten bekisting en deels bakstenen zijmuren; er tegenaan een aangebouwde opslagplaats van 1953. Een tweede schuur met zelfde beplanking sluit samen met het bakhuis van 1888 het erf af in het zuiden.
Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, 207: Mutatieschetsen, Sint-Michiels, 3/1953, 1/1977.
BONDUEL P. 1992: Geschiedenis van de Brugse rand. Sint-Michiels, p. 62-63.
VERVENNE A. 1976: Oude hoeven, herbergen en molens en hun bewoners te Loppem, Loppem, p. 47-50.
Bron: VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. met medewerking van GILTÉ S. & DENDOOVEN K. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Brugge, Deelgemeente Sint-Michiels, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL22, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)