Het hardstenen monument voor de gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog werd in het voorjaar van 1921 opgericht naar een ontwerp van Stes Ulrix, bouwkundige uit Nederheim. Het werd vervaardigd door S. Warzée van Tongeren; Mathieu Maurissen van Hoeselt smeedde het ijzeren hek dat het geheel afsloot. Eertijds stond het gedenkteken aan de zuidzijde van de kerkhofmuur van de Sint-Stephanuskerk. Op een niet gekende datum (maar vóór 2000) werd het verplaatst naar zijn huidige locatie naast de toren van de kerk.
Het hardstenen monument is ongeveer 3,50 meter hoog. Op een ronde sokkel, bestaande uit drie treden, staat een vierkante, naar boven toe verjongende pijler met een geprofileerde basis. Het bronzen beeld op de pijler is geïnspireerd op de Griekse Nikè, godin van de overwinning. Het is een gevleugelde vrouwelijke figuur die met de krans van de overwinning zegerijk naar de hemel zwaait.
Op de sokkel van het monument staat vooraan de inscriptie: SOMERS LOUIS/ BURGER GEFUSILLEERD TE LUIK 29-6-16. De vier hoeken van de pijler worden geflankeerd door rechthoekige sokkels bekroond door vergulde metalen leeuwenfiguren. Aan de voorzijde van de pijler leest men: AAN ONZE HELDEN/ GEVALLEN VOOR/ HET VADERLAND, een inscriptie die voorkomt op een draperie. Aan de zijkanten prijken de namen van de gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog op analoge draperingen.
Boven de dekplaat komt vooraan een voorstelling ten halve lijve voor van het Heilig Hart, met het jaartal 1914 op een banderol; aan de zijkanten bemerkt men het jaartal 1918, een palm en een krans en achteraan een kruis. Onder dit kruis komt een driehoekige metalen plaat voor met de voorstelling van een leeuwenkop; daaronder een rechthoekige metalen plaat met inscriptie: 40-45/ HULDE AAN DE/ WEERSTANDERS/ AFD. HOESELT.
Het achthoekig metalen hek rond het monument is recent naar oud model.
- GOOSSENS E. 1982-1983: Relikten van beide wereldoorlogen als toeristische objekten in Zuid-Limburg, onuitgegeven eindverhandeling, Hasselt, Hoger Rijksinstituut voor Toerisme, Hotelwezen en Voedingsbedrijven, 77.