Voor de Eerste Wereldoorlog was het vredegerecht ondergebracht in het Stadhuis. Na de oorlog aankoop van twee percelen (1925) gelegen aan de Koning Albertstraat en aan de Grote Markt, waarop respectievelijk het "Huis Pieters" en "'t Groot Sint-Joorishof" (enkel het deel naar de Koning Albertstraat wordt aangekocht) waren opgetrokken. Het "Huis Pieters" (Koning Albertstraat) - een herenhuis van 1621 in regionale baksteenarchitectuur en Vlaamse renaissance met een aediculavenster in het brede getrapte dakvenster - werd in 1924-1925 historiserend heropgebouwd naar ontwerp van Jozef Viérin (Brugge) en Lucien Coppé (Brugge) en ingericht als Vredegerecht, zie inscriptie: "ANNO/ VREDE/ GERECHT/ 1925" (boogvelden van de begane grond).

In vergelijking met het vooroorlogse "Huis Pieters" werden echter een aantal wijzigingen aangebracht. Functioneel werd het huisvolume links uitgebreid met een toegangspartij met poort en deur (zie bijkomend perceel, aanvankelijk boven de poort slechts één bouwlaag, vermoedelijk in de jaren 1950-1960 verhoogd, doch in dezelfde bouwstijl). Stilistisch kreeg het verankerde geelbakstenen pand boven natuurstenen plint een grotere uniformiteit dan het vooroorlogse pand: het dakvolume wordt nu gevat tussen twee getrapte zijgevels; de uitgewerkte verdiepte vensternissen met gebruik van geschaafde baksteen met nulvoeg en met schelpmotief voor de boogvelden worden gereconstrueerd in de middenste traveeën van de tweede bouwlaag en in het dakvenster, maar ook uitgebreid naar de uiterste traveeën van de tweede bouwlaag. Arduinen kruisramen met glas in lood in de bovenlichten. Tevens reconstructie van het aediculavenster in het brede getrapte dakvenster. De toegang wordt van het hoofdvolume verplaatst naar de toegangspartij. Aan de achterzijde, haakse uitbouw onder zadeldak en rechts driezijdig torenvolume onder leien bedaking, voor de trappartij.

Interieur met deels bewaard origineel meubilair: portaal met bewaarde houten zitbanken, uitlopend op stenen draaitrap met ijzeren leuning (torenvolume). Op de begane grond, griffie en raadkamer: markerende boekenkasten en houten schouwmantel met spiegel, geflankeerd door muurkasten met glas in lood. Op de bovenverdieping overloop met zitbanken, vervolgens zittingszaal (voorheen ook voor de politierechtbank) met natuurstenen schouw met schouwmond ingevuld met baksteen en geglazuurde tegeltjes, bewaard meubilair met zitbanken, beklaagdenbank en zitgestoelte voor de rechters, geaccentueerd door hoge lambrisering.