is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Klooster en kapel van de zwarte zusters
Deze vaststelling is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Klooster en kapel van de zwarte zusters: kloosterkapel
Deze bescherming is geldig sinds
is deel van de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Handzamevaart met omgeving
Deze bescherming is geldig sinds
is deel van de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Klooster en kapel van de Zwarte Zusters
Deze vaststelling was geldig van tot
Gelegen aan de hoek met Kwadestraat en Kwadestraat nummer 13. Klooster en kapel van de Zwarte Zusters, heropgebouwd in de jaren 1920.
Naar aanleiding van een pestepidemie in 1479 verzocht de stadsmagistraat de zwarte zusters om zich te Diksmuide te vestigen. Ze kregen het huis "Sint-Andries" op de hoek van de Paaphoek (huidige Fuselierstraat) en de Zwartenonnenstraat (nu IJzerlegerstaat) toegewezen. Door de wet van 6 november 1796 werd het klooster van de zwarte zusters als nationaal goed verkocht, daarna leefden de zusters verspreid in de stad. Het oude kerkje van de zwarte zusters zou nog op de kadasterkaart van 1842 aangeduid zijn, maar verdween in 1860 toen notaris Stevelinck er een woning optrok (zie straatinleidingen Fuselierstraat en IJzerlegerstraat). In 1822 verhuisden de zusters naar de "Appelmarkt" (de huidige Vismarkt) waar er naast het klooster (een vermoedelijk 18de-eeuwse herenwoning) twintig jaar later ook een kapel werd gebouwd in een sobere neoclassicistische baksteenarchitectuur. Tot de Eerste Wereldoorlog verzorgden deze zusters de zieken 'deur aan deur'.
Na de Eerste Wereldoorlog, wederopbouw van klooster en kapel en aansluitende kraamkliniek (Kwadestraat nummer 13) die in 1975 werd omgevormd tot polikliniek, dit naar plannen van architect Charles (of K.) Laloo (Izegem). Het klooster refereert in zijn volume van twee bouwlagen en de leien bedaking aan het vooroorlogse klooster. Sobere baksteenbouw geritmeerd door rechthoekige muuropeningen verdiept in steekboog- of accoladeboognissen, of onder ontlastingsbogen, afwisselend dakvensters met tuitgevel en dakkapellen onder leien bedaking. Houtwerk met kleine roedeverdeling.
Rechts aansluitend op de hoek met de Kwadestraat, kapel als volume refererend aan de vooroorlogse kapel. Heropgebouwd met inslag van de regionale baksteengotiek confer de geprofileerde omlijstingen en de spitsboogramen met bakstenen maaswerk. De dakruiter wordt vervangen door een klokkentorentje als gevelbekroning. Sterk vernieuwd witbepleisterd interieur, bewaarde 18de-eeuwse grafsteen.
Bron: MISSIAEN H. & VANNESTE P. met medewerking van GHERARDTS F. & SCHEIR O. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Diksmuide, Deel I: Deelgemeenten Diksmuide, Beerst, Esen, Kaaskerke, Keiem en Lampernisse, Deel II: Deelgemeenten Leke, Nieuwkapelle, Oostkerke, Oudekapelle, Pervijze, Sint-Jacobskapelle, Stuivekenskerke, Vladslo en Woumen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL18, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanneste, Pol; Missiaen, Halewijn
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
De kraamkliniek (Kwadestraat nummer 13) is gesloopt.