Verbouwde wederopbouwhoeve van de jaren 1920 met aan de gevel van het boerenhuis een bronzen gedenkplaat als huldeblijk aan Luitenant-kolonel Maximilien Rademakers. Op 7 mei 1915 beveelt het Belgische Algemene Hoofdkwartier aan de 5de Legerdivisie om ten noorden van Diksmuide een bruggenhoofd over de IJzer te veroveren en uit te bouwen. De opdracht wordt toevertrouwd aan het 3de Regiment Jagers te Voet die in de nacht van 9 op 10 mei de IJzer overschrijdt en er een stelling inricht. De daaropvolgende weken trachten de Duitse troepen de stelling terug in te nemen, waarbij circa 130 soldaten sneuvelen, waaronder ook Maximilien Rademakers, de bevelhebber van het regiment. Rechthoekige bronzen gedenkplaat met het tweetalige opschrift: "Huldeblijk der verbroederingen van de 3de en 6de reg(imen)ten Jagers te Voet aan hun roemrijke korpsoverste de Lt Colonel S.B.H. Maximilien Rademakers", "Hier vond hij op 12 juni 1915 de heldendood" en "Snelden hem ter hulp en sneuvelden" met de bijhorende namen van de gesneuvelden en de data "1914-1918". De gedenkplaat werd ingehuldigd op 18 juni 1950.
Bron: MISSIAEN H. & VANNESTE P. met medewerking van GHERARDTS F. & SCHEIR O. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Diksmuide, Deel I: Deelgemeenten Diksmuide, Beerst, Esen, Kaaskerke, Keiem en Lampernisse, Deel II: Deelgemeenten Leke, Nieuwkapelle, Oostkerke, Oudekapelle, Pervijze, Sint-Jacobskapelle, Stuivekenskerke, Vladslo en Woumen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL18, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanneste, Pol; Missiaen, Halewijn
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Vanneste P. & Missiaen H. 2005: Wederopbouwhoeve [online], https://id.erfgoed.net/teksten/78156 (geraadpleegd op ).
Gedenkplaat, opgehangen aan voorgevel woonhuis Beerstblotestraat, nr 8, langs de IJzer, vlak tegenover de Dodengang.
Maximilien A.H. Rademakers, geboren in Maaseik op 31 mei 1864 en gehuwd met Gabrielle Dumon de Menten, had al een ganse militaire carrière doorlopen, toen de oorlog in augustus 1914 uitbrak: in 1885 werd hij onderluitenant, in 1890 luitenant, in 1899 kapitein, in 1902 kapitein-commandant. In 1903 ging hij naar de Krijgsschool en werd hij Stafadjunct (vanaf 1923 werd dit Stafbrevethouder genoemd, vandaar de afkorting S.B.H. of B.E.M in het Frans op de gedenkplaat). In 1912 werd hij als majoor bevelhebber van het 1ste Bataljon van het 4de Linieregiment.
Bij de Slag bij Halen (12 augustus 1914) raakte hij gewond, maar nog in augustus 1914 (wat vrij uitzonderlijk was) werd hij benoemd tot Officier in de Leopoldsorde, wegens zijn tentoongestelde militaire kwaliteiten tijdens deze slag. Op 27 september 1914 werd hij opnieuw gewond, dit tijdens een gevecht bij Hofstade. Hij belandde in het militaire hospitaal van Antwerpen.
In februari 1915 werd Rademakers bevelhebber van het 3de Regiment Jagers te Voet en werd hij bevorderd tot Luitenant-kolonel. De 5de Legerdivisie, waartoe zijn regiment behoorde, werd ingezet in de sector Diksmuide. Op 6 april 1915 werd hij voorgesteld voor bevordering tot kolonel.
Het Belgische Algemene Hoofdkwartier beval aan de 5de Legerdivisie om een bruggenhoofd over de IJzer, ten noorden van Diksmuide, te veroveren en uit te bouwen. De opdracht werd toevertrouwd aan het 3de Regiment Jagers te Voet. In de nacht van 9 op 10 mei 1915 overschreed het regiment de IJzer en richtte er een stelling in. Duitse tegenaanvallen bleven de volgende dagen niet uit, waardoor er heel wat bloed vloeide. Niettemin werd tussen beide partijen ook een korte wapenstilstand afgesloten, om de gewonden en doden van het slagveld te halen. Tussen 16 en 26 mei 1915 volgden opnieuw zware Duitse beschietingen.
Luitenant-kolonel Rademakers raakte op 12 juni 1915 in zijn hoofd getroffen door een kogel, toen hij zich in de stelling bevond. Drie mensen die hem ter hulp schoten - soldaat Bauwens, aalmoezenier Lehoucq en brancardier Wademant - moesten het eveneens met hun leven bekopen. De vier lichamen werden naar het kantonnement Alveringem gedragen. Het regiment werd de volgende dag (13 juni 1915) afgelost.
Op 16 juni 1915 werd Rademakers begraven op de Belgische militaire begraafplaats van Adinkerke. Op 20 augustus 1921 werd Rademakers, die woonachtig was in Brugge, herbegraven in een familiegraf in Sint-Kruis.
In 1920 werd een kazerne in Brugge, nabij de Kruispoort, naar hem genoemd. Toen die kazerne begin jaren ’70 werd afgebroken, werd een nieuwe kazerne in Lissewege opnieuw naar hem genoemd.
De officiële onthulling van de gedenkplaat, op de plaats waar Rademakers gevallen was, vond plaats op 18 juni 1950 in aanwezigheid van zijn weduwe en vertegenwoordigers van het ministerie van Landsverdediging, parlementsleden, militaire en burgerlijke overheden, familieleden, oud-strijdersverenigingen en het gemeentebestuur.
Rechthoekige bronzen plaat met verdikte rand.
Alle teksten in hoofdletters en zonder accenten. Links: 'Hommage des fraternelles des 3me et 6me regt de chasseurs à pied à leur glorieux chef de corps le lt colonel B.E.M.'; in het midden een reliëf met brandende toorts en links en rechts de regimentskentekens met de getallen '3' en '6' op; rechts: 'Huldeblijk der verbroederingen van de 3de en de 6de regten jagers te voet aan hun roemrijke korpsoverste de lt colonel S.B.H.', 'Maximilien Rademakers', 'Tombé en héros ici le 12 juin 1915', 'Tués en lui portant secours:', 'Hier vond hij op 12 juni 1915 de heldendood', 'Snelden hem ter hulp en sneuvelden', de namen van de doden, tweetalig en alfabetisch gerangschikt, '1914-1918'.
H. 98,5 cm x Br. 118 cm
Bron: WOI Relict (313): Gedenkplaat voor Lt-Kol. M. Rademakers (Beerst - WOI)
Auteurs: Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. & Bogaert N. 2004: Wederopbouwhoeve [online], https://id.erfgoed.net/teksten/391237 (geraadpleegd op ).