"Drie Eiken hoeve", zie huidige stafkaart. Achterin gelegen wederopbouwhoeve van de jaren 1920. Als omwalde hoevesite met twee volumes in L-vormige opstelling reeds aangeduid op de Ferrariskaart (1770-1778). De huidige naam komt voor het eerst voor op de Atlas der Buurtwegen (circa 1843), doch is verkeerdelijk aangeduid bij een meer noordwestelijk gelegen hoeve. Roodbakstenen bestanddelen onder pannen zadeldaken in losse opstelling rondom het onverharde erf ingeplant. Ten westen, laag boerenhuis van vijf traveeën en één opkamertravee onder zadeldak met klokkenruiter. Naar de erftoegang toe, gecementeerd gevelparament met uitzonderlijk rijke decoratie. Erfgevel met deels gewijzigde muuropeningen. Vernieuwd houtwerk. Stal- en schuurvolume met typische wederopbouwkenmerken, zie roodbakstenen volumes met korfboogvormige muuropeningen en verankerde tuitgevels op schouderstukken met muurvlechtingen en aandaken. Voorts, laaddeuren met afdekking voor het ophaalsysteem in de topgevels van zowel het stalvolume als het boerenhuis. Erftoegang gemarkeerd door lindes en twee bakstenen erfpijlers met ijzeren hek.
Bron: MISSIAEN H. & VANNESTE P. met medewerking van GHERARDTS F. & SCHEIR O. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Diksmuide, Deel I: Deelgemeenten Diksmuide, Beerst, Esen, Kaaskerke, Keiem en Lampernisse, Deel II: Deelgemeenten Leke, Nieuwkapelle, Oostkerke, Oudekapelle, Pervijze, Sint-Jacobskapelle, Stuivekenskerke, Vladslo en Woumen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL18, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Vanneste, Pol; Missiaen, Halewijn Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)