is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Naamsteen Slag aan de IJzer
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Naamsteen Slag aan de IJzer
Deze vaststelling was geldig van tot
Gelegen langs de Dodengangstraat, ter hoogte van het kruispunt met de vroegere spoorwegberm, circa 1200 meter ten westen van de Dodengang, in vlak landelijk gebied.
Naar aanleiding van de verjaardag van het overlijden van Koning Albert I en het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog richtte de Provincie West-Vlaanderen tussen 1984 en 1988 - in verschillende reeksen - 25 gedenktekens op, 'Naamstenen' genoemd. Ze werden vooral in de frontstreek geplaatst op die locaties, waar niets meer aanwezig was dat herinnerde aan bepaalde belangrijke gebeurtenissen of installaties uit de Eerste Wereldoorlog.
De naamstenen moeten getuigen over de grootse tragedie die zich in de Westhoek heeft afgespeeld en tegelijk het bewustzijn van een mogelijk drama levendig houden. De dieper gelegen boodschap die de Provincie aan jongeren wil meegeven, is die van “Nooit meer oorlog”. Met het monogram van koning Albert, dat in de meeste naamstenen gebeiteld is, wil de Provincie hulde brengen aan een koning, die vier jaar in moeilijke omstandigheden aan het hoofd van het Belgische leger heeft gestaan.
In 1984 werd een eerste reeks Naamstenen geplaatst. Drie van de zes toen opgerichte gedenkstenen dragen de naam “Slag aan de IJzer 18-31 oktober 1914” en staan langs de voormalige spoorwegbedding opgesteld: twee in Ramskapelle (nabij de Belgische militaire begraafplaats en nabij het oude stationsgebouw) en één in Kaaskerke, op het kruispunt van de Frontzate met de Dodengangstraat. Zij willen herinneren aan het uitzonderlijk belang die de spoorwegbedding op de lijn Nieuwpoort-Diksmuide speelde tijdens de Slag aan de IJzer en het verdere verloop van de Eerste Wereldoorlog.
Na de aftocht uit Antwerpen zag Koning Albert zich gedwongen zijn troepen achter de IJzer samen te brengen.
De Slag om de IJzer barstte los op 18 oktober: de Duitsers richtten hun aanvallen op de haastig geïnstalleerde Belgische posities en de Belgen werden gedwongen zich steeds verder terug te trekken. Op 20 oktober was enkel Diksmuide op de oostelijke IJzeroever nog niet in Duitse handen gevallen. In de nacht van 23 op 24 oktober staken de Duitsers massaal de IJzer over. Belgische en Franse tegenaanvallen mondden uit in bloedige slachtingen, maar haalden weinig uit. Met grootse moeite konden de Belgen op 26 oktober de spoorweg tussen Pervijze en het station van Booitshoeke behouden.
De Duitse legerleiding besloot echter om hun posities aan de westelijke IJzeroever te consolideren en een pauze in de gevechten in te lassen. Deze pauze zou voor het Duits offensief fataal zijn. Ondertussen waren de voorbereidingen voor de inundatie van de IJzervlakte, de vlakte tussen de IJzer en de spoorweg Diksmuide-Nieuwpoort, volop aan de gang. De eerste pogingen tot onderwaterzetting mislukten, maar het dichten van de talrijke openingen in de spoorwegbedding, gecombineerd met het openen van het verlaat van de Noordvaart zetten de vlakte onder water. De herneming van het Duitse offensief op 30 oktober werd door het alsmaar stijgende water gefnuikt. De Slag om de IJzer was voorbij, de stellingenoorlog kon beginnen...
De spoorwegberm van de lijn Diksmuide-Nieuwpoort werd ingericht als de Belgische eerste linie. De berm diende zowel als dijk tegen het water van de overstromingen, evenals als borstwering. Zandzakjes werden 's nachts aangevoerd om loopgraven, schuilplaatsen en commandoposten op te bouwen. Een deel van de schuilplaatsen werd met baksteen opgebouwd, afkomstig uit de voorraden van de steenbakkerij van Ramskapelle. Andere constructies werden met beton opgetrokken, nog andere gewoon met planken en balken en bedekt met zandzakjes. De loopgraven moesten meestal bovengronds opgebouwd worden.
In het onderwater gezette gebied hadden zowel de Duitsers als de Belgen hoger gelegen gebieden ingepalmd die ze inrichtten tot voorposten. Vanaf de spoorwegberm vertrokken lange loopbruggen (passerellen) naar de Belgische voorposten.
Tijdens de oorlog was het op vele plaatsen achter de spoorwegbedding relatief rustig, op andere plaatsen, zoals in de omgeving van de Dodengang (waar de Duitsers versterkingen hadden uitgebouwd op de linkeroever van de IJzer) was het leven veel minder rustig...
Vrijstaande gedenksteen, bestaande uit een rechthoekige sokkel uit gewapend beton, die vooraan driehoekig uitloopt. Een grote ruitvormige gedenksteen (80 x 80 x 10cm) uit witte natuursteen is schuin tegen de sokkel bevestigd.
Bovenaan het gekleurde wapenschild van West-Vlaanderen in geanodiseerd aluminium. Daaronder de tekst "Slag aan de Ijzer 18-31 oktober 1914". De letters zijn diep V-vormig in de steen gekapt en lichtgrijs gepatineerd. Onderaan het officieel monogram van Koning Albert I.
H.140 x Br.50 x D.20cm.
Uitvoering: J. Vansteenkiste, provinciale Dienst voor Cultuur Brugge (ontwerper gedenksteen) - P.H. Boudens, Brugge (ontwerper en uitvoerder opschriften) - J. Hollevoet (spanbeton sokkel)
Bron: WOI Relict (360): Naamsteen Slag aan de IJzer (Kaaskerke - WOI)
Auteurs: Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Dodengangstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Naamsteen Slag aan de IJzer [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/78239 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Diksmuide
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.