Zogenaamde "KASTEELHOEVE", zie houten naambord. Achterin gelegen hoeve, in de jaren 1920 heropgebouwd naar ontwerp van en G. De Backere en N. Lacroix uit Gistel. Als omwalde hoevesite reeds aangeduid op de Ferrariskaart (1770-1778). Twee grote roodbakstenen volumes onder zadeldaken evenwijdig met elkaar rondom het verhard erf ingeplant. Ten noorden, boerenhuis met markante naar het erf georiënteerde tuitgevel en twee opkamertraveeën. Rechts aansluitend, lagere stalvleugel. Ten zuiden, grote stalvleugel met laadvenster als tuitgevel en rechts afzonderlijk wagenhuis met drie korfboogvormige poorten. Verzorgde wederopbouwarchitectuur, zie veralgemeend gebruik van verankerde tuitgevels op schouderstukken met muurvlechtingen en aandaken, boerenhuis met rechthoekige muuropeningen gevat in tudor- en korfboogvormige vensternissen met in de boogvelden visgraatmotief en gebruik van smalle steunbeertjes bij het wagenhuis.
NOTEBAERT A., NEUMANN C. e.a., Inventaris van het archief van de Dienst der Verwoeste Gewesten, Algemeen Rijksarchief, Brussel, 1986, nr. 8866.
Bron: MISSIAEN H. & VANNESTE P. met medewerking van GHERARDTS F. & SCHEIR O. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Diksmuide, Deel I: Deelgemeenten Diksmuide, Beerst, Esen, Kaaskerke, Keiem en Lampernisse, Deel II: Deelgemeenten Leke, Nieuwkapelle, Oostkerke, Oudekapelle, Pervijze, Sint-Jacobskapelle, Stuivekenskerke, Vladslo en Woumen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL18, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Vanneste, Pol; Missiaen, Halewijn Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
