Aan de straatzijde gelegen Duitse bunker uit de Eerste Wereldoorlog behorende tot de derde Duitse linie ten oosten van de IJzer. Mogelijk gaat het hierbij om een Duits hoofdkwartier. Groot rechthoekig betonnen volume (verloren bekisting) onder plat dak met lagere betonnen bijbouw aan de noordoostzijde. Nagenoeg volledig gesloten met een toegang en twee vensteropeningen aan de noordoostzijde en een tweede toegang vanuit de bijbouw. De interne verdeling is onbekend.
Bron: MISSIAEN H. & VANNESTE P. met medewerking van GHERARDTS F. & SCHEIR O. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Diksmuide, Deel I: Deelgemeenten Diksmuide, Beerst, Esen, Kaaskerke, Keiem en Lampernisse, Deel II: Deelgemeenten Leke, Nieuwkapelle, Oostkerke, Oudekapelle, Pervijze, Sint-Jacobskapelle, Stuivekenskerke, Vladslo en Woumen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL18, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanneste, Pol; Missiaen, Halewijn
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Vanneste P. & Missiaen H. 2005: Duitse bunker [online], https://id.erfgoed.net/teksten/78343 (geraadpleegd op ).
(Nu) aangebouwde bovengrondse betonnen constructie, bij de boerderij "De Mote" langs de Dwarsstraat in Leke, nabij het kruispunt met de Moerestraat. Gelegen ten noordoosten van Leke in landelijk, vlak gebied.
Leke lag na de Slag aan de IJzer gedurende de rest van de oorlog in Duits gebied. Deze bunker lag op de derde Duitse linie. Gezien de grootte van de betonnen constructie, zou het kunnen gaan om een Duitse commandopost.
Bovengrondse militaire constructie, bestaande uit een groter gedeelte (rechthoekig grondplan) met een aanbouw (kleine rechthoek) aan noordoostelijke zijde. Het geheel is bij benadering 14 meter lang en 9 meter breed en vrij hoog (meer dan drie meter). Het beton is tegen planken gegoten, behalve de zijkant aan noordwestkant (vermoedelijk tegen bakstenen gegoten). Het dak van centrale gedeelte is nagenoeg vlak, maar aan de zijkanten schuin afgeboord; het dak van de aanbouw is lager en schuin.
De zuidwestkant is nagenoeg volledig gesloten, op een paar uitsparingen na (waaronder een vrij grote verticale, smalle uitsparing). Ook de zijkanten lijken volledig toe. De noordoostkant telt één deuropening, met rechts ernaast twee vensteropeningen. De aanbouw bevat langs de zuidoostkant één deuropening en aan de noordoostkant één vensteropening.
Binnenin bevat de constructie vermoedelijk drie ruimtes, zijnde een kleiner vertrek in de aanbouw, die via een deuropening toegang verleent naar een (vermoedelijk) groter vertrek, die op zijn beurt door een binnenmuur afgescheiden wordt van een tweede grotere ruimte.
Bron: DECOODT H. & BOGAERT N. 2002-2005: Inventarisatie van het Wereldoorlogerfgoed in de Westhoek, project in opdracht van de provincie West-Vlaanderen, “Oorlog en Vrede in de Westhoek”, en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen.
Auteurs: Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. & Bogaert N. 2004: Duitse bunker [online], https://id.erfgoed.net/teksten/195694 (geraadpleegd op ).