is aangeduid als beschermd monument Belgische bunker Grote Beverdijkvaart
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Belgische mitrailleurpost Grote Beverdijkvaart
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Belgische mitrailleursbunker uit de Eerste Wereldoorlog
Deze vaststelling was geldig van tot
Bovengrondse betonnen militaire constructie in een weide tegen de spoorwegberm van de spoorlijn Diksmuide-Veurne, ter hoogte van de kruising met de Grote Beverdijkvaart. De constructie ligt ten zuidoosten van het dorpscentrum van Oostkerke, op ongeveer 2,5 kilometer ten westen van de Dodengang.
Belgische dubbele betonnen mitrailleurpost uit de Eerste Wereldoorlog.
Bovengrondse betonnen militaire constructie in een weide tegen de spoorwegberm van de spoorlijn Diksmuide-Veurne, ter hoogte van de kruising met de Grote Beverdijkvaart. De constructie ligt ten zuidoosten van het dorpscentrum van Oostkerke, op ca. 2,5 kilometer ten westen van de Dodengang.
Eens de bewegingsoorlog tot een stilstand gekomen is aan de IJzer in het najaar van 1914 bouwt het Belgische leger talrijke verdedigingswerken uit in het vlakke hinterland. Er ontstaat een netwerk aan verdedigingsstellingen met loopgraven en verbindingsgangen, dat naarmate de oorlog vordert steeds fijnmaziger wordt. Graven is in het waterrijke polderlandschap nagenoeg onmogelijk, waardoor de verdedigingswerken opgebouwd dienen te worden. De weinige aanwezige gebouwen worden, daar waar mogelijk, in dit verdedigingsnetwerk ingeschakeld en versterkt tot hoofdkwartier, commandopost, point d’appui (steunpunt), redoute (schans), enz. Talrijke bakstenen of betonnen militaire constructies, vaak als abris aangeduid, worden in of tussen deze verdedigingslijnen of versterkte sites opgetrokken, ten behoeve van de infanterie, artillerie, genie of andere diensten. Deze militaire verdedigingswerken zijn bereikbaar dankzij de aanleg van bijkomende colonnewegen, pistes, smalsporen, enz.
Het militaire verdedigingsnetwerk is voortdurend in evolutie: terwijl de verdedigingswerken steeds opnieuw dienen hersteld te worden, worden ook onafgebroken nieuwe verdedigingswerken opgetrokken en krijgen verdedigingslijnen andere benamingen of strategische functies toegedicht (bv. redoutes worden points d’appui of omgekeerd).
Gaandeweg kunnen aan het Belgische front ten noorden en ten westen van Diksmuide twee grote verdedigingslinies onderscheiden worden, elk bestaande uit meerdere verdedigingslijnen. De eerste verdedigingslinie omvat de eigenlijke frontlinie, met de voorposten in de geïnundeerde IJzervlakte en de eigenlijke eerste verdedigingslijn langsheen de voormalige spoorwegbedding Nieuwpoort – Diksmuide, tot iets ten noordwesten van de beruchte Dodengang. Vanaf hier loopt de Belgische eerste lijn tot aan Fort Knokke min of meer langs de westelijke oever van de IJzer. Parallel met deze frontlinie worden andere verdedigingslijnen uitgebouwd, met de zogenaamde 3me Ligne d’Armée (de legerstelling) als meest westelijke verdedigingslijn, min of meer lopende langs de Koolhofvaart en de Oude A-Vaart, tot net ten oosten van Lampernisse naar Nieuwkapelle en verder.
De tweede, meest westelijke verdedigingslinie loopt grosso modo van Oostduinkerke over Veurne, langs het Lokanaal tot Pollinkhove.
De mitrailleurpost wordt opgetrokken tussen de zogenaamde 3me Ligne Bis en 3me Ligne Ter. De 3me Ligne Bis loopt vanaf de spoorwegbedding Nieuwpoort-Diksmuide (ter hoogte van kilometerpaal 5), over de Lettenburg en het steunpunt Franco-Belge (versterkte hoeve iets ten zuidoosten van de huidige constructie) richting Sint-Jacobskapelle. De 3me Ligne Ter loopt meer westwaarts van deze lijn, komende van het steunpunt Scheewege over de dorpskom van Oostkerke (Point d’Appui de la Gare en Point d’Appui d’Oostkerke), om vervolgens iets oostwaarts af te draaien tot net ten westen van de Grote Beverdijkvaart (ten zuiden van de huidige constructie).
Ten zuiden van de spoorweg, ter hoogte van de Grote Beverdijkvaart, wordt een korte loopgraaf uitgebouwd. Op een niet-gedateerde luchtfoto is een structuur te zien bij de kruising van de Grote Beverdijkvaart met de spoorlijn, die echter niet overeenstemt met de bewaarde mitrailleurpost. Mogelijk betreft dit de commandopost die wordt aangegeven op plannetjes van de Vijfde Legerafdeling vanaf november 1917. Ten westen van de Grote Beverdijkvaart wordt ter hoogte van deze constructie een eenheid (bataljon of compagnie) in reserve gehouden. In de omgeving worden ook ingegraven telefoonverbindingen voorzien.
Onderhavige mitrailleurpost wordt pas ten vroegste vanaf het voorjaar van 1918 opgetrokken, wanneer er langs de westelijke oever van de Grote Beverdijkvaart bijkomende loopgraven en versterkingen worden aangelegd. De loopgraaf wordt aangeduid op een kaart van de Eerste Legerafdeling met als datum 27 april 1918. De versterkingen langs de Grote Beverdijkvaart met inbegrip van de mitrailleurpost zijn in ieder geval te zien op een luchtfoto van 22 juli 1918. Met deze bijkomende verdedigingswerken wordt er een nieuwe tussenstelling gerealiseerd tussen de samenvloeiing van de Grote Beverdijkvaart en Oostkerkevaart (aan de huidige Lettenburgstraat) en de Tranchée de Vancouver en Tranchée de Quebec (beiden zijn onderdeel van de 3me Ligne Ter) iets meer zuidwaarts langs de Grote Beverdijkvaart. Deze nieuwe loopgraaf wordt aangeduid als Tranchée du Beverdijk.
De afgeronde vormen van de constructie wijzen er eveneens op dat de constructie pas tegen het einde van de oorlog opgetrokken is. Het dak lijkt dikker aan vijandelijke zijde (noordelijke en oostelijke zijde). Met de verschillende oriëntatie van de schietgaten lijkt men een maximaal bereik voor de mitrailleurs te beogen. De opgehoogde wal (radier) vóór de schietgaten (tot net onder de schietopening) is bedoeld om de schietgaten maximaal te beschermen. Dergelijke ophogingen zijn bijvoorbeeld ook terug te vinden op een plan voor een mitrailleurpost voor het Point d’Appui de la gare d’Oostkerke.
Veelhoekige betonnen militaire constructie met bijhorende opgehoogde wal waar nog betonnen restanten en versteende zandzakjes te zien zijn. Opvallend zijn de gebogen vormen. De constructie bestaat uit twee delen, die in twee niveaus aangelegd zijn en verschillend georiënteerd zijn, met het hogere deel aan noordelijke zijde (tegen spoorwegberm). Het dak is afgerond en lijkt dikker aan noordelijke en oostelijke zijde. In het dak zitten verschillende kleine ronde ijzeren buizen.
In de oostelijke muur zitten twee schietgaten net boven de opgehoogde wal, waarbij het meest noordelijke schietgat eerder in noordoostelijke richting gericht is, terwijl het andere schietgat eerder zuidoostwaarts georiënteerd is. De schietgaten versmallen trapsgewijs naar binnen toe.
Aan westelijke zijde zitten twee deuropeningen, die extra beschermd worden door een gebogen betonnen muur en betonnen afdakjes. Binnenin bestaat de constructie uit twee ruimtes onder gewelfd plafond. Onder de schietgaten zijn uitsparingen te zien, voor het plaatsen van een driepoot van een mitrailleur.
Bron: Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen, Beschermingsdossier 4.001/32003/120.1, Belgische mitrailleurspost (WO I) Grote Beverdijkvaart, Lettenburgstraat zn (DECOODT H., 2012)
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Lettenburgstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Belgische mitrailleurpost Grote Beverdijkvaart [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/78441 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.