Archeologische site "Blauwhuis" gelegen ten westen van de gedesaffecteerde spoorlijn Diksmuide-Nieuwpoort. Deze archeologische site werd na vernietiging tijdens de Eerste Wereldoorlog verlaten en bij M.B. van 10.06.1999 beschermd als monument. Het domein van de hoeve werd na de oorlog in twee gesplitst en er werden twee hoeves heropgebouwd, één ten westen van de oorspronkelijke site, aan de Nieuwpoortstraat (zie Nieuwpoort, draagt nog steeds de naam "Blauwhuis"), en één net ten oosten ervan (zie Berkelhofstraat nummer 1, zogenaamd "Klein Blauwhuis"). De Blauwhuishoeve, vlak gelegen achter de frontlinie, speelde een belangrijke rol tijdens de Eerste Wereldoorlog. Inwoners van Pervijze en soldaten schuilden er in de kelders, maar de hoeve raakte al vlug totaal vernield. Het Belgisch leger trok verdedigingsstellingen op in de puinen.
Het geheel vormt een goed voorbeeld van een nu verlaten laatmiddeleeuwse site met walgracht en getuigt van de vroegste ontginningsgeschiedenis van het poldergebied ten oosten van de Oude Zeedijkstraat.
De eerst bekende vermelding gaat terug tot 1172 als de hofstede "Lodenspikere" of "Lodinspikere", wanneer de bisschop van Terwaan, de abt van Ename toestemming geeft om er een altaar op te richten. "Lodenspikere" betekent 'beroemde voorraadschuur'. In 1658 wordt een "Kaerte figurative van het pachthof genaempt het Blauwhuys (...)" gemaakt door J.B. Bal (Rijksarchief Gent, kaart n° 568, het infobord bij de site geeft schematisch de toestand van de hoeve in 1658 weer). De benaming "Blauwhuis" gaat wellicht terug op de 16de eeuw wanneer het strooien dak van het boerenhuis vervangen werd door blauwe schaliën (zie infobord). De hoeve is als omwalde site aangeduid op de Ferrariskaart (1770-1778) als "Cse Blauwhuys". De omwalling en de opstelling met losse bestanddelen is nog steeds bewaard op de Atlas der Buurtwegen (circa 1843). Op vandaag tekent de archeologische site zich af als een rechthoekige ophoging (circa 1 meter) van 110 op 85 meter, omringd door een duidelijke walgrachtdepressie van 5 tot 8 meter. Parallel hiermee tekent zich een rechthoekige perceelstructuur af van 200 op 200 meter, die vermoedelijk ook op een walgracht teruggaat.
Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, archief nr. 1590, 1591, 1592.
DEWILDE M. 1992: Ruilverkavelingsblok Stuivekenskerke. Cultuurhistorische inventarisatie.
Inventarisatie van Relicten uit de Eerste Wereldoorlog in de Westhoek (Provincie West-Vlaanderen, "Oorlog en Vrede in de Westhoek", en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen).
Infobord bij de site.
Bron: MISSIAEN H. & VANNESTE P. met medewerking van GHERARDTS F. & SCHEIR O. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Diksmuide, Deel I: Deelgemeenten Diksmuide, Beerst, Esen, Kaaskerke, Keiem en Lampernisse, Deel II: Deelgemeenten Leke, Nieuwkapelle, Oostkerke, Oudekapelle, Pervijze, Sint-Jacobskapelle, Stuivekenskerke, Vladslo en Woumen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL18, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Vanneste, Pol; Missiaen, Halewijn Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)