Teksten van Duitse militaire begraafplaats Vladslo met Treurend Ouderpaar

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/78564

Duitse militaire begraafplaats Vladslo (geïntegreerd) ()

De Duitse militaire begraafplaats Vladslo met de beeldengroep "Treurend Ouderpaar" is gelegen langs de Houtlandstraat, ter hoogte van en gedeeltelijk omgeven door het Praatbos, op circa drie kilometer ten noorden - noordoosten van Vladslo. In het bos achter de begraafplaats bevinden zich nog drie kleine betonnen constructies en een Duitse gedenkmuur. Schuin tegenover de begraafplaats ligt een Duitse officiersmess.

Historische achtergrond

Het Praatbos is een restant van een boscomplex te Koekelare, Bovekerke (Koekelare) en Vladslo, zoals te zien op de Ferrariskaart (1770-1778). Op de Vandermaelenkaart (rond 1850) is er reeds sprake van "Praet Bosch".

In oktober 1914, tijdens de Slag aan de IJzer, werden de eerste Duitse doden in het Praatbos begraven. In het Praatbos, dat net achter de Duitse derde linie gelegen was, werd tijdens de Eerste Wereldoorlog een Duits kantonnement (Ruhelager) ingericht. Op militaire luchtfoto's en stafkaarten is te zien dat er heel wat militaire installaties zijn uitgebouwd in en rond het Praatbos. Behalve de begraafplaats zijn er loopgraven, barakken, wegen, spoorwegen, schietstanden en andere structuren te zien. Er loopt een spoor langs de Houtlandstraat, dat Leke met Kortewilde (Vladslo) verbindt via Lappersfort (ter hoogte van het kruispunt Lappersfortstraat en Moerstraat), Praatbos en Wikkelaar. Drie betonnen militaire postjes, een gedenkmuur voor het Duitse Lehr Infanterie Regiment en een Duitse officiersmess in de onmiddellijke omgeving getuigen nog van deze Duitse aanwezigheid.

Tegen het einde van de oorlog zouden er in het Waldfriedhof 584 Duitsers begraven liggen. Na de oorlog werden de Duitse militaire graven - die maar liefst over 700 gemeenten in België verspreid lagen - samengebracht tot 184 begraafplaatsen. Er werden op de begraafplaats van het Praatbos graven toegevoegd uit opgegeven Duitse begraafplaatsen uit de omgeving van Vladslo, Moere, Leke, Zevekote, Gistel en Sint-Pieterskapelle. Zodoende zouden er in 1938 3.849 Duitse militairen begraven liggen, waarvan een groot deel behoorde tot het Duitse Marinekorps Flandern.

In 1952 besloten de regering van België en de Bondsrepubliek Duitsland om de Duitse begraafplaatsen samen te brengen tot vier grote Duitse begraafplaatsen in West-Vlaanderen: Vladslo, Hooglede, Menen en Langemark. De begraafplaats in het Praatbos werd bijgevolg in de periode 1955 – 1957 uitgebreid met zo'n 22.000 doden afkomstig uit meer dan 60 kleinere begraafplaatsen over gans België. Zo werd Peter Kollwitz, zoon van Käthe Kollwitz en begraven op het “Roggeveld” in Esen, in 1956 overgebracht naar Vladslo, samen met de beeldengroep "Treurend Ouderpaar". Tijdens de uitbreiding werd de begraafplaats heringericht door de architect Robert Tischler. Er zouden nu in het totaal 25.645 doden begraven liggen. Bij deze herinrichting van de begraafplaats door Robert Tischler waren de graven gemarkeerd door houten blokjes met daarop metalen plaatjes. In 1958 kwamen er nieuwe beplantingen. De perken kregen hosta's als verfraaiing, met daartussen smalle grasstroken waarlangs de bezoekers de graven konden bereiken.

In 1969-1970 werd de begraafplaats heraangelegd onder leiding van Georg Fischbacher, de opvolger van Robert Tischler. De hosta's verdwenen en er kwam een gazon in de plaats: de begraafplaats veranderde van een blühendes Gräberfeld in een Rasenfriedhof. De graven werden gemarkeerd door liggende vierkante grafstenen van graniet.

De begraafplaats heeft een rechthoekig grondplan, aan de vier zijden omgeven door een hoge dichte beukenhaag en beplant met een dertigtal eiken. Het toegangsgebouw is opgetrokken uit rode baksteen onder een pannen schilddak met dakruiter. Centrale doorgang met gecanneleerde zuilen van natuursteen. In het vertrek rechts - afgesloten met ijzeren hek - wordt het guldenboek en de namenlijst van de gesneuvelden bewaard.

Op de begraafplaats, die aangelegd is met tien symmetrisch aangelegde perken, liggen vierkante, platliggende granieten tegels, met (maximum 20) namen van militairen erin gegrift. Tegen de hagen staan enkele rechtopstaande oudere graf- en gedenkstenen evenals stenen zitbanken. Her en der tussen de graven staan lage, ruw behouwen basalten kruisjes, steeds per twee gerangschikt.

Het Treurend Ouderpaar

Achteraan op de begraafplaats staat de beeldengroep "Treurend Ouderpaar" of "Die Eltern" van Käthe Kollwitz: de blauwhardstenen beelden stellen een vader en moeder voor, hun gezichten gewend naar de dodenakker, net ter hoogte van de grafsteen voor hun zoon Peter Kollwitz. De beelden zijn geknield op een sokkel. Links de vader, bewegingsloos rechtop zittend met de armen gekruist tegen het lichaam met strakke jas. Zijn gelaat heeft een gesloten uitdrukking, met diepliggende ogen. De moeder zit rechts van hem, voorovergebogen met neergeslagen ogen. Ze is gehuld in een lang kleed en drukt de armen strak tegen zich aan. Het ontwerp van Käthe Kollwitz werd uitgevoerd door de Duitse beeldhouwers August Rhades (de vader) en Fritz Diederich (de moeder).

Käthe Kollwitz overwoog reeds in december 1914 om een herdenkingsmonument voor haar zoon te maken, uiteindelijk kwamen "Die Eltern" in 1932 tot stand. Zij wou met haar kunstwerk niet alleen haar eigen verdriet uitdrukken, maar ook spreken in naam van alle ouders wiens zonen omgekomen waren. De beelden werden een internationaal symbool van diepe droefheid en een stille aanklacht tegen oorlogsgeweld.

  • FREYTAG A. 2006: Die Deutschen Soldatenfriedhöfe in Flandern. Duitse militaire begraafplaatsen. Studie für das Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed.
  • FREYTAG A. & VAN DRIESSCHE T. 2011: Die Deutschen Soldatenfriedhöfe des Ersten Weltkriegs in Flandern, Relicta. Archeologie, Monumenten- en Landschapsonderzoek in Vlaanderen, 7, 163-237.
  • S.N. s.d. [1938]: Deutsche Kriegsgräberstätten in Belgien, Amtl. Deutschen Kriegsgräberdienste in Belgien.
  • VANSUYT M. & VAN DEN BOGAERT M. 2001: De militaire begraafplaatsen van WOI in Vlaanderen. Deel 5: De Belgische en Duitse militaire begraafplaatsen" (=België in oorlog, 27), Erpe, De Krijger.
  • BOGAERT N. & DECOODT H. 2002-2005: Inventarisatie van het Wereldoorlogerfgoed in de Westhoek, project in opdracht van de provincie West-Vlaanderen, “Oorlog en Vrede in de Westhoek”, en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen.
  • MISSIAEN H. & VANNESTE P. met medewerking van Gherardts F. & Scheir O. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Diksmuide, Deel I: Deelgemeenten Diksmuide, Beerst, Esen, Kaaskerke, Keiem en Lampernisse, Deel II: Deelgemeenten Leke, Nieuwkapelle, Oostkerke, Oudekapelle, Pervijze, Sint-Jacobskapelle, Stuivekenskerke, Vladslo en Woumen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL18, (onuitgegeven werkdocumenten).
  • Informatie verkregen van de Volksbund Deutsche Kriegsgräberfürsorge e.V.

Auteurs:  Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2022: Duitse militaire begraafplaats Vladslo met Treurend Ouderpaar [online], https://id.erfgoed.net/teksten/393610 (geraadpleegd op ).


Duitse militaire begraafplaats, zogenaamd "DEUTSCHER SOLDATENFRIEDHOF VLADSLO 1914-1918" ()

Duitse militaire begraafplaats, zogenaamd "DEUTSCHER SOLDATENFRIEDHOF VLADSLO 1914-1918" (zie bronzen gedenkplaat toegangsgebouw), met beeldengroep “Treurend Ouderpaar” van Käthe Kollwitz, beschermd als monument bij M.B. van 18.03.1997. In oktober 1914, tijdens de IJzerslag, werden de eerste Duitse soldaten begraven op een speciaal aangelegde begraafplaats in het "Praatbos" (benaming "Praet Bosch" alsdusdanig reeds aangeduid op de Vandermaelenkaart, circa 1850, restant van een boscomplex te Koekelare, Bovekerke (Koekelare) en Vladslo, zie Ferrariskaart van 1770-1778). Nog in het "Praatbos" werd een medische post geïnstalleerd, wat de stijging van het aantal graven verklaart. Tegen 1918 waren er 3.233 Duitse doden begraven.

In 1956-1958 werden de Duitse begraafplaatsen in West-Vlaanderen samengevoegd tot vier grote begraafplaatsen, met name te Vladslo, Hooglede, Menen en Kortemark. De Duitse militaire begraafplaats werd hierbij uitgebreid met circa 22.000 doden, afkomstig van meer dan 60 kleinere begraafplaatsen, waardoor het totaal aantal graven circa 25.000 is. In die periode werden ook de beeldengroep zogenaamd “Treurend Ouderpaar” (1932) naar ontwerp van van de Duitse expressionistische kunstenares Käthe Kollwitz-Schmidt (Koningsbergen, 1867-1945) en het graf van haar zoon Peter (deze was in de nacht van 23 op 24 oktober 1914 gesneuveld bij de kapel van Onze-Lieve-Vrouw-ter-Hulpe te Esen) verhuisd van de Duitse begraafplaats “Friedhof Roggeveld” (Esen, zie onder dorpsinleiding Esen) naar die van Vladslo. Hierbij werd de begraafplaats heringericht door de Duitse architect Robert Tischler.

De toegang tot de begraafplaats wordt gemarkeerd door een roodbakstenen toegangsgebouw onder pannen schilddak met dakruiter. Centrale doorgang met gecanneleerde zuilen van natuursteen. In het vertrek rechts - afgesloten met ijzeren hek - wordt het guldenboek en de namenlijst van de gesneuvelden bewaard.
De eigenlijke begraafplaats is omgeven door een dubbele beukenhaag en beplant met een dertigtal eiken. De begraafplaats is ingedeeld in tien symmetrisch aangelegde perken waarin vierkante granieten stenen liggen met telkens de inscriptie van de soldatennamen (maximum twintig per steen), deze zijn sporadisch onderbroken door paarsgewijs ingeplante, ruw behouwen basalten kruisen.

Op het einde van perspectiefas vanuit het toegangsgebouw bevindt zich de beeldengroep zogenaamd “Treurend Ouderpaar” of "Die Eltern": de blauwhardstenen beelden stellen een vader en moeder voor, hun gezichten gewend naar de dodenakker, net ter hoogte van de grafplaat voor hun zoon Peter. De beelden zijn geknield op een sokkel. Links de vader, bewegingsloos rechtop zittend met de armen gekruist tegen het lichaam met strakke jas. Zijn gelaat heeft een gesloten uitdrukking, met diepliggende ogen. De moeder zit rechts van hem, voorovergebogen met neergeslagen ogen. Ze is gehuld in een lang kleed en drukt de armen strak tegen zich aan. Het ontwerp van Käthe Kollwitz werd uitgevoerd door de Duitse beeldhouwers August Rhades (de vader) en Fritz Diederich (de moeder).

Käthe Kollwitz overwoog reeds in december 1914 om een herdenkingsmonument voor haar zoon te maken, uiteindelijk kwamen "Die Eltern" in 1932 tot stand. Zij wou met haar kunstwerk niet alleen haar eigen verdriet uitdrukken, maar ook spreken in naam van alle ouders wiens zonen omgekomen waren. De beelden werden een internationaal symbool van diepe droefheid en een stille aanklacht tegen oorlogsgeweld.

  • Afdeling Ruimtelijk Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, archief nr. 281.
  • Inventarisatie van Relicten uit de Eerste Wereldoorlog in de Westhoek (Provincie West-Vlaanderen, "Oorlog en Vrede in de Westhoek", en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen).
  • ERVINCK L., DEBAEKE S., Het drama van Esen, Koksijde, 1996, p. 140-144.
  • VANSUYT M., VAN DEN BOGAERT M., De militaire begraafplaatsen van W.O. I in Vlaanderen, deel 5: De Belgische en Duitse militaire begraafplaatsen, Erpe, 2001.
  • VLAEMYNCK J., Duitse stellingen te Diksmuide, Esen en Vladslo (10 november 1917 tot einde februari 1918), in Den Dyzere, jaargang 1, nr. 1, 1982, p. 8-16.

Bron: MISSIAEN H. & VANNESTE P. met medewerking van GHERARDTS F. & SCHEIR O. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Diksmuide, Deel I: Deelgemeenten Diksmuide, Beerst, Esen, Kaaskerke, Keiem en Lampernisse, Deel II: Deelgemeenten Leke, Nieuwkapelle, Oostkerke, Oudekapelle, Pervijze, Sint-Jacobskapelle, Stuivekenskerke, Vladslo en Woumen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL18, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs:  Vanneste, Pol; Missiaen, Halewijn
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Vanneste P. & Missiaen H. 2005: Duitse militaire begraafplaats Vladslo met Treurend Ouderpaar [online], https://id.erfgoed.net/teksten/78564 (geraadpleegd op ).


Treurend ouderpaar (Vladslo - WOI) ()

De Duitse militaire begraafplaats van het Praatbos met de beeldengroep "Treurend Ouderpaar" is gelegen langs de Houtlandstraat, ter hoogte van (en gedeeltelijk omgeven door) het Praatbos, op circa drie kilometer ten noordnoordoosten van Vladslo. In het bos achter de begraafplaats bevinden zich nog kleine betonnen militaire posten en een Duitse gedenkmuur. Schuin tegenover de begraafplaats ligt een Duitse officiersmess.

Historische achtergrond

De beeldengroep “Treurend Ouderpaar” is ontworpen door de Duitse beeldhouwster Käthe Kollwitz. Käthe Schmidt, geboren in 1867 in Königsberg, was gehuwd met dokter Karl Kollwitz en samen hadden ze twee zonen: Hans en Peter. Käthe Kollwitz zou uitgroeien tot één van de belangrijkste sociale kunstenaars van de 20ste eeuw.

Haar jongste zoon Peter, die bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog vrijwillig dienst had genomen, was in de nacht van 23 op 24 oktober 1914 ter hoogte van Esen gestorven. Hij werd door zijn kameraden begraven op het Roggeveld.

Pas een maand later hadden Karl en Käthe de dood van hun zoon vernomen. Käthe vatte reeds in december 1914 het plan op om een herdenkingsmonument voor haar zoon te maken. Het kostte haar vele jaren vooraleer ze uiteindelijk "Die Eltern" ontworpen had. Ze wou via haar kunstwerk niet alleen haar eigen verdriet ventileren, maar ze wenste te spreken uit naam van alle ouders, wiens zonen omgekomen waren.

In juli 1932 werden de beelden op de begraafplaats van het Roggeveld opgesteld. In 1956, toen alle graven van het Roggeveld overgebracht werden naar de begraafplaats van Vladslo, verhuisde de beeldengroep mee en werden de beelden achteraan op de begraafplaats geplaatst. De vader en moeder kijken niet alleen naar hun zoon, die vlak voor hen begraven ligt, maar tegelijk naar alle andere slachtoffers van de oorlog. Ze zijn een universeel symbool geworden van diepe droefheid en een stille aanklacht tegen de wreedheid van de oorlog.

De kleinzoon van Käthe, zoon van haar zoon Hans en eveneens Peter genaamd, sneuvelde in 1942 in Rusland. Käthe Kollwitz stierf op 22 april 1945.

Beschrijving

De beelden werden in hardsteen uitgevoerd naar het ontwerp van Käthe Kollwitz: de vaderfiguur door August Rhades (°1886, hout- en steenbeeldhouwer, leerling van Erwin Kurz) en de moederfiguur door Fritz Diederich (°1869, beeldhouwer aan de Berlijnse academie van 1891 tot 1898).

Bij ministerieel besluit van 18 maart 1997 werd de begraafplaats met inbegrip van de beelden, beschermd als monument.

Achteraan op de begraafplaats in het Praatbos zitten twee treurende figuren, elk geknield op een sokkel.

Links een man (vader) bewegingsloos rechtop zittend met de armen over elkaar tegen het lichaam aangedrukt, de jas strak rond het lichaam getrokken. Het gelaat heeft een sterk gesloten uitdrukking, met diepliggende ogen, de mondhoeken naar beneden getrokken. De vrouw (moeder) rechts van hem, zit helemaal voorovergebogen met neergeslagen ogen. Ze is gehuld in een lang kleed, haar sjaal strak aangetrokken, de armen eveneens tegen het lichaam aangedrukt.

Ontwerp: Käthe Kollwitz

Uitvoering: August Rhades (vaderfiguur) en Fritz Diederich (moederfiguur).

H. 218 cm x Br. 67 cm x D. 100 cm (man)

  • Afdeling Ruimtelijk Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, archief nr. 281.
  • JACOBS M. 1996: Zij die vielen als helden... Inventaris van de oorlogsgedenktekens van de twee wereldoorlogen in West-Vlaanderen, deel 2, Brugge.
  • SEYS R. s.d.: Käthe Kollwitz in Vlaanderen, s.l.

Bron: WOI Relict (251): Treurend ouderpaar (Vladslo - WOI)
Auteurs:  Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. & Bogaert N. 2004: Duitse militaire begraafplaats Vladslo met Treurend Ouderpaar [online], https://id.erfgoed.net/teksten/393611 (geraadpleegd op ).


Duitse militaire begraafplaats (Vladslo - WOI) ()

De Duitse militaire begraafplaats Vladslo met de beeldengroep "Treurend Ouderpaar" is gelegen langs de Houtlandstraat, ter hoogte van en gedeeltelijk omgeven door het Praatbos, op circa drie kilometer ten noorden - noordoosten van Vladslo. In het bos achter de begraafplaats bevinden zich nog kleine betonnen constructies en een Duitse gedenkmuur. Schuin tegenover de begraafplaats ligt een Duitse officiersmess.

Historische achtergrond

In oktober 1914, tijdens de IJzerslag, werden de eerste Duitse doden in het Praatbos begraven. In het Praatbos werd onder meer een medische post geïnstalleerd, wat de toename van het aantal graven op de begraafplaats verklaart: tegen het einde van de oorlog zouden er 3.233 Duitse doden begraven liggen.

Kort na de oorlog werden de Duitse militaire graven – die maar liefst over 700 gemeenten in België verspreid lagen - samengebracht tot 184 begraafplaatsen. In 1952 besloten de regering van België en de Bondsrepubliek Duitsland om de Duitse begraafplaatsen samen te brengen tot vier grote Duitse begraafplaatsen in West-Vlaanderen: Vladslo, Hooglede, Menen en Langemark.

De begraafplaats in het Praatbos werd bijgevolg in de periode 1955 – 1957 uitgebreid met zo'n 22.000 doden afkomstig uit meer dan 60 kleinere begraafplaatsen over gans België. Zo werd Peter Kollwitz, zoon van Käthe Kollwitz en begraven op het “Roggeveld” in Esen, in 1956 overgebracht naar Vladslo, tesamen met de beeldgroep "Treurend Ouderpaar".

Tijdens de uitbreiding werd de begraafplaats heringericht door de architect Robert Tischler.

Er zouden nu in het totaal 25644 doden begraven liggen. Bij ministerieel besluit van 18 maart 1997 werd de begraafplaats integraal beschermd als monument.

Beschrijving

De huidige begraafplaats “Deutscher Soldatenfriedhof Vladslo” werd ontworpen door architect Robert Tischler.

De begraafplaats heeft een rechthoekig grondplan, aan de vier zijden omgeven door een hoge dichte beukenhaag. Het toegangsgebouw is opgetrokken uit rode baksteen, met een zware beige marmeren deuromlijsting en smeedijzeren hek. Links van de deuropening hangt een bronzen plaat met "Deutscher Soldatenfriedhof Vladslo 1914-1918" en 5 kruisjes. Het schilddak is bedekt met blauwe pannen, op de nok staat een dakruiter met kruis. De hal van het toegangsgebouw is eveneens in beige marmer, met een houten zoldering. In het vertrek rechts, afgesloten met een smeedijzeren hek, ligt onder meer het guldenboek en de namenlijst van de doden. De doorgang naar de begraafplaats is omlijst met namen en wordt ondersteund door twee zware, gecanneleerde zuilen, die naar boven toe verjongen.

Op de begraafplaats, die opgebouwd is uit tien symmetrisch aangelegde perken, liggen vierkante, platliggende granieten tegels, met (maximum twintig) namen van soldaten erin gegrift. Tegen de hagen staan enkele rechtopstaande oudere graf- en gedenkstenen evenals stenen zitbanken. Her en der tussen de graven staan lage, zware basalten kruisjes, steeds per twee gerangschikt. De begraafplaats wordt getooid met eiken.

Achteraan op de begraafplaats staat de beeldengroep "Treurend Ouderpaar" van Käthe Kollwitz. Op één van de grafstenen vóór de beeldengroep ligt Peter Kollwitz begraven.

Op deze begraafplaats zouden 25.644 Duitse militairen begraven liggen.

  • Informatie toegestuurd door de Volksbund Deutsche Kriegsgräberfürsorge e.V.
  • VANSUYT M. & VAN DEN BOGAERT M. 2001: De militaire begraafplaatsen van WOI in Vlaanderen. Deel 5: De Belgische en Duitse militaire begraafplaatsen" (=België in oorlog, 27), Erpe, De Krijger.

Bron: WOI Relict (250): Duitse militaire begraafplaats (Vladslo - WOI)
Auteurs:  Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. & Bogaert N. 2003: Duitse militaire begraafplaats Vladslo met Treurend Ouderpaar [online], https://id.erfgoed.net/teksten/195630 (geraadpleegd op ).