is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kasteeldomein de Blankaart
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Blankaart Kasteel
Deze vaststelling was geldig van tot
"Blankaart Kasteel", zie huidige stafkaart, gelegen in een ruim omliggend circa 10 hectare groot kasteelpark. De toegang tot het domein wordt gevormd door een gekasseide hoefijzervormige dreef tot voor het kasteel, aan de linkerzijde afgezoomd met rode beuken. Het huidige park is opgenomen in het natuurreservaat "De Blankaart", dat naast het park ook de zogenaamde Blankaartvijver (circa 67 hectare) en een aantal hooilanden omvat.
Circa 1561-1571: op de Grote Kaart van het Brugse Vrije van de hand van Pieter Pourbus is ter hoogte van dit gebied een langwerpige onregelmatige blauwe vlek te zien. Deze vlek duidt wellicht op een vijver of op zijn minst een overstroombaar gebied dat het resultaat is van de jarenlange turfontginning die minstens teruggaat tot de 13de eeuw.
1860-1870: baron Gustaaf de Coninck de Merckem laat op zijn pas verworven domein de Blankaart een bijzonder rijk eclectisch kasteel bouwen naar ontwerp van architect Joseph Schadde (Antwerpen). Het betreft een L-vormig volume van vijf traveeën en twee bouwlagen met op de hoeken twee halfronde torens en achteraan een uitbouw met een neogotische kapel en een hoger opgaande polygonale toren. Tegelijkertijd met de bouw van het kasteel wordt ook een vrij hermetisch kasteelpark aangelegd in Engelse landschapsstijl met onder meer aan de straatzijde paardenstallen, een koetshuis, een hovenierswoning, een ommuurde moestuin en serres.
Op het einde van de 19de eeuw wordt de Blankaartvijver, samen met de verdere uitbouw van het parkbos, uitgediept en voorzien van een kunstmatig eiland en een eendenkooi. In het kasteelpark worden eveneens nog een visvijver aangelegd en een ijskelder gebouwd. In dit domein werden zichtassen uitgewerkt, onder meer over de voorvijver met boogbrug. Reeds rond 1900 stond de omgeving van de Blankaart bekend als een uitzonderlijk natuurgebied met hoge botanische en ornithologische waarde omwille van de uitgestrekte rietkragen en drijfzomen.
1914-1918: door de dichte ligging bij de frontlinie wordt het kasteel tijdens de Eerste Wereldoorlog in die mate vernield dat enkel nog de voorgevel overeind staat. Ook het parkbos raakt zwaar beschadigd.
1925-1929: het kasteel wordt in een kleinere en soberdere versie heropgebouwd naar ontwerp van architect Jules Gunst (Oostende) Het algemene uitzicht van het kasteel met zijn twee ronde hoektorens, het kapelvolume en de polygonale toren wordt wel gerespecteerd. Het park zelf wordt niet meer in zijn oorspronkelijke staat heraangelegd, waardoor een aantal zichtassen verdwijnen.
1940-1944: tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt het dak van het kasteel beschadigd. De kegelvormige torenspitsen van de twee ronde torens worden niet meer hersteld.
1978: het Blankaartdomein wordt natuurreservaat.
Eclectisch kasteel van de jaren 1920 op grosso modo rechthoekig grondplan. Volume van drie brede traveeën en twee bouwlagen op kelderverdieping onder leien schilddak met ijzeren vorstkam en hoogopgaande schoorstenen. Aan weerszijden geflankeerd door halfronde hoektorens met overkragende gootlijst op consoles, echter zonder kegelvormige torenspitsen.
Rode baksteenbouw in combinatie met gebruik van witte natuursteen, onder meer voor de plint, de verticale ritmering door middel van doorgetrokken natuurstenen risalieten met bekronende dakkapellen, de doorlopende kroonlijst en decoratieve elementen.
Uitgesproken middenrisaliet met voorliggende waaiervormige bordestrap in blauwe hardsteen. Centrale rondboogdeur aan de uiterste zijden verticaal geritmeerd door de superpositie van twee geringde en samengestelde driekwart zuilen in blauwe hardsteen en daarboven twee gecanneleerde pilasters met tussenin een rondboognis. Gekoppelde dakvensters in samengestelde natuurstenen geveltop met het wapenschild van de Coninck de Merckem. Overige traveeën geritmeerd door natuurstenen drielichten geflankeerd door gecanneleerde pilasters met samengestelde kapitelen en op de borstweringen gebeeldhouwde emblemen van de landbouw (oogst) en visvangst. Dito, doch soberdere asymmetrische achtergevel met rondboogdeur in doorgetrokken natuurstenen risaliet met gekoppelde pilasters en bekronende tuitgevel. Ten noordwesten, polygonale opengewerkte traptoren met uitkragende bovenbouw op natuurstenen consoles met rondboogige galmgaten en achthoekige torenspits. Ten zuidwesten, ingekorte hoek met haakse inplanting van een lagere kapel onder leien zadeldak met een driezijdige koorsluiting met versneden hoeksteunberen.
Min of meer symmetrisch ingedeeld interieur: centrale vestibule met doorlopende gang met rechts gedenkplaat van de oprichting van het eerste kasteel en links een trappenhal met eikenhouten bordestrap. Overige ruimtes met grotendeels bewaarde interieuraankleding: onder meer eikenhouten lambriseringen, paneeldeuren, parketten, schouw-boezems en stucplafonds. Kapel met eenvoudig interieur met houten spitstongewelf en drie abstracte glasramen van 1959 naar ontwerp van Michel Martens (Brugge), zo gesigneerd.
Voorts in het park: smeedijzeren boogbrug, bewaarde ijskelder, alsook restanten van vroegere zichtassen, onder meer ter hoogte van de zogenaamde kasteelweiden.
Ten westen grenzend aan de Blankaartvijver: uitzonderlijke eendenkooi, eertijds gebruikt voor het vangen van eenden. Door middel van een hond werden de eenden in een steeds smaller wordende vangpijp gedreven die bovenaan was afgedekt door kippengaas.
Bron: MISSIAEN H. & VANNESTE P. met medewerking van GHERARDTS F. & SCHEIR O. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Diksmuide, Deel I: Deelgemeenten Diksmuide, Beerst, Esen, Kaaskerke, Keiem en Lampernisse, Deel II: Deelgemeenten Leke, Nieuwkapelle, Oostkerke, Oudekapelle, Pervijze, Sint-Jacobskapelle, Stuivekenskerke, Vladslo en Woumen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL18, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanneste, Pol; Missiaen, Halewijn
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
De aanleg van het park hangt samen met de bouw van het landhuis, kadastraal geregistreerd in 1870. Deze aanleg in landschappelijke stijl, weergegeven op de topografische kaart van 1883, is eerder beperkt in omvang en naar binnen gekeerd. De hoefijzervormige inrit is reeds aanwezig, rondom de gebouwen liggen gazons en een beschermende bomenrand sluit het park van de omgeving af.
Op de topografische kaart van 1911 is het park verdriedubbeld in omvang. Ten oosten van het landhuis wordt een bestaande beek verbreed en uitgediept tot een langwerpige vijver, verbonden met de Blankaartvijver. Zo ontstaat een lange, westelijke vista vanuit het landhuis. Een tuinbrug met smeedijzeren leuning, waarvan de spijlen met een hartmotief zijn uitgewerkt, overspant de vijver. Ook in de uitbreiding tot aan de Velkelokerbeek ten noorden worden twee belangrijke zichtassen aangelegd. Deze twee open stroken in het nieuwe parkbos richten de blik van de bezoeker naar de ongeveer vijf kilometer verder gelegen kerktorens van Oudekapelle en Nieuwekapelle. In de noordwestelijk hoek van het domein wordt tevens een nieuwe vijver met eiland uitgegraven en aan de overzijde, ten westen van de Blankaartvijver, wordt een eendenkooi aangelegd. In het park worden eveneens een aantal kunstmatige heuveltjes opgeworpen. Onder het heuveltje langs de zuidelijke parkgrens ligt de ijskelder. Ook langs beide zijden van de tuinbrug ligt een kunstmatig heuveltje. Op het noordelijke exemplaar stond voor WO I een Japans paviljoentje. In het park was voor de oorlog ook een loofgang van kamperfoelie aanwezig.
Een aantal aanwijzingen doen vermoeden dat dit ontwerp aan de gerenommeerde, uit Duitsland afkomstige, genaturaliseerde Belgische landschapsarchitect Louis Fuchs toegeschreven kan worden. Fuchs werkte immers regelmatig samen met Joseph Schadde (1818-1894), architect van het vooroorlogse kasteel. Ook zou de ontwerper van het park volgens één bron een zekere ‘Fox’ geweest zijn. Deze Brits klinkende naam is wellicht een verbastering van de naam Fuchs. Ook vertoont de tuinbrug een grote gelijkenis met die uit het park van het kasteel van Louvignies (Zinnik), waarvoor Fuchs het ontwerp tekende.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het landhuis vernield en het park ernstig beschadigd. Een bunker bij de woning nr. 58 en een gedenkmuur aan de straat met een bronzen plaat van beeldhouwer Louis Dupont herinneren nog aan deze periode. Na de oorlog werd de noordelijke parkzone niet meer heraangelegd. In het microreliëf zijn wel nog sporen van één zichtas en van het oorspronkelijke wandelpad bewaard. Ook het aanwezige bomenbestand werd sterk beschadigd, mogelijk behoren de taxussen ten oosten van de ijskelder nog wel tot de vooroorlogse aanleg.
Park met gemengd bomenbestand. In het hooiland ten oosten van het kasteel staan enkele solitaire bomen waaronder een beeldbepalende zilverlinde en een meerstammige Corsicaanse den (Pinus nigra ‘Corsicana’). In de bomenrand aan de straat groeit een imposante witte paardenkastanje met vijftien stammen. Vermoedelijk is dit een bundelboom, waarbij verschillende exemplaren in hetzelfde plantgat werden aangeplant. Op het kunstmatig heuveltje ten zuiden van de brug staan een zuilvormige zomereik en een jongere treurwilg. In de struiklaag treft men onder meer venijnboom (Taxus baccata) en Japanse venijnboom (Taxus cuspidata), bontbladige kardinaalsmuts (Euonymus fortunei), bruidsbloem (Deutzia gracilis) en rododendron (Rhododendron ponticum).
Tijdens een plaatsbezoek in 2012 werden volgende bomen geïnventariseerd:
(Het cijfer in vet geeft de stamomrek, standaard gemeten op 150 cm hoogte.
Is deel van
Iepersteenweg
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteeldomein de Blankaart [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/78606 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Diksmuide
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.