Het gemeentehuis van Uitbergen werd tussen 1925 en 1927 opgetrokken naar ontwerp van Valentin Vaerwijck in zijn typische vereenvoudigde neo-Vlaamserenaissance-stijl.
Onder het ancien régime was Uitbergen met Overmere verenigd. Het gemeentehuis was oorspronkelijk gevestigd in een klein gebouw, met verdieping, dat verdween voor de heraanleg van de toegang tot de gemeenteschool.
Messire Albert Visart de Bocarmé, kasteelheer van Uitbergen en burgemeester (1895-1947) van de gemeente liet tussen 1925-27 een nieuw gemeentehuis optrekken naar ontwerp van Valentin Vaerwijck. Vaerwijck koost voor zijn typische vereenvoudigde neo-Vlaamserenaissance-stijl uit het interbellum.
Volgens het geschilderde gedenkschrift met profielportret in bronzen reliëf aangebracht in de hal, schonk de bouwheer "Messire A. Visart de Bocarmé, de Grootste Burgemeester", het gebouw in september 1927 aan de gemeente.
In 1995 werd een restauratie uitgevoerd naar ontwerp van architecten Charles Cornelis en Sabine Van Wulpen (Berlare) met respect voor het originele concept en maximale behoud van de oorspronkelijke materialen.
Het betreft een vrijstaand gebouw, beeldbepalend ingeplant aan het dorpsplein naast de achterin gelegen dorpskerk met omringend kerkhof.
Het gebouw, opgetrokken uit rode baksteen met sierlijsten en onderbouw/speklagen/druiplijsten in zandsteen (Balegems?), telt twee bouwlagen en drie traveeën onder een natuurleien schilddak. De benedenverdieping werd sober uitgewerkt met verspreide kleinen raampjes. De linkerzijgevel heeft een met zandsteen omlijste dienstingang. Een bordestrap leidt naar de eerste verdieping waar de toegang geaccentueerd wordt door de uitspringende travee die uitloopt in een dakkapel met trapgevel. De deuromlijsting wordt geaccentueerd door negblokken in zandsteen en boven de deur zit een fronton met guirlandes en het wapenschild van de gemeente. Per travee werd een beluikt kruisvenster geplaatst. De voorgevel is de enige symmetrische uitgebouwde gevel. In de andere gevels werden beluikte kruisvensters geplaatst naar gelang de noodzaak. Het authentieke schrijnwerk bleef bewaard. De voorgevel is met muurankers gedateerd "1927".
De indeling bleef vrij goed bewaard. Op de benedenverdieping waren dienstlokalen en een gevangenis. Hier bleef een vloer met rode gebakken tegels bewaard. De bovenverdieping biedt naast een raadzaal ook plaats aan twee burelen. De raadzaal is uitgevoerd in de typische traditionele interbellumstijl van Vaerwijck met een houten lambrisering en gemetselde schouw met houten mantel en schild van de gemeente. In de raadzaal staan twee eikenhouten wandkasten met het wapenschild van de gemeente en één is ook gedateerd 1927, een eikenhouten neorenaissance tafel en acht stoelen in dezelfde stijl. Het ensemble is duidelijk voor deze plaats gemaakt. In de hal vindt men een gedenkplaat ter ere van de bouwheer Messire A. Visart de Bocarmé en een gedenkplaat van de restauratie in 1995.
Typologisch betekent de bouw een poging om, vertrekkend vanuit historiserende vormen, een soort landelijk gemeentehuismodel te bekomen, in de vorm van een klein paviljoen. Het gebouw is duidelijk geïnspireerd op het grotere gemeentehuis van Zomergem van 1923, dat Vaerwyck in 1920 ontwierp. Dit vertoont op zijn beurt sterke gelijkenissen met het door hem gerealiseerde gemeentehuis in het "Modern Dorp" op de Wereldtentoonstelling van 1913 in Gent.
Auteurs: Mertens, Joeri
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Mertens J. 2015: Gemeentehuis Uitbergen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/171210 (geraadpleegd op ).
Voormalig gemeentehuis, heden dienstencentrum. Vrijstaand gebouw beeldbepalend ingeplant aan het dorpsplein naast de achterin gelegen dorpskerk met omringend kerkhof.
Gebouwd ter vervanging van een vroeger gemeentehuis door A. Visart de Bocarmé, kasteelheer van Uitbergen en burgemeester (1895-1947) van de gemeente Uitbergen, op een deel van het openbare domein. Ontwerpplannen van 1925 opgemaakt door architect Valentin Vaerwyck (Gent). Volgens het geschilderde gedenkschrift met profielportret in bronzen reliëf aangebracht in de hal, schonk de bouwheer, "Messire A. Visart de Bocarmé, de Grootste Burgemeester", het gebouw in september 1927 aan de gemeente. Restauratie uitgevoerd in 1995 naar ontwerp van architecten Charles Cornelis en Sabine Van Wulpen (Berlare) met respect voor het originele concept en maximale behoud van de oorspronkelijke materialen.
Pittoresk landelijk gemeentehuis gebouwd volgens een bijzonder concept in de vorm van een klein paviljoen. Opgetrokken in Vlaamse regionalistische stijl, gebaseerd op een vermenging van traditionele met interbellumelementen, kenmerkend voor architect Vaerwyck. Duidelijk geïnspireerd op het grotere gemeentehuis van Zomergem van 1923, dat Vaerwyck in 1920 ontwierp. Dit vertoont op zijn beurt sterke gelijkenissen met het door hem gerealiseerde gemeentehuis in het "Modern Dorp" op de Wereldtentoonstelling van 1913 in Gent. Traditionele bak- en zandstenen constructie op rechthoekige plattegrond, van drie traveeën, met lage onderbouw en verhoogde begane grond, onder schilddak (natuurleien). Grote muurankers vormen het bouwjaar 1927 onder de kroonlijst van de voorgevel. Daknok gedomineerd door de centrale hoge bakstenen schoorsteen in decoratief metselwerk en met koperen nokbekroningen. Omlopende, overstekende houten kroonlijst op daklijstbalkjes.
Symmetrisch uitgewerkte voorgevel gemarkeerd door een zware bordestrap met balkonnetje, die vanaf de linker gevelhoek leidt naar de pui met ingang op de hoofdverdieping. Centraal deurrisaliet met bekronend getrapt hoog dakvenster en brede deuromlijsting geaccentueerd door zandstenen negblokken. Bekronend deurstuk met gemeentewapen onder driehoekig fronton en met vruchtenguirlandes. Behouden dubbele deur met deurlichten en zware makelaar. Zijtraveeën met typisch Vlaams regionalistische houten kruiskozijnen; behouden schrijnwerk met kleine roedeverdeling en halve luiken, onder boogvelden. Kleine vierkante venstertjes in de onderbouw. Zij- en achtergevels met omlopende speklagen, dienstingangen en gelijkaardige houten kruiskozijnen. Sierankers op de penanten.
Interieur met grotendeels bewaarde binnenindeling, licht aangepaste benedenverdieping waar nog een vloer met rode gebakken tegels bewaard bleef (vroegere dienstlokalen en gevangenis). Bovenverdieping met centrale hal, raadzaal in L-vorm en rechts twee burelen. Raadzaal uitgevoerd in de typische stijl van architect Vaerwyck met houten lambrisering, gemetste schouw met gemeentewapen en plafond met balkenlaag. Ramen met behouden koperen sluitwerk en houten vensterbanken. Het meubilair, met twee eikenhouten wandkasten met gemeentewapen en jaartal 1927, een eikenhouten neorenaissance tafel en 8 stoelen in dezelfde stijl, is duidelijk voor deze plaats gemaakt. Houten trap vervangen door een ijzeren trap.
Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Bogaert C. & Lanclus K. & Verbeeck M. & Duchêne H. 2005: Gemeentehuis Uitbergen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/78644 (geraadpleegd op ).