Schuin tegenover de kerk ingeplante pastorie met omringende beboomde tuin, van de straat afgesloten door ijzeren hekken op een lage bakstenen voet met ezelsrug, gerestaureerd in 1994 onder leiding van architect Charles Cornelis. Centrale poort met vierkante gemetselde bakstenen pijlers onder pannen zadeldakje; witgeschilderde houten poort.

De pastorie zou opgericht zijn in 1737 door pastoor J.-A. Schautheet. Van oudere pastorieën is niets gekend. Herhaaldelijk gerestaureerde pastorie onder meer in 1912 door architect Amandus Robert Janssens (Gent), waarbij het dak vernieuwd werd met twee kamers, uitgevoerd door aannemer A. Boxelaere (Schellebelle). Verder hadden nog werken plaats in 1922 en 1928. Grondige restauratie na jaren leegstand in 1984 onder leiding van architect Fernand Weyers (Sint-Niklaas) met onder meer slopen van de bijgebouwen en vervangen door een nieuwe garage, het vernieuwen van het schrijnwerk, de lambriseringen in de eetkamer, de trap en de plankenvloer van de bovenverdieping. De traphal kreeg een nieuwe tegelvloer en de schouwmantels werden vernieuwd in marmer.

Achterin gelegen vrijstaande pastorie van zeven traveeën breed en één bouwlaag onder mansardedak (zwarte mechanische pannen); drie dakvenstertjes met gebogen kroonlijst in de middelste traveeën en een ijzeren klokkenstoel met klokje en windvaan boven de centrale deurtravee. Verankerde baksteenbouw met nieuw gepleisterde en witgeschilderde voorgevel op een plint van natuursteenblokken. Steekboogdeur en -vensters in omlijstingen met oren, onder geprofileerde waterlijst. Voordeur met decoratief ijzeren traceerwerk in het bovenlicht en witgeschilderd nieuw schrijnwerk naar oud model. In de achtergevel gelijkaardig omlijste deur en vensters waaronder twee kleinere. Linker zijgevel met sporen van vlechtingen en twee rechthoekige zoldervensters. Garage toegevoegd aan de rechterzijde.

Behouden plattegrond van een dubbelhuis met middengang, links vooraan twee salons en keuken naast opkamer achteraan; rechts vooraan de grote eetkamer met wandschilderijen en achteraan de traphal. Salons met gepleisterde plafonds met centrale gestucte balk, omlopende hollijsten en fijn decoratief lijstwerk. Schouwboezems met typische afgeschuinde hoeken en stucwerk met rocailles en bloemmotieven. Nieuwe marmeren schouwmantels naar model van de vroegere houten schouwmantels. Rode vierkante tegelvloeren en jongere polychrome tapijttegelvloer in de keuken. In het salon rechts vooraan zijn de wanden bekleed met een merkwaardige reeks van 11 ingelijste schilderingen op doek, gesigneerd en gedateerd: "P. Brunet F, 1785" dit was ten tijde van pastoor De Backer (1779-1807). Ze werden pas vermeld onder pastoor Haeck (1821-1827) en in 1865 geschonken aan de kerkfabriek door de erfgenamen van pastoor De Clercq (1837-1865). De schilderijen stellen taferelen voor uit het Oude en het Nieuwe Testament namelijk: "Jozef voor de Farao", "Jozef ziet zijn broers voor de tweede maal terug", "Ontmoeting van Jacob en Jozef", "De Vermenigvuldiging der Broden", "Jezus en de zondares", "Jezus en de Samaritaanse vrouw", "Jezus bij Simon en Maria Magdalena", "De Besnijdenis", "De roeping van Petrus", "De overhandiging van de sleutels" en "De verschijning aan Maria Magdalena".