Gelegen aan de hoek met Speystraat. Hoekpand naar verluidt daterend uit de 16de eeuw (1539 ?) zie thans deels verdwenen gevelankers. Vooruitspringende ligging ten opzichte van de rooilijn aan de zuidzijde waardoor het huis als het ware de markt aan de noordzijde afsluit. Vormt voorheen met het naast- en inspringend gelegen -vermoedelijk 17de-eeuws- pand (nummer 10) één geheel.
Aanduiding van vooruitspringende bebouwing ten noorden van de Markt op stadsplannen van Jacob van Deventer (1550-1565) en J. Blaeu (1649) met strategische ligging, namelijk als afsluiting van de Markt en gelegen aan de voormalige Reie. Op een oude tekening van J. Verbrugghe (1807) wordt het pand in oorspronkelijke toestand weergegeven : de rijkelijke uitwerking met booggaanderij op begane grond en gotische kruisvensters met boogvelden voorzien van maaswerk op de bovenverdieping, toont aan dat het pand niet onbelangrijk was. Op de Ferrariskaart (1770-1778) L-vormig volume van nummers 8-10 weergegeven ten noorden van de Markt, terugkerend op het primitief kadasterplan van 1834, op dat ogenblik als één geheel in eigendom van het Damse Sint-Janshospitaal. In de loop van de 19de eeuw wordt het huis nummer 8 grondig verbouwd, mogelijk na de aanleg van de Damse Vaart vanaf 1810: in de voorgevel worden zowel de gaanderij als de kruisvensters vervangen door nieuwe openingen, net als de zijgevel (zijde Speystraat). Op het einde van de 19de eeuw zijn beide panden eigendom van brouwer Jules D'Hoedt, wellicht vanaf dan herbergfunctie: nummer 8 voorheen gekend als "Café Francais"; nummer 10 als herberg "(In) de Oude Beurs". De opsplitsing en het gedeeltelijk herbouwen van de beide huizen gebeurt pas in 1949. Daarbij wordt vermoedelijk het venster op de begane grond van nummer 8 vergroot; ook de andere vensters worden in die periode aangepast. In 1977 vergroting van bijgebouw achteraan de tuin. In 2004 geplande renovatiewerken aan schrijnwerk en bedaking van beide panden.
Enkelhuis van twee traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (nok loodrecht op straat; Vlaamse pannen). In straatbeeld dominerende trapgevel (negen treden) op licht overkragende schouderstukken; voorheen witgeschilderd, thans gecementeerd op gecementeerde en geschilderde plint; witgekalkte zijgevel op gepekte plint. Muurankers, onder meer resterende "3" van jaartalankers. Rechthoekige muuropeningen, voorheen onder boogvelden voorzien van maaswerk; in zijgevel venster op bovenverdieping met afgeschuinde dagkanten. Zoldervenster voorheen beluikt. Pui diverse malen gewijzigd, zie oorspronkelijke gaanderij verdwenen in de 19de eeuw; circa het midden van de 20ste eeuw aanbrengen van groot rechthoekig venster met kleine roedeverdeling in driedelig bovenlicht en deur waarvan bovenlicht met dito roedeverdeling. Arduinen trap (drie treden). Bakstenen puntgevel achteraan en aansluitend witgekalkte lagere aanbouw onder lessenaarsdak; recentere tuinmuur langs Speystraat. De middeleeuwse kelder is thans gedicht.
Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, Archief nr. 521 en Levend Archief.
Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, 207 : Mutatieschetsen, 1949/1, 1977/10.
Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium, Fototheek ACL, nummers B70354, B 141627, E24102.
BALLEGEER J.; BRAEMS J., De Zwinstreek in oude prentkaarten, deel 2, Zaltbommel, 1977, afb. 12.
DE VLIEGHER L., Damme in Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, deel 5, Tielt, 1971, p. 162.
HOSTE H., Damme, Antwerpen, 1956, p. 51.
RAU J., Het Damme van toen en omgeving, Brugge, 1981, p. 26, p. 31
VAN POUCKE G., Archiefbeelden Damme, v.z.w. 't Zwin Rechteroever Grondgebied Damme, Gloucestershire, 2003, p. 90, 94.
Bron: CALLAERT G. & HOOFT E. met medewerking van SANTY P. & SNAUWAERT L. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Damme, Deel I: Stad Damme, Deelgemeenten Hoeke, Lapscheure en Moerkerke, Deel II: Deelgemeenten Oostkerke, Sijsele en Vivenkapelle, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL17, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Hooft, Elise; Callaert, Gonda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)