erfgoedobject

Huis Biscaeyen

bouwkundig element
ID
78695
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/78695

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Huis Biscaeyen
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als beschermd monument Huis Biscaeyen
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is deel van de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Stadskern Damme
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is deel van de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Stadskern Damme
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Huis Biscaeyen
    Deze vaststelling was geldig van tot

  • is deel van de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Stadskern Damme
    Deze bescherming was geldig van tot

Beschrijving

Huis zogenaamd Biscaeyen, historisch ensemble opklimmend tot de 14de eeuw. Samenstel van twee diephuizen uit de 17de eeuw met oude kern, en een poortgebouw uit circa 1860. Gekasseid erf met bakhuis uit de tweede helft van de 19de eeuw en een schuur van rond 1750, wat uitzonderlijk is in stedelijke context.

Historisch overzicht

Huis eertijds zogenaamd "Biscaeyen". Zogenaamd als herinnering aan de wijnhandel waarvan de stad Damme in de middeleeuwen het stapelrecht bezit ("Biskajers": handelaars). Circa 1240 vestigden de Hanzesteden een kantoor (factorij) in de stad. De Lombarden richten er een opslagplaats op voor hun goederen. De woning, Kerkstraat nummer 11, lag in de nabijheid van de zogenaamde "Grote Speye", ter hoogte van de huidige Speistraat Het tracé van de Speistraat gaat terug op de Reie, de oude waterweg van Brugge naar Damme, die doorheen het Damse stadscentrum langsheen de zogenaamde "Grote Speye" loopt. Deze sluis of "spui", eigendom van de stad Brugge, geeft toegang tot de Damse haven en wordt samen met de Speibrug in het tweede kwart van de 13de eeuw opgetrokken ter hoogte van de kruising met de Kerkstraat, weergegeven op onder meer kaarten van Jacob van Deventer (1550-1565) en Marcus Gerards (1562). Net zoals in Brugge worden in de stad voorname patriciërswoningen in nabijheid van de haven opgericht. Kerkstraat nummer 11 is hier een voorbeeld van.

De oudste weergave van het pand zogenaamd "Biskajers" is terug te vinden op de kaart van Jacob Van Deventer van circa 1550. Zoals voor de meeste steden van ons land, is het meest precieze oude plan van Damme verwezenlijkt door Jacob van Deventer, in het midden van de 16e eeuw. De stad is beschermd door een omwalling en omringd door grachten. Het geheel van deze versterkingen moet dateren uit het einde van de 15de eeuw. Zeven poorten leiden buiten de stad. Op de kaart van Deventer worden twee imposante diephuizen weergegeven.

Op het panoramisch plan van Damme getekend door Marcus Gerards (1562) worden de diephuizen ook weergegeven.

Op de kaart van Joan Blaeu van 1649 worden eveneens de huidige diephuizen weergegeven. Deze kaart komt uit het ‘Toonneel der steden van de Vereenighde Nederlanden met hare beschrijvingen’. De gebastionneerde omwalling, die aan de stad de vorm gaf van een zevenpuntige ster, werd in de 17de eeuw uitgebreid met een geheel van ravelijnen en grachten. Slechts twee poorten, en geen zeven zoals in de Middeleeuwen, gaven toegang tot de versterkte plaats. Er was de Sint-Antoniuspoort waarvan de fundamenten nog aanwezig zijn en die uitgaf op het zuidoosten, achter de Sint-Kristoffelhoeve, en er was de Onze-Lieve-Vrouwepoort nabij de kerk met dezelfde naam. Voor de poorten, over de grachten, lagen houten bruggen.

Op de 18de-eeuwse kaart van Ferraris (1770-1778) worden de twee hoofdvolumes (namelijk de twee diephuizen) en de huidige schuur weergegeven. Deze schuur was volgens de kaart van Ferraris een vrijstaand volume.

Op de Atlas der Buurtwegen van circa 1846 wordt het gebouwenbestand als volgt weergegeven. Aan de straat bevindt zich het hoofdvolume bestaande uit twee diephuizen. De oorspronkelijk vrijstaande 18de-eeuwse schuur is verlengd met een volume op L-vormige plattegrond.

Circa 1860 wordt het nog onbebouwde perceel links van de twee diephuizen voorzien van een poortgebouw. Toen werden waarschijnlijk ook de voorgevels aangepast en de muuropeningen aangepast. Het bouwen van het poortgebouw houdt vermoedelijk verband met de nieuwe functie van maalderij. De maalderij was gevestigd in de achterliggende gebouwen. De bestaande 18de-eeuwse schuur werd toen aangepast aan de nieuwe functie van maalderij.

In de loop van de 19de en 20ste eeuw achtereenvolgens in gebruik als graan- en kolenhandel en vervolgens tot het derde kwart van de 20ste eeuw als benzinestation. Naar verluidt werden de gevels ontpleisterd in 1933.

Beschrijving

Samenstel van twee diephuizen en een poortgebouw, loodrecht op de straat gepositioneerd. Oorspronkelijk samenstel van twee diephuizen van telkens twee traveeën en twee bouwlagen en verhoogde begane grond onder een zadeldak bedekt met Vlaamse pannen. Het poortgebouw links bestaat eveneens uit twee traveeën en twee bouwlagen onder en pannen zadeldak. Verankerde bakstenen puntgevels afgewerkt met muurvlechtingen en voorzien van een natuurstenen topstuk (bij de twee linkerpuntgevels is deze bekroning verdwenen). De gevels zijn opengewerkt met rechthoekige muuropeningen die wellicht dateren uit de 19de eeuw. De oorspronkelijke muuropeningen waren aanvankelijk breder, hoger en geplaatst onder een geblokte ontlastingsboog met natuurstenen aanzet- en sluitstenen. De muuropeningen zijn voorzien van arduinen onderdorpels. Enkele bewaren nog hun oorspronkelijk schuiframen. De top is telkens voorzien van een beluikt rondboogvenster met natuurstenen aanzet- en sluitstenen. Deels behouden deur met oorspronkelijk hang- en sluitwerk. De deur is voorzien van een gedeeld bovenlicht, toegankelijk via een arduinen trap met vier treden. Gecementeerde plint, met sporen van vroegere kelderopening.

De achtergevel is eveneens opgebouwd uit drie puntgevels. De bredere linkervleugel (het poortgebouw) uit 1860 is voorzien van een rechthoekige poortdoorrit op de begane grond. Boven de poort is de gevel opengewerkt met rechthoekige muuropeningen voorzien van een luik. Op de begane grond links bevindt zich een ruimte toegankelijk via een rechthoekige deur en voorzien van een rechthoekig betralied venster.

De diephuizen hebben beiden een verankerde bakstenen tuitgevel afgewerkt met muurvlechtingen. Gepekte plint. De rechtergevel is bijna blind, met op de begane grond een segmentboogvormige toegang tot de kelder. Op de verhoogde begane grond een ovale vensteropening in een roodbakstenen omlijsting. De top is opengewerkt met een rechthoekig venster onder strek. De zijgevel is opengewerkt met rechthoekige aangepaste muuropeningen onder strek en aanwezigheid van de oorspronkelijk ontlastingsbogen. De verhoogde begane grond is toegankelijk via een arduinen buitentrap. Deels behouden schrijnwerk. De linkerpuntgevel is opengewerkt met licht getoogde muuropeningen onder een strek met verzorgd metselwerk. Behouden schrijnwerk. De plint is opengewerkt met een toegang tot de kelder. De geveltop is opengewerkt met een beluikte segmentboogopening.

Interieur

Verschillende elementen in het interieur verwijzen duidelijk naar een oudere kern. Beide diephuizen hebben de structuur van een diephuis. Een veel voorkomend type in de Brugse binnenstad. De kelder onder het pand links is voorzien van een bakstenen tongewelf. De kelder onder het pand rechts bestaat uit een kelder van één beuk voorzien van een indrukwekkend bakstenen kruisribgewelf met oorspronkelijk drie natuurstenen sluitstenen, waarvan één bewaard is. Vermoedelijk stelt de sluitsteen een draakje voor. De kruisribgewelven rusten op eenvoudige afgeronde consoles in Doornikse kalksteen. De kruisribben en gewelven zijn in baksteen uitgevoerd, met uitzondering van de gewelfsleutels in kalkzandsteen. De gemene muren zijn voorzien van verzorgde spitsboognissen. Deze kelder dateert vermoedelijk uit de 14de eeuw.

In het linkerpand bevindt zich een gotische schouw opgebouwd uit twee natuurstenen wangen met gesculpteerd mannen- en vrouwenhoofd. Houten geprofileerde schouwbalk met onder meer knormotief, leeuwenkopjes en acanthusbladeren. In de kamer achteraan bepleisterd plafond met een rosace. Behouden bepleisterde moerbalken met zware balksleutels rustend op natuurstenen consolestenen.

Behouden dakconstructie, vermoedelijk teruggaand tot de 17de eeuw, maar wellicht ouder. Beide dakconstructies zijn opgebouwd uit een schaar- en nokgebinte. Oorspronkelijk waren er vermoedelijk vier schaargebinten (zie nog bewaarde telmerken), waarvan één tegen de voorgevel en één tegen de achtergevel geplaatst.

Rond het gekasseid binnen erf zijn de volgende gebouwen te situeren:

Bakhuis

Ten zuiden van het erf gelegen volume van één bouwlaag onder een zadeldak (Vlaamse pannen). Verankerde baksteenbouw, witbeschilderd boven een gepekte plint. De gevels zijn opengewerkt met rechthoekige muuropeningen. In de zijgevel zit een betraliede rechthoekige vensteropening met kleine roedeverdeling. De geveltop is voorzien van een beluikt rechthoekig topvenster. Op de begane grond een ovale vensteropening met een groenbeschilderde omlijsting. In het bakhuisje is de oven met metalen deurtje nog bewaard. De stapelplaats van hout is bereikbaar via de achtergevel. De achtergevel is opengewerkt met een segmentboogvormige deuropening en een rondboogvormig uitgewerkte stapelplaats voor hout.

Schuur

Schuur ten westen van het erf gelegen. De schuur wordt weergegeven op de kaart van Ferraris van 1770-1778 als een vrijstaand volume. Verankerde baksteenbouw, witbeschilderd boven een gepekte plint. De gevel is opengewerkt met rechthoekige muuropeningen, deels aangepast toen een functiewijziging plaatsvond. In de loop van de tweede helft van de 19de eeuw werd de schuur omgevormd tot maalderij. Toen werd de schuur uitgebreid.

In de Speystraat is de noordgevel duidelijk zichtbaar. Die bestaat uit een verankerde bakstenen lijstgevel met gepekte plint. Het dak is voorzien van een laadvenster onder een overkragend zadeldakje voorzien van houten bebording (deels verdwenen).Aansluitend bij de schuur een blinde gevel met sporen van een vroegere deur en oculi.

De schuur bewaart nog haar gaaf bewaarde dakconstructie bestaande uit schaar- en nokgebinte. Enkele elementen verwijzen nog naar de vroegere functie van maalderij zoals onder meer een katrolsystemen en een openklappende vloer.

Stal

Stal ten oosten van het erf gelegen volume van één bouwlaag onder een pannen zadeldak. Sterk verbouwde bakstenen constructie.

  • DEVLIEGHER L. 1971: Damme, in Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, deel 5, Tielt, 162.
  • LHERMITTE K. en VAN EETVELDE I. 2006: Vuurvast: bakovens in Vlaanderen, Leuven.
  • VAN EENHOOGE D. 2002: Middeleeuwse Brugse huizen: bouwhistorisch onderzoek in de huizen Sint-Jacobs en Den Ancker, M&L 21.5, 44-52.

Bron: • Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier 4.001/30000/DW002496, Huis Biscayen (GILTE S. 2012).
Auteurs: Gilté, Stefanie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is deel van
    Kerkstraat

  • Is deel van
    Stadskern Damme


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2025: Huis Biscaeyen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/78695 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.