Gereconstrueerd hoekpand (2000-2001) met laatclassicistische inslag, oorspronkelijk daterend uit de 17de-18de eeuw met oudere kern. Opgetrokken op de plaats van 14de-eeuws diephuis "De (gouden) Cop" met voorgevel uitgevend op de Markt, zie weergegeven op stadsplannen van Marcus Gerards (1562) en J. Blaeu (1649).
Bouwhistorisch onderzoek in 1999 toont aan dat van de oorspronkelijke 14de-eeuwse bouwfase vóór de afbraak en reconstructie slechts enkele verspreide resten bewaard bleven: onder meer twee rondbogige spaarnissen in de kelder (grotendeels verdwenen bij inbreng van tongewelf), twee herbruikte moerbalken op de benedenverdieping en kaarsnis in de gemene muur op de zolderverdieping; laatst genoemde wijst op een verdwenen bouwlaag. Het huis had vermoedelijk een houten voorgevel. Grotendeels herbouwd in de tweede helft van de 17de eeuw, zie sporen van venster- en deuropeningen en balklaag eerste verdieping. Bouw van enkele nieuwe haarden, zie tegelfragmenten, onder meer kwadraattegels met centraal een tulp en in de hoeken Bourgondische lelies en de meer eenvoudige tulp- en vogeltegels met spinnekopjes in de hoeken.
Het huidig, thans gereconstrueerd, uitzicht gaat grotendeels terug op een 18de-eeuwse verbouwing, zie onder meer dakkap en muuropeningen (later aangepast en vergroot). Tevens bouw van nieuwe, kleinere haarden en herinrichting van de eerste verdieping zie lagere balklaag en balksleutels als imitatie van oudere exemplaren. Toenmalig trappenhuis mogelijks teruggaand op oudere situatie, waarbij de trap tegen de binnendwarsmuur stond opgesteld. In de loop van de 19de en 20ste eeuw kleinere verbouwingen, onder meer aanpassing van 18de-eeuwse ramen en verbouwingen aan het achterhuis.
In 1999-2000 optie voor vrij getrouwe reconstructie omwille van slechte bouwfysische toestand. Behoud van 18de-eeuwse dakkap (twee schaargebinten waarop nokgebinte en "half", dwars geplaatst gebint), moerbalken en buitenschrijnwerk. De gevels zijn 50 cm verhoogd omwille van wooncomfort.
Onderkelderd dubbelhuis van vijf + twee traveeën en twee bouwlagen onder pannen mansardedak waarin drie dakkapellen onder gebogen lijst met gestrekte uiteinden. Geschilderde lijstgevel onder overkragende houten kroonlijst op vlakke consoles. Rechthoekige muuropeningen gevat in vlakke natuurstenen omlijsting. Houtwerk met kleine roedeverdeling. Centrale toegang via natuurstenen trap van zes treden met aan weerzijden eenvoudige ijzeren leuning. Rechthoekige deur in natuurstenen omlijsting onder vlakke kroonlijst; waaiervormig ingedeeld bovenlicht. Segmentbogige kelderopeningen.
Afgeschuinde hoekbeeldnis met natuurstenen beeld van Sint-Jozef onder baldakijn, op console met wapenschild van Damme. Rechts naast ingang, natuurstenen gedenkplaat aangebracht naar aanleiding van de reconstructie met opschrift "UT PHOENIX/ E CINERE SUO/ REVIVIXIT/ SIC HAEC DOMUS/ E MEDIETATE RENATA EST/ AD FUNDATORUM MEMORIAM/ AD CREATORIS GLORIAM/ ANNO MMI".
- Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, Archief nr. 521.
- HOSTE H., Damme, Antwerpen, 1956, p. 179.
- VAN POUCKE G., Archiefbeelden Damme, v.z.w. 't Zwin Rechteroever Grondgebied Damme, Gloucestershire, 2003, p. 48.