" 't Uylenkot", beeldbepalend langgestrekt woonhuis gedateerd "1771", zie muurankers westzijgevel.

Historiek

Het bestaand bouwvolume kan terug gaan op oudere bebouwing, zie weergave van vrijstaand langgestrekt volume langsheen de noordzijde van de Reie, na de aanleg van de Damse Vaart vanaf 1810 gedempt, op stadsplan van J. Blaeu (1649) en Ferrariskaart (1770-1778). Op het primitief kadasterplan (1834) wordt een groot perceel weergegeven waarop een woonhuis tussen bijgebouwen aan west- en oostzijde. In 1845 brengt Jacobus Blauwet hier korte tijd zijn kolenhandel in onder. In 1869 verwerft hij het Huis "Sint-Jan" of "Sint-J(e)an d'Angely", doch laat zich door burgemeester Jacobus Dombrecht overtuigen om zijn handelszaak op een meer geschikte plaats te vestigen, waarna hij circa 1864-1865 een herberg met stapelplaats laat optrekken langsheen de Damse Vaart. Circa 1853 worden zowel het woonhuis, toenmalige eigendom van Joseph Houtave, secretaris te Damme, als het bijgebouw aan de westzijde opgesplitst; de losstaande bijgebouwen worden afgebroken. Verdere opsplitsing van de bebouwing in drie woonhuizen en een magazijn in 1861. In 1882 opnieuw vereniging tot twee volumes, met uitbreiding aan noordwestzijde en nieuw klein bijgebouw ten noordoosten. In 1916 opsplitsing in huis met magazijn in linkertravee. In 1943 wordt de achterliggende tuin beperkt tot de huidige grootte; de boomgaard aan de westzijde wordt later bebouwd. Nog enkele aanpassingen volgen in het derde kwart van de 20ste eeuw, onder meer vereniging (1957), uitbreiding van woonhuis aan noordzijde en bouw van losstaand bijgebouw aan westzijde (1960). In 1972 ten slotte worden alle achteraanbouwen afgebroken zodat het huidig ondiep en langgestrekt volume met uitbouw ten noorden en losstaand bijgebouw ten westen overblijft. Tevens verdwijnen enkele latere aanpassingen, onder meer twee dakkapellen en groot daklicht boven de toegang; een groot venster in de zijgevel wordt vervangen door een klein zolderraampje.

Beschrijving

Langgestrekt éénlagig volume onder mansardedak (nok evenwijdig met straat; rode en zwarte Vlaamse pannen), gelegen op groot perceel met tuin uitkomend aan de Damse Vaart-Zuid. Zowel rechts als links zij-ingang naar achterliggende tuin. Deels witgeschilderde en gecementeerde baksteenbouw op gecementeerde en zwartgeschilderde plint; geprofileerde houten kroonlijst op klossen. Muurankers. Betegelde onderdorpels. Licht getoogde muuropeningen waarin houtwerk met grote roedeverdeling. Sporen van gedichte muuropeningen aan straatgevel. Luiken en figuratieve duimen. Nieuwe rondbogige bakstenen deuromlijsting waarboven kleine dito nis. Arduinen trap (één trede). Lage aanbouw onder lessenaarsdak aan oostzijde. Recent losstaand bijgebouw aan westzijde. Achtergevel met grotendeels gewijzigde, thans beluikte, licht getoogde muuropeningen, onder meer twee deurvensters waarin houtwerk met grote roedeverdeling. Aan noordoostzijde uitbouw onder aflopend zadeldak als één van de oudste delen, met keldertje afgedekt door tongewelf. Nieuw geplaveid terras en hoger gelegen tuin.

Huidige interieurindeling en -aankleding grotendeels aangepast in de jaren 1960. Traphal met onder meer betegelde vloer en sporen van oorspronkelijk dakgebinte (deels ingemetseld). Houten (18de-eeuwse ?) trap met voluutvormige trappaal en ingesnoerde balusters. Bewaarde balkenzoldering in leefruimte.