Landhuis in neoclassicistische stijl uit 1862 en vergroot in 1909, gelegen in een omhaagd park met enkele volwassen, tot de eerste aanlegfase opklimmende bomen, jongere beplanting van struiken en heesters, recente bloemenperken en een monumentaal hek.
In 1862 werd in de toenmalige Waertstraat een nieuw kasteel gebouwd en een nieuw park aangelegd. Op het perceel dat de hoek besloeg met de Bilzersteenweg, lag toen al een constructie met verschillende aanhorigheden. De bestaande twee verdiepingen hoge vleugel onder mansardedak, haaks op de straat werd als dienstwoning en wagenhuis behouden en daardoor ontstond er ten zuiden een diensterf. Sedert de rechttrekking van de straat in 1939 en de sloping van de bijgebouwen in 1972 is dit erf een voortuin geworden.
Het landhuis met gevelsteen ANNO 1862 en uitgevoerd in neoclassicistische stijl, is een imposante constructie met frontons op de middenrisalieten onder een leien mansardedak met een vorstkam en twee gietijzeren windwijzers. Het rechthoekig bakstenen huis telt vijf traveeën en twee bouwlagen op een verhoogde begane grond met kelderverdieping. De woning is voorzien van getoogde vensters in een geprofileerde hardstenen omlijsting met sluitsteen en lekdrempel en een aantal kleine, kruisvormige venstertjes.
In 1909 werd een verbouwing doorgevoerd. Aan de parkzijde werd aan het nauwelijks uitspringend middenrisaliet een diep ingangsportaal met trap en bordes toegevoegd, waardoor er boven een balkon en een deurvenster ontstond. Aan de straatzijde kreeg het bestaande middenrisaliet aan weerszijde een onderkelderde éénlaagse uitspringende travee onder platdak, aansluitend bij de twee bestaande uitsprongen in de zijgevels. De westelijke travee werd een erker met afgesnuite hoeken en de oostelijke werd verbouwd tot een zeshoekige toren met open lantaarn. Door deze verbouwing, die de oorspronkelijke stijl en het materiaalgebruik respecteerde, werd de aanvankelijke symmetrie in de plattegrond opgeheven, werd het volumespel vergroot en het kasteelkarakter versterkt. Naar verluidt werd toen ook de jaarsteen van de parkgevel naar de straatgevel verplaatst.
Het huis was aanvankelijk rechtstreeks bereikbaar van af de Bilzersteenweg, via een hek en een gebogen oprijlaan door het park. Het smeedijzeren hek geraakte in onbruik maar bleef behouden. De mooi uitgewerkte hekpijlers van blauwe hardsteen zijn eveneens in classicistische stijl opgevat en dateren uit de eerste bouwfase. De hoge, vierkante pijlers op een hoge sokkel hebben een geringde schacht met verdiepte velden ertussen, een geprofileerde deksteen en een bekronende gesteelde en gepunte bol. Ze worden geflankeerd door hoge steunberen gevormd door liggende voluten op hoge sokkels, eveneens van blauwe hardsteen. De doorrit is beschermd door mooie uitgewerkte schamppalen verankerd in de pijlers: een hondenkop beëindigt een voluut en is door een palmet met de bodem verbonden. Het hek heeft vierkant stijl- en regelwerk met dubbele midden- en gebogen bovenregel, gepunte, ronde spijltjes, spijlen eindigend op lanspunten en sierlijke volutes en gekrulde U-motieven ter versteviging van de stijlen en de makelaar.
Op de Dépot-kaart van 1871 beschrijft het park een liggende rechthoek waardoor een 8-vormige wandelweg loopt. Door de vergroting van het terrein naar het noorden toe, evolueerde deze vorm tot een staande rechthoek, parallel met de in 1909 geregistreerde uitbreiding van het huis. Veel later volgde de afsplitsing van verschillende bouwkavels aan de steenweg en langs de Gansterenstraat en de verdwijning van het grootste deel van het wandelpad.
Vandaag ligt het park vooral ten noorden van het huis. Ten westen werd sedert de jaren 1960 een recentere tuin aangelegd, tussen de beschermende halfcirkelvormige haag en de afsluitende rechte haag van haagbeuk haaks op het huis. Ten oosten is de beplanting van struiken en bloeiende planten recenter. Een blikseminslag in 2004 trof de bomen in de voortuin die niet vervangen werden.
De met sintels verharde oprijlaan vertrekt bij het hek van 1862 als een rechte laan en volgt dan een gebogen tracé naar het huis. Hier staan een massief van Virginische jeneverbes (Juniperus virginiana), links drie oudere Weymouthdennen die uit de bouwtijd stammen en rechts drie jongere gewone beuken.
De voortuin heeft aan de straat een gesnoeide taxushaag en verder is er een recente gemengde randbeplanting van hazelaar (Corylus avellana), taxus (Taxus baccata), schijncipres, magnolia (Magnolia soulangeana), Noorse esdoorn (Acer pseudoplatanus), berk en gele kornoelje. Rond het huis is de keuze voor kleurrijke bloeivormen duidelijk: een cirkelvormig bed van oranje rozen, een halfcirkel van witte rozen, een ovaal van gele rozen in het gras en tegen de gevel hortensia.
Het ruime grasveld achteraan heeft een groot rond massief van rododendron, een halfcirkel met onder meer esdoorn, een dichte bomenrand van naar kleur en vorm variërende bomen, eilandjes met bomengroepjes en enkele solitairen. Rond de eilandjes blijft veel opslag staan die een golvende lijn volgt. Het park met weinig of geen reliëfverschil heeft nu een gesloten karakter. Op het grasveld bleef het restant van een oude arduinen pomp bewaard. Nieuwe aanplantingen (notelaar, kers) vervangen uitgevallen bomen en overjaarse exemplaren. De dikste bomen behoren tot de eerste aanlegfase en zijn veelal over hun hoogtepunt heen.
Tijdens een plaatsbezoek in juli 2005 werden volgende meetgegevens verzameld:
In het gazon langs de oprit, een groep van 3 hoog opgekroonde Weymoutdennen (Pinus strobus) (286 cm stamomtrek, standaard gemeten op 150cm hoogte) en als tegenhanger een groep van 3 jonge beuken (Fagus sylvatica) (162 cm) ook in het gazon. Achteraan rechts een uit de eerste aanlegfase daterende zuilvormige zomereik (Quercus robur ‘Fastigiata’) (391 cm), als solitair. Een bundelboom van drie Noorse esdoorns samen in één plantgat (Acer pseudoplatanus) (samen 452 cm inclusief de klimop); Noorse esdoorn met purperrode bladonderzijde (Acer pseudoplatanus 'purpureum') (188 cm) in een bosje van voornamelijk esdoorn; gewone moerascipres (Taxodium dystichum) (288 cm) met stamwonde; in de linker hoek een beschadigde mammoetboom met dode takken en blootliggende wortels (Sequoiadendron giganteum) (493 cm).
Verder een geënte tamme kastanje (Castanea sativa) (370 cm) die als solitair werd geplant maar nu door opslag omringd wordt; een als solitair geplante zomereik (Quercus robur) (271 cm) tussen het grasveld en het rondpad, nu gelegen in een bebost perkje met te hoog geworden struiken en zaailingen van gewone esdoorn; een cirkel van kleinbladige linden, gevormd door 7 exemplaren in één plantgat geplant (Tilia cordata) (samen 778 cm, één 226 cm) ook in de bomenrand opgenomen en door opslag omringd; een als solitair bedoelde zuilvormige zomereik (Quercus robur ‘Fastigiata’) (376 cm) met dode takken en dood hout; een beeldbepalende geënte bruine beuk met hoogopgaande stam (Fagus sylvatica ‘Atropunicea’) (465 cm boven de ent) naast het wandelpad door het gazon.
In de voortuin: een rij langs de straat van gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus) (280 cm) en een gelijksoortig exemplaar gevormd door twee in hetzelfde plantgat geplante esdoorns (314 cm); een voor de Gansterenstraat beeldbepalende, maar beschadigde bruine beuk (Fagus sylvatica ‘Atropunicea’) (378 cm); twee magnolia's (Magnolia x soulangeana) als solitairen links en rechts van het kasteel aangeplant.
Deze tekst is een samenvoeging van volgende teksten:
Auteurs: De Maegd, Christiane; Schlusmans, Frieda; Van den Broeck, Myriam
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: De Maegd C. & Schlusmans F. & Van den Broeck M. 2021: Kasteel Terwaart met park [online], https://id.erfgoed.net/teksten/368576 (geraadpleegd op ).
Landschappelijk park zonder vijver, met monumententaal inrijhek en in 1909 uitgebreid kasteel van 1862 in neoclassicistische stijl. Enkele volwassen, tot de eerste aanlegfase opklimmende bomen, jongere beplanting van struiken en heesters, recente bloemenperken.
Het huis en het hek
In 1862 - het bouwjaar staat in de gevel - werd in de toenmalige Waertstraat een nieuw kasteel gebouwd en een nieuw park aangelegd. Op het perceel dat de hoek besloeg met de Bilzersteenweg, lag toen al een constructie met verschillende aanhorigheden. De bestaande twee verdiepingen hoge vleugel onder mansardedak, haaks op de straat werd als dienstwoning en wagenhuis behouden en daardoor ontstond er ten zuiden een diensterf. Sedert de rechttrekking van de straat in 1939 en de sloping van de bijgebouwen in 1972 is dit erf een voortuin geworden. Het huis in neoclassicistische stijl is een imposante constructie met frontons op de middenrisalieten en een leien mansardedak met een nokversiering en twee mooie windwijzers van gietijzer. Het huis telt vijf traveeën en twee bouwlagen op een hoge kelderverdieping en is gebouwd van baksteen met gebruik van blauwe en witte hardsteen voor de kordonlijsten, de speklagen en de getoogde omlijstingen. In 1909 werd een verbouwing doorgevoerd. Aan de parkzijde werd aan het nauwelijks uitspringend middenrisaliet een diep ingangsportaal toegevoegd, waardoor er boven een balkon en een deurvenster ontstond. Aan de straatzijde kreeg het bestaande middenrisaliet aan weerszijde een onderkelderde éénlaagse uitspringende travee onder platdak, aansluitend bij de twee bestaande uitsprongen in de zijgevels.
De westelijke werd een erker met afgesnuite hoeken en de oostelijke werd verbouwd tot een zeshoekige toren met open lantaarn. Door deze verbouwing, die de oorspronkelijke stijl en het materiaalgebruik respecteerde, werd de aanvankelijke symmetrie in de plattegrond opgeheven, werd het volumespel vergroot en het kasteelkarakter versterkt. Naar verluidt werd toen ook de jaarsteen van de parkgevel naar de straatgevel verplaatst.
Het huis was aanvankelijk rechtstreeks bereikbaar van af de Bilzersteenweg, via een kasteelhek en een gebogen oprijlaan door het park. Het smeedijzeren hek geraakte in onbruik maar bleef behouden. De mooi uitgewerkte hekpijlers van blauwe hardsteen zijn eveneens in classicistische stijl opgevat en dateren uit de eerste bouwfase. De hoge, vierkante pijlers op een hoge sokkel hebben een geringde schacht met verdiepte velden ertussen, een geprofileerde deksteen en een bekronende gesteelde en gepunte bol. Ze worden geflankeerd door hoge steunberen gevormd door liggende volutes op hoge sokkels, eveneens van blauwe hardsteen. De doorrit is beschermd door mooie uitgewerkte schamppalen verankerd in de pijlers: een hondekop beëindigt een voluut en is door een palmet met de bodem verbonden. Het hek heeft vierkant stijl- en regelwerk met dubbele midden- en gebogen bovenregel, gepunte, ronde spijltjes, spijlen eindigend op lanspunten en sierlijke volutes en gekrulde U-motieven ter versteviging van de stijlen en de makelaar.
Het park
Op de Dépot-kaart van 1871 beschrijft het park een liggende rechthoek waardoor een 8-vormige wandelweg loopt. Door de vergroting van het terrein naar het noorden toe, evolueerde deze vorm tot een staande rechthoek, parallel met de in 1909 geregistreerde uitbreiding van het huis. Veel later volgde de afsplitsing van verschillende bouwkavels aan de steenweg en langs de Gansterenstraat en de verdwijning van het grootste deel van het wandelpad.
Vandaag ligt het park vooral ten noorden van het huis. Ten westen werd sedert de jaren 1960 een recentere tuin aangelegd, tussen de beschermende halfcirkelvormige haag en de afsluitende rechte haag van haagbeuk haaks op het huis. Ten oosten is de beplanting van struiken en bloeiende planten recenter. Een blikseminslag in 2004 trof de bomen in de voortuin die daardoor erg verarmd is.
De met sintels verharde oprijlaan vertrekt bij het hek van 1862 als een rechte laan, sedert de jaren 1960 met schijncipressen (Chamaeciparis) beplant, en volgt dan een gebogen tracé naar het huis. Hier staan een massief van Virginische jeneverbes (Juniperus virginiana), links drie oudere Weymouthdennen (Pinus strobus)(286 cm) die uit de bouwtijd stammen en rechts drie jongere gewone beuken (Fagus sylvatica)(162 cm).
De voortuin heeft aan de straat een gesnoeide taxushaag en verder is er een recente gemengde randbeplanting van hazelaar (Corylus avellana), taxus (Taxus baccata), schijncipres, magnolia (Magnolia soulangeana), Noorse esdoorn (Acer pseudoplatanus), berk en gele kornoelje. Rond het huis is de keuze voor kleurrijke bloeivormen duidelijk: een cirkelvormig bed van oranje rozen, een halfcirkel van witte rozen, een ovaal van gele rozen in het gras en tegen de gevel hortensia.
Het ruime grasveld achteraan heeft een groot rond massief van rododendron, een halfcirkel met onder meer esdoorn, een dichte bomenrand van naar kleur en vorm variërende bomen, eilandjes met bomen groepjes en enkele solitairen. Rond de eilandjes blijft veel opslag staan die een golvende lijn volgt. Het park heeft nu een gesloten karakter, er is weinig of geen reliëfverschil, een vijver ontbreekt, maar er is wel de rest van een oude pomp van arduin op het grasveld. Nieuwe aanplantingen (notelaar, kers) vervangen uitgevallen bomen en overjaarse exemplaren. De dikste bomen behoren tot de eerste aanlegfase en zijn veelal over hun hoogtepunt heen.
BOMEN
In het gazon langs de oprit, een groep van 3 hoog opgekroonde Weymoutdennen (Pinus strobus) (286 cm) en als tegenhanger een groep van 3 jonge beuken (Fagus sylvatica) (162 cm) ook in het gazon. Achteraan rechts een uit de eerste aanlegfase daterende zuilvormige zomereik (Quercus robur ‘Fastigiata’)(391 cm), als solitair. Drie Noorse esdoorns samen in een plantgat (Acer pseudoplatanus) (samen 452 cm inclusief de klimop); Noorse esdoorn met purperrode bladonderzijde (Acer pseudoplatanus 'purpureum') (188 cm) in een bosje van voornamelijk esdoorn op de korte zijde; gewone moerascipres (Taxodium dystichum)(288 cm) met stamwonde; in de linker hoek een door de grasmaaier beschadigde mammoetboom met dode takken en blootliggende wortels (Sequoiadendron giganteum) (493 cm) die vrijgesteld moet worden; op de lange zijde een geënte tamme kastanje (Castanea sativa)(370 cm) die als solitair werd geplant maar nu opgenomen is in de oprukkende rand; een als solitair geplante zomereik (Quercus robur)(271 cm), nu gelegen in een bebost perkje met te hoog geworden struiken en zaailingen van gewone esdoorn, tussen het grasveld en het rondpad; een cirkel van kleinbladige linden, gevormd door 7 exemplaren in een plantgat geplant (Tilia cordata)(samen 778 cm, één 226 cm) ook in de bomenrand opgenomen en door opslag omringd; een als solitair bedoelde zuilvormige zomereik (Quercus robur ‘Fastigiata’)(376 cm) met dode takken en dood hout; een mooie, beeldbepalende geënte bruine beuk met hoogopgaande stam (Fagus sylvatica ‘Atropunicea’)(465 cm boven de ent) naast het wandelpad door het gazon. In de voortuin: een rij langs de straat van gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus)(280 cm) en een gelijksoortig exemplaar gevormd door twee in hetzelfde plantgat geplante esdoorns (314 cm); een voor de Gansterenstraat beeldbepalende bruine beuk (Fagus sylvatica ‘Atropunicea’)(378 cm) beschadigd door een gesneuvelde buurman; een magnolia (Magnolia x soulangeana) als solitairen inks en rechts van het kasteel.
Auteurs: De Maegd, Christiane
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: De Maegd C. 2008: Kasteel Terwaart met park [online], https://id.erfgoed.net/teksten/368616 (geraadpleegd op ).
Landhuis, gelegen in een omhaagd park met enkele oude bomen. Op een gevelsteen gedateerd ANNO 1862.
Rechthoekig bakstenen gebouw van twee bouwlagen op verhoogde begane grond met kelderverdieping, onder mansardedak (leien) met vorstkam en twee windwijzers. De gevels zijn voorzien van uitbouwsels van verschillende vorm: een torenachtige uitbouw aan de rechterzijgevel, een middenrisaliet met driehoekig fronton in de voorgevel, geflankeerd door twee uitsprongen op de eerste bouwlaag, en een erker van één bouwlaag aan de linkerzijgevel. Getoogde vensters in een geprofileerde hardstenen omlijsting met sluitsteen en lekdrempel, een aantal kleine, kruisvormige venstertjes, en een portaal, confer vensters, in de middentravee, voorzien van een trap en bordes.
Bron: SCHLUSMANS F. 1996: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kantons Bilzen - Maasmechelen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Schlusmans F. 1996: Kasteel Terwaart met park [online], https://id.erfgoed.net/teksten/788 (geraadpleegd op ).